Inleiding

Voltooid

Wanneer u pijplijnen gebruikt, kunt u de validatie, het testen en de implementatie van uw Bicep-code automatiseren. Veel van de voordelen van het gebruik van Bicep zijn afkomstig van het implementeren van uw Azure-infrastructuur naast de andere onderdelen van uw oplossing, zoals toepassingen en de databaseconfiguratie. In deze module leert u hoe u een pijplijn uitbreidt waarmee Bicep-code al wordt geïmplementeerd om een volledige oplossing te implementeren.

Voorbeeldscenario

Stel dat u verantwoordelijk bent voor het implementeren en configureren van de Azure-infrastructuur in een speelgoedbedrijf. U hebt een Bicep-sjabloon gebouwd om de website van uw bedrijf te implementeren, waarmee een Azure-app Service-app, een Azure SQL-database voor uw productlijst en een opslagaccount wordt geïmplementeerd voor het hosten van productafbeeldingen. U hebt ook een pijplijn gemaakt waarmee uw Azure-resources worden geïmplementeerd met behulp van uw Bicep-sjabloon. Nu wilt u de pijplijn uitbreiden om uw app te implementeren, uw database te configureren en enkele testgegevens te seeden die u nodig hebt voor uw website.

Architecture diagram illustrating the solution's Azure components, with the pipeline deploying the Bicep file and performing the additional steps on the resources.

Wat ga je doen?

In deze module leert u hoe u een implementatiepijplijn kunt uitbreiden, zodat azure-infrastructuur, toepassingen, databases en gegevens samen worden geïmplementeerd. U voegt een buildfase toe aan uw pijplijn waarmee een toepassing en databaseproject wordt gecompileerd en u gebruikt pijplijnartefacten om de implementeerbare bestanden door te geven via uw pijplijn. Vervolgens gebruikt u Bicep-uitvoer van uw pijplijn om de onderdelen van uw pijplijn te integreren en uw implementatiefase bij te werken om uw toepassing, website en voorbeeldgegevens te publiceren.

Wat is het belangrijkste doel?

Nadat u deze module hebt voltooid, kunt u een uniforme implementatiepijplijn maken die de volgende taken uitvoert:

  • Richt Azure-resources in met behulp van een Bicep-bestand.
  • Implementeert een toepassing in Azure-app Service.
  • Hiermee publiceert u een databaseschema naar een Azure SQL-database.
  • Voegt voorbeeldgegevens toe aan een Azure SQL-database en een Azure Storage-blobcontainer.

Door deze taken uit te voeren, leert u hoe u pijplijnartefacten, Bicep-uitvoer en pijplijnvariabelen gebruikt om de verschillende onderdelen van uw pijplijn te coördineren.