Share via


Artikelen en locaties instellen voor gestuurde opslag en pick

Er is bij het instellen van een magazijnlocatie voor gestuurde opslag en pick nieuwe functionaliteit beschikbaar om u te helpen om het magazijn op de meest efficiënte wijze te beheren. Als u deze functionaliteit ten volle wilt benutten, geeft u extra informatie op over de artikelen, zodat het eenvoudiger wordt om de berekeningen uit te voeren die zijn vereist voor het voorstellen van de meest efficiënte en de meest doeltreffende wijzen voor het uitvoeren van magazijnactiviteiten.

U kunt als volgt een artikelen instellen voor gestuurde opslag en pick

  1. Kies het pictogram Lampje dat de functie Vertel me opent., voer Items in en kies vervolgens de gerelateerde koppelen.
  2. Open de kaart voor het artikel dat u wilt instellen voor gestuurde opslag en pick.
  3. Door de velden op het sneltabblad Magazijn van het artikel in te vullen geeft u aan hoe het artikel in het magazijn wordt verwerkt.
  4. Kies de actie Eenheden.
  5. Definieer op de pagina Eenheden van artikel de maateenheden waarin het artikel kan worden verhandeld door de hoogte, breedte, lengte, kubieke inhoud en het gewicht van het artikel op te geven.
  6. Kies de actie Opslaglocatie-inhoud.
  7. Op de pagina Opslaglocatie-inhoud kunt u de vestiging en opslaglocatie definiëren waaraan u het artikel wilt toewijzen. Het veld Standaard wordt niet gebruikt wanneer de vestiging is ingesteld voor gestuurde opslag en pick.

Aan de slag gaan met gestuurde opslag en pick

Met gestuurde opslag en pick beschikt u over geavanceerde magazijnconfiguratiefuncties, waardoor de efficiëntie en de betrouwbaarheid van gegevens sterk kunnen worden verbeterd. Als u deze functionaliteit wilt gebruiken, moet u eerst een aantal parameters instellen in uw magazijn.

Als u de functionaliteit van gestuurde opslag en pick wilt gebruiken, moet u deze functionaliteit activeren op de vestigingskaart.

  1. Kies het pictogram Lampje dat de functie Vertel me opent., voer Locaties in en kies vervolgens de gerelateerde koppelen.
  2. Selecteer de vestiging waarin u gestuurde opslag en pick wilt gebruiken en kies de actie Bewerken.
  3. Selecteer op het sneltabblad Magazijn het selectievakje Gestuurde opslag en pick .

U hoeft de andere velden op de vestigingskaart pas later in het installatieproces in te vullen.

Notitie

U kunt het gebruik van opslaglocaties niet voor het magazijn instellen als voor de vestiging nog artikelposten openstaan.

De volgende stap bestaat uit het definiëren van het soort opslaglocatie waarmee u wilt werken. Zie Typen opslaglocaties instellen voor meer informatie. Hiermee geeft u aan hoe een bepaalde opslaglocatie wordt gebruikt bij de verwerking van de artikelenstroom in het magazijn. U kunt een bepaald soort opslag toewijzen aan zowel een zone als een opslaglocatie.

Als bepaalde artikelen onder specifieke omstandigheden moeten worden opgeslagen in het magazijn, kunt u ook magazijnklassen definiëren. Magazijnklassen worden gebruikt voor het voorstellen van de plaatsing van artikelen in opslaglocaties. U wijst magazijnklassen toe aan productgroepen, die vervolgens worden toegewezen aan artikelen en SKU's of zones en opslaglocaties die kunnen voldoen aan de opslagvoorwaarden die de magazijnklasse vereist.

U bent nu klaar om desgewenst zones in te stellen. Met zones vermindert u het aantal velden dat u moet invullen wanneer u uw opslaglocaties instelt omdat opslaglocaties die in zones zijn gemaakt verschillende eigenschappen van de zone overnemen. Zones kunnen het bovendien voor nieuwe of tijdelijke werknemers eenvoudiger maken om zich in uw magazijn te oriënteren. Houd er rekening mee dat de stroom wordt beheerd door opslaglocaties, waardoor het mogelijk is om met opslaglocaties en slechts één zone te werken.

U kunt als volgt een zone instellen in het magazijn

  1. Kies het pictogram Lampje dat de functie Vertel me opent., voer Locaties in en kies vervolgens de gerelateerde koppelen.
  2. Selecteer de vestiging waarin u een zone wilt instellen, open de vestigingskaart en kies de actie Zones.
  3. Vul de vereiste velden op de pagina Zone in. Wijs een veld aan om een korte omschrijving te lezen.

Wanneer u een zoneparameter wijzigt, worden de nieuwe kenmerken toegepast op alle nieuwe opslaglocaties in de zone. De kenmerken van bestaande opslaglocaties blijven echter ongewijzigd.

Notitie

Als u zonder zones wilt werken, moet u toch één zonecode maken die alleen voor de code is gedefinieerd.

De volgende stap is om bins te definiëren. Meer informatie vindt u op Set Up Locations to Use Bins.

Daarnaast moet u opslagsjablonen en tellingsperioden maken. Meer informatie vindt u op Sjablonen voor het wegzetten van documenten instellen.

Zie ook

Overzicht van magazijnbeheerInventaris
Warehouse Management opzetten
Montagebeheer
Werken met Business Central

Vind hier gratis e-learningmodules voor Business Central