Problemen met lokale virtuele Azure-machines oplossen die zijn ingeschakeld door Azure Arc

2025-07-07

Van toepassing op: Azure Local 2311.2 en hoger

In dit artikel wordt beschreven hoe u logboeken verzamelt en problemen oplost met azure Local Virtual Machines (VM's) die zijn ingeschakeld door Azure Arc. Ook worden de huidige beperkingen en bekende problemen met het beheer van lokale azure-VM's vermeld, samen met aanbevolen oplossingen.

Eigenschap wordt niet ondersteund voor deze bewerking

Fout:

Property '<Property Name>' isn't supported for this operation on your Azure Local cluster version. Please update your cluster if you want to set this property for this operation. Please view aka.ms/hciproperties.

Oorzaak:

Deze fout treedt op wanneer de functie die u probeert te gebruiken, niet beschikbaar is voor de softwareversie die wordt uitgevoerd op uw lokale Azure-exemplaar. Dit kan gebeuren als de softwareversie op uw cluster verouderd is of als de functie is geïntroduceerd in een latere versie.

Resolutie:

Werk uw lokale Azure-exemplaar bij naar de nieuwste versie om dit probleem op te lossen. Zie Update via PowerShell of Update via Azure Portal voor meer informatie.

Clusterextensie biedt geen ondersteuning voor het resourcetype

Fout:

The cluster extension '<Cluster Extension Azure Resource Manager ID>' doesn't support resource type 'Microsoft.AzureStackHCI/<Resource Type>'. The currently enabled resource types are '<Supported Resource Type Names>'. Please ensure the 'Microsoft.AzureStackHCI' cluster extension version metadata file supports the resource type. [ClusterExtensionVersion='<Cluster Extension Version>'] [CorrelationId='<Correlation ID>'].

Oorzaak:

Resolutie:

Werk uw lokale Azure-exemplaar bij naar de nieuwste versie om dit probleem op te lossen. Zie Update via PowerShell of Update via Azure Portal voor meer informatie.

Kan geen afbeelding selecteren voor VM's met vertrouwde opstart

Vertrouwde start voor lokale Azure-VM's ondersteunt momenteel alleen een selecte set Azure Marketplace-installatiekopieën. Zie Installatiekopieën van gastbesturingssystemen voor een lijst met ondersteunde installatiekopieën. Wanneer u een vertrouwde start-VM in Azure Portal maakt, worden in de vervolgkeuzelijst Installatiekopieën alleen de installatiekopieën weergegeven die worden ondersteund door vertrouwde start. De vervolgkeuzelijst Afbeelding wordt leeg weergegeven als u een niet-ondersteunde afbeelding selecteert, inclusief een aangepaste installatiekopieën. De lijst wordt ook leeg weergegeven als geen van de installatiekopieën die beschikbaar zijn op uw Lokale Azure-systeem worden ondersteund door vertrouwd starten.

Fout bij het inschakelen van gastbeheer

Wanneer u de opdracht probeert uit te voeren om gastbeheer in te schakelen, ziet u de volgende fout:

Fout:Deployment failed. Correlation ID: aaaa0000-bb11-2222-33cc-444444dddddd. VM Spec validation failed for guest agent provisioning: Invalid managed identity. A system-assigned managed identity must be enabled in parent resource: Invalid Configuration

Deze fout komt doordat de beheerde identiteit niet is gemaakt voor deze VIRTUELE machine. Door het systeem toegewezen beheerde identiteit is vereist om gastbeheer in te schakelen.

Resolutie:

Volg deze stappen om te controleren of de beheerde identiteit niet is gemaakt voor deze VM en schakel vervolgens door het systeem toegewezen beheerde identiteit in.

Ga in Azure Portal naar de VIRTUELE machine. Blader naar de pagina Overzicht . Op het tabblad Eigenschappen , onder Configuratie, moet het gastbeheer worden weergegeven als Uitgeschakeld. Selecteer de JSON-weergave in de rechterbovenhoek.
Onder Identity parameter moet de type waarde worden weergegeven als None.
Als u een beheerde identiteit wilt maken, maakt u verbinding met de lokale Azure-machine via Remote Desktop Protocol (RDP). Voer de volgende opdracht uit:
```
az extension add --name connectedmachine
```

Controleer of de CLI-extensie van de verbonden machine is geïnstalleerd op het systeem. Hier volgt een voorbeelduitvoer waarop de extensie is geïnstalleerd. Hier connectedmachine wordt aangegeven dat versie 0.7.0 is geïnstalleerd.

[v-hostl]: PS C:\Clusterstorage\lnfrastructure_l\ArcHci> az version
{
"azure-cli": "2.53.0",
"azure-cli-core": "2.53.0",
"azure-cli-telemetry": "1.1.0",
"extensions": {
    "akshybrid": "0.1.1",
    "arcappliance"^ "1.0.2",
    "connectedk8s": "1.5.4",
    "connectedmachine": "0.7.0",
    "customlocation": "0.1.3",
    "hybridaks": "0.2.4",
    "k8s-extension": "1.4.5",
    "stack-hci-vm": "0.1.8"
    }
}
[v-hostl]: PS C:\ClusterStorage\Infrastructure_l\ArcHci>
    ```

Voer de volgende opdracht uit om een door het systeem beheerde identiteit toe te wijzen aan de virtuele machine.
```
az connectedmachine update --ids "<Resource Manager ID for the VM>" --set identity.type="SystemAssigned"
```
Ga naar Azure Portal en blader naar de pagina Overzicht . In de JSON-weergave moet worden aangegeven dat de door het systeem beheerde identiteit nu is toegewezen aan de VIRTUELE machine.

Fout bij het implementeren van een VM-installatiekopie vanuit een opslagaccount

U ziet de volgende fout bij het implementatieproces van een VM-image vanuit een opslagaccount op uw lokale Azure-account.

Fout:{"code":"moc-operator galleryimage serviceClient returned an error while reconciling: rpc error: code = Unknown desc = ===== RESPONSE ERROR (ErrorCode=AuthorizationPermissionMismatch) =====\nDescription=, Details: (none)\n","message":"moc-operator galleryimage serviceClient returned an error while reconciling: rpc error: code = Unknown desc = ===== RESPONSE ERROR (ErrorCode=AuthorizationPermissionMismatch) =====\nDescription=, Details: (none)\n"}

U ziet mogelijk deze fout:

Fout:{"code":"moc-operator galleryimage serviceClient returned an error while reconciling: rpc error: code = Unknown desc = ===== RESPONSE ERROR (ErrorCode=NoAuthenticationInformation) =====\nDescription=, Details: (none)\n","message":"moc-operator galleryimage serviceClient returned an error while reconciling: rpc error: code = Unknown desc = ===== RESPONSE ERROR (ErrorCode=NoAuthenticationInformation) =====\nDescription=, Details: (none)\n"}

De fout treedt op omdat de gebruiker die de installatiekopie maakt, niet over de juiste machtigingen beschikt om toegang te krijgen tot de installatiekopie vanuit het opslagaccount. De gebruiker moet de rol Inzender voor opslagblobgegevens hebben voor het opslagaccount dat u voor de afbeelding gebruikt. Zie Azure-rollen toewijzen voor toegang tot blobgegevens voor meer informatie.

Resolutie:

Voeg de rol Inzender voor opslagblobgegevens toe aan de gebruiker die een afbeelding van dit opslagaccount moet maken. Nadat de rol is toegevoegd, probeert u opnieuw de afbeelding te implementeren.

Mogelijk ziet u ook de volgende fout tijdens het implementeren van een VM-afbeelding vanuit een opslagaccount:

Fout:{"code":"moc-operator galleryimage serviceClient returned an error while reconciling: rpc error: code = Unknown desc = ===== RESPONSE ERROR (ErrorCode=InvalidBlobType) =====\nDescription=The blob type is invalid for this operation.\nRequestId:5e74055f-e01e-0033-66eb-ff9734000000\nTime:2024-09-05T23:32:56.3001852Z, Details: (none)\n","message":"moc-operator galleryimage serviceClient returned an error while reconciling: rpc error: code = Unknown desc = ===== RESPONSE ERROR (ErrorCode=InvalidBlobType) =====\nDescription=The blob type is invalid for this operation.\nRequestId:5e74055f-e01e-0033-66eb-ff9734000000\nTime:2024-09-05T23:32:56.3001852Z, Details: (none)\n","additionalInfo":[{"type":"ErrorInfo","info":{"category":"Uncategorized","recommendedAction":"","troubleshootingURL":""}}]}

Deze fout komt doordat het blobtype niet juist is binnen het opslagaccount. De afbeelding moet van het page blob type zijn.

Resolutie:

Upload de afbeelding naar uw opslagaccount in page blob format en probeer de afbeelding opnieuw te implementeren.

Zorg ervoor dat de gebruiker over de juiste machtigingen beschikt en dat de blob de juiste indeling heeft. Zie Vm-installatiekopieën toevoegen vanuit een Azure Storage-account voor meer informatie.

Fout bij het implementeren van een lokale Azure-VM

U ziet de volgende fout bij het implementeren van een lokale Azure-VM:

Fout:{"code":"ConflictingOperation","message":"Unable to process request 'Microsoft.AzureStackHCI/virtualMachineInstances'. There is already a previous running operation for resource '/subscriptions/<subscription ID>/resourceGroups/<Resource group name>/providers/Microsoft.HybridCompute/machines/<VM name>/providers/Microsoft.AzureStackHCI/virtualMachineInstances/default'. Please wait for the previous operation to complete."}

Deze fout komt doordat het SystemAssigned beheerde identiteitsobject zich niet onder het Microsoft.HybridCompute/machines resourcetype bevindt.

Resolutie:

Controleert in uw implementatiesjabloon of:

Het SystemAssigned beheerde identiteitsobject valt onder Microsoft.HybridCompute/machines het resourcetype en niet onder Microsoft.AzureStackHCI/VirtualMachineInstances het resourcetype.

De implementatiesjabloon moet overeenkomen met de opgegeven voorbeeldsjabloon. Zie de voorbeeldsjabloon in Lokale virtuele Azure-machines maken die zijn ingeschakeld door Azure Arc voor meer informatie.

Installatie van Azure CLI wordt niet herkend

Als uw omgeving Azure CLI niet kan herkennen na de installatie, voert u het volgende codeblok uit om het Azure CLI-installatiepad toe te voegen aan het omgevingspad.

        if ( -not( $env:PATH -like '*C:\Program Files (x86)\Microsoft SDKs\Azure\CLI2\wbin*') ) {
            $env:PATH += "C:\Program Files (x86)\Microsoft SDKs\Azure\CLI2\wbin;"
            Write-Host "Updated path $env:PATH"
        }

Bericht 'Windows heeft een tijdelijk wisselbestand gemaakt' verschijnt bij het opstarten.

Fout:

Wanneer u een lokale Azure-VM implementeert met behulp van sql Server 2022 op Windows Server 2022 Azure Marketplace-installatiekopieën (Standard of Enterprise), ziet u mogelijk de volgende waarschuwing bij het opstarten:

Windows heeft een tijdelijk wisselbestand gemaakt...

Resolutie:

Volg deze stappen om dit probleem op te lossen:

Selecteer OK in het pop-upvenster met waarschuwingen. U kunt ook naarGeavanceerde>prestatie-instellingen> voor systeemeigenschappen> gaan om het venster Prestatieopties te openen.
Selecteer In het venster Prestatieoptiesde optie Wijzigen onder de sectie Virtueel geheugen .
Selecteer in het venster Virtueel geheugen de beheerde grootte van het systeem.  Zorg er ook voor dat het selectievakje Wisselbestandsgrootte automatisch beheren voor alle stations is uitgeschakeld.
Selecteer Instellen en selecteer vervolgens OK om de wijzigingen toe te passen.
Start de VIRTUELE machine opnieuw op. Na het opnieuw opstarten wordt het waarschuwingsbericht niet meer weergegeven.