Delen via


Blobpartities optimaliseren

Als uw klanten data uploaden met kleine blokgrootten, kunt u de prestaties verbeteren door een efficiënt naamgevingsschema te kiezen. Een kleine blokgrootte is minder dan 256 KiB. Grotere blokken worden niet beïnvloed door partitienaamgeving.

Partitiesleutels en efficiënte naamgevingsschema's

De partitiesleutel voor een blob is accountnaam + containernaam + blobnaam. De partitiesleutel wordt gebruikt om gegevens te partitioneren in bereiken en deze bereiken worden verdeeld over het systeem.

Om de systeempartitiegegevens efficiënter te helpen, vermijdt u sequentiële naamgevingsschema's zoals log20160101, log20160102. log20160103 Deze schema's concentreren zich op één server, die de schaalbaarheidsdoelen kunnen overschrijden en latentieproblemen kunnen veroorzaken.

Voeg in plaats daarvan zo vroeg mogelijk een hash-tekenreeks (zoals drie cijfers) toe in de partitiesleutel van een blob. Als u tijdstempels in namen wilt gebruiken, kunt u overwegen om een secondenwaarde toe te voegen aan het begin van die tijdstempel (bijvoorbeeld: ssyyyymmdd).

Als u tijdstempels of numerieke id's gebruikt, moet u patronen die alleen bestaan uit bijvoegen of voorafgaan voorkomen. Deze patronen leiden al het verkeer naar één partitie, waardoor taakverdeling wordt voorkomen. Als u echter van plan bent om deze patronen te gebruiken, kunt u overwegen om gegevens op te splitsen in meerdere blobs. Pas een hashvoorvoegsel toe op elke blob die een tijdsinterval vertegenwoordigt, zoals seconden (ss) of minuten (mm). Op die manier wordt verkeer niet herhaaldelijk omgeleid naar één blob op één partitieserver die de schaalbaarheidslimieten kan overschrijden.

Volgende stappen