U kunt een gegevensschijf dynamisch verwijderen met behulp van PowerShell, maar zorg ervoor dat er niets actief gebruikmaakt van de schijf voordat u deze loskoppelt van de virtuele machine.
In dit voorbeeld verwijderen we de schijf met de naam myDisk uit de VM myVM in de resourcegroep myResourceGroup . Eerst verwijdert u de schijf met behulp van de cmdlet Remove-AzVMDataDisk . Vervolgens werkt u de status van de virtuele machine bij met behulp van de cmdlet Update-AzVM om het proces van het verwijderen van de gegevensschijf te voltooien.
$VirtualMachine = Get-AzVM `
-ResourceGroupName "myResourceGroup" `
-Name "myVM"
Remove-AzVMDataDisk `
-VM $VirtualMachine `
-Name "myDisk"
Update-AzVM `
-ResourceGroupName "myResourceGroup" `
-VM $VirtualMachine
De schijf blijft in de opslag, maar is niet meer gekoppeld aan een virtuele machine.
Lagere latentie
In bepaalde regio's is de latentie voor schijfontkoppeling verminderd, dus u ziet een verbetering van maximaal 15%. Dit is handig als u geplande/niet-geplande failovers hebt tussen VM's, u uw workload schaalt of een stateful workload met hoge schaal uitvoert, zoals Azure Kubernetes Service. Deze verbetering is echter beperkt tot de expliciete opdracht schijf loskoppelen, Remove-AzVMDataDisk
. U ziet de prestatieverbetering niet als u een opdracht aanroept die impliciet een ontkoppeling kan uitvoeren, zoals Update-AzVM
. U hoeft geen andere actie te ondernemen dan de opdracht expliciet loskoppelen aan te roepen om deze verbetering te zien.
Lagere latentie is momenteel beschikbaar in elke openbare regio, met uitzondering van:
- Canada - midden
- VS - centraal
- VS - oost
- VS - oost 2
- VS - zuid-centraal
- VS - west 2
- Duitsland - noord
- Jio India West
- Europa - noord
- Europa -west
Een gegevensschijf ontkoppelen via de portal
U kunt een gegevensschijf dynamisch verwijderen, maar zorg ervoor dat er niets actief wordt gebruikt op de schijf voordat u deze loskoppelt van de virtuele machine.