Delen via


Systeemeigen interoperabiliteit

In de volgende artikelen ziet u de verschillende manieren waarop 'systeemeigen interoperabiliteit' in .NET kan worden uitgevoerd.

Er zijn enkele redenen waarom u systeemeigen code wilt aanroepen:

  • Besturingssystemen worden geleverd met een groot aantal API's die niet aanwezig zijn in de beheerde klassebibliotheken. Een goed voorbeeld voor dit scenario is toegang tot hardware- of besturingssysteembeheerfuncties.
  • Communiceren met andere onderdelen die C-style ABIs (native ABIs) hebben of kunnen produceren, zoals Java-code die wordt weergegeven via Java Native Interface (JNI) of een andere beheerde taal die een systeemeigen onderdeel kan produceren.
  • In Windows registreert de meeste software die wordt geïnstalleerd, zoals de Microsoft Office-suite, COM-onderdelen die hun programma's vertegenwoordigen en waarmee ontwikkelaars ze kunnen automatiseren of gebruiken. Hiervoor is ook systeemeigen interoperabiliteit vereist.

De vorige lijst bevat niet alle mogelijke situaties en scenario's waarin de ontwikkelaar interface met systeemeigen onderdelen wil/wil/nodig heeft. .NET-klassebibliotheek maakt bijvoorbeeld gebruik van de systeemeigen interoperabiliteitsondersteuning om een redelijk aantal API's te implementeren, zoals consoleondersteuning en manipulatie, toegang tot het bestandssysteem en andere. Het is echter belangrijk om te weten dat er indien nodig een optie is.

Opmerking

De meeste voorbeelden in deze sectie worden weergegeven voor alle drie de ondersteunde platforms voor .NET Core (Windows, Linux en macOS). Voor enkele korte en illustratieve voorbeelden wordt echter slechts één voorbeeld weergegeven dat gebruikmaakt van Windows-bestandsnamen en -extensies (d.i. 'dll' voor bibliotheken). Dit betekent niet dat deze functies niet beschikbaar zijn in Linux of macOS, maar alleen voor het gemak.

Zie ook