Delen via


Resourceorganisatie voor HPC in de financiële sector

Dit artikel bevat aanbevelingen waarmee u HPC-implementaties in de financiële sector kunt afstemmen op de ready-methodologie van het Cloud Adoption Framework voor Azure.

Eén versus meerdere Azure-abonnementen

In Microsoft Entra-id vertegenwoordigt een tenant een organisatie. Het is een toegewezen instantie van Microsoft Entra-id die een organisatie ontvangt en eigenaar is wanneer deze zich registreert om Azure te gebruiken. Elke Microsoft Entra-tenant is uniek en gescheiden van andere Microsoft Entra-tenants. Een Azure-tenant kan meerdere abonnementen hebben en elk abonnement kan hetzelfde Microsoft Entra-exemplaar gebruiken.

De behoeften van uw organisatie bepalen of u één abonnement of meerdere abonnementen moet gebruiken:

  • Met meerdere abonnementen kunt u eenvoudig facturering voor elk abonnement weergeven. U kunt ook beperken wie toegang heeft tot de Azure-services die aan elk abonnement zijn gekoppeld. U kunt bijvoorbeeld productie- en niet-productieabonnementen of interne en externe abonnementen hebben.
  • Als u meerdere abonnementen gebruikt, kunt u abonnementslimieten plannen.

Zie de handleiding voor het nemen van een abonnement voor meer informatie over het besluitvormingsproces.

We raden u ook aan om ARM-beperkingslimieten te overwegen wanneer u beslissingen neemt over abonnementen. Zie Resource Manager-aanvragen beperken voor meer informatie.

Naamgevings- en tagconventies van Azure-resources gebruiken

Implementeer een strategie voor naamgeving en taggen die zakelijke en operationele details bevat als onderdelen van resourcenamen en metagegevenstags.

De bedrijfszijde van deze strategie zorgt ervoor dat resourcenamen en tags de organisatiegegevens bevatten die u nodig hebt om de bijbehorende teams te identificeren. Neem de bedrijfseigenaren op die verantwoordelijk zijn voor resourcekosten. De operationele kant zorgt ervoor dat namen en tags informatie bevatten die IT-teams kunnen gebruiken om de workload, toepassing, omgeving, kritiek en andere informatie te identificeren die nuttig is voor het beheren van resources.

Resources die moeten worden genoemd, zijn onder andere VM's, load balancers, DNS-labels, beschikbaarheidssets, virtuele netwerken, subnetten, Azure ExpressRoute, NSG's, toepassingsbeveiligingsgroepen, tags, routetabellen, beheerde schijven en openbare IP-adressen. U kunt bijvoorbeeld alle ontwikkel-VM's labelen met de tag Dev. Hierdoor kunt u eenvoudiger factureringsrapporten en andere rapporten ophalen voor ontwikkel-VM's. Zie Uw naamgevings- en tagstrategie voor Azure-resources ontwikkelen voor meer informatie.

Volgende stappen

De volgende artikelen bevatten richtlijnen die u mogelijk nuttig vindt op verschillende punten tijdens uw cloudacceptatieproces. Ze kunnen u helpen uw scenario voor cloudimplementatie voor HPC-omgevingen in de financiële sector te voltooien.