Delen via


Overheadberekening

In dit artikel worden de kenmerkende processen voor het berekenen en toewijzen van overheadkosten beschreven.

Definitie van term

Overheadkosten zijn de kosten die normaal verbonden zijn aan de bedrijfsvoering van een onderneming, maar die niet rechtstreeks aan bepaalde bedrijfsactiviteiten, producten of services kunnen worden toegeschreven. Overheadkosten bieden kritieke ondersteuning voor het genereren van winstgevende activiteiten. Hieronder staan enkele voorbeelden van overheadkosten:

  • Huur
  • Elektriciteit
  • Administratieve salarissen

Overzicht van overheadberekening

Bij overheadberekening wordt het beleid voor kostprijsboekhouding in de juiste volgorde uitgevoerd. U kunt meerdere keren overheadkosten berekenen voor deze boekperiode als het beleid voor kostprijsboekhouding is gewijzigd of als specifieke fouten zijn gevonden. Elke uitvoering van de berekening van de overheadkosten wordt opgeslagen en ontvangt een unieke versie-id waarmee u de berekeningen in verschillende versies kunt vergelijken. De kostenposten die bij de berekening van de overhead worden gegenereerd ontvangen een boekingsdatum. Deze boekingsdatum komt overeen met de einddatum van de boekperiode die wordt gebruikt in de berekening. De unieke versie-id bestaat uit de volgende elementen:

  • Versietype
  • Datum en tijd
  • Grootboek van kostprijsboekhouding
  • Boekjaar
  • Boekperiode

De overheadberekening wordt onafhankelijk van de versie uitgevoerd. Daarom kunt u de budgetversie vóór de huidige versie berekenen. De berekening van de overheadkosten bestaat uit vier stappen, zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven. In elke stap wordt een journaalkop gemaakt met journaalposten. Deze journaalkop bevat de ingevoerde gegevens voor elke berekeningsstap. Er worden beleid en regels toegepast op elke journaalregel en er worden kostenposten gegenereerd als uitvoer. Daarom beschikt u altijd over volledige traceerbaarheid.

Overheadberekening.

De overheadkosten voor elektriciteit berekenen en toewijzen

In de financiële boekhouding worden sommige kosten, zoals elektriciteit, geregistreerd als een vast bedrag. Daarom worden geen managementinzichten verstrekt voor kostprijsboekhouding. Als u in de kostprijsboekhouding het juiste leidinggevende inzicht wilt bieden voor alle organisatie-eenheden en niveaus, moeten kosten door de organisatie-eenheden stromen. Deze stroom moet zijn gebaseerd op een nauwkeurig overzicht van het verbruik of op een reële beoordeling. In het grootboek kunnen kosten voor elektriciteit worden geboekt, zoals weergegeven in de volgende tabel.

Grootboekdatum Kostenplaats Hoofdrekening Bedrag in de boekhoudingsvaluta
3 januari 2017 CC099 Standaardkostenplaats 10001 Elektriciteit 10.000,00

Stap 1: Het gedrag voor kostenberekening verwerken

Standaard worden kostenposten die worden geïmporteerd vanuit de brongegevens automatisch geclassificeerd met het kostengedrag Ongeclassificeerd in de kostprijsboekhouding. Door beleidsregels voor kostengedrag toe te passen, kunt u kostenposten opnieuw indelen als Vaste kosten of Variabele kosten.

De regel voor kostengedrag definiëren

In sommige gevallen bestaat een gedeelte van de kosten uit een vast tarief en zijn de resterende kosten gebaseerd op het verbruik. Elektriciteitrekeningen voldoen vaak aan deze definitie. Nadat u een specifieke vast tarief hebt betaald, betaalt u voor het verbruik per kilowattuur (Kwh). Als bijvoorbeeld de vaste kosten € 1.000,00 bedragen, wordt als volgt de regel voor kostengedrag gedefinieerd:

  • Vast bedrag 1.000,00
    • 0 <= 1.000,00 = Vast
    • 1.000,01 < N = Variabel
Journaal
Journaal Type journaal Fiscale kalenderperiode Versie
00001 Journaal van berekening kostengedrag Fiscaal 2017 Periode 1 Berekening overheadkosten / 01-02-2017 23:51:00 uur / Grootboek /2017 / Periode 1
Journaalboekingen (journaalboekingen voor kostenobjectsaldo)
Grootboekdatum Kostenobject Kostenelement Kostengedrag Bedrag
3 januari 2017 CC099 Standaardkostenplaats 10001 Elektriciteit Ongeclassificeerd 10.000,00
Kosteninvoer
Kostenobject Kostenelement Kostengedrag Bedrag Grootboekdatum
CC099 Standaardkostenplaats 10001 Elektriciteit Ongeclassificeerd 10.000,00 3 januari 2017
CC099 Standaardkostenplaats 10001 Elektriciteit Ongeclassificeerd -10,000.00 31 januari 2017
CC099 Standaardkostenplaats 10001 Elektriciteit Vaste kosten 1.000,00 31 januari 2017
CC099 Standaardkostenplaats 10001 Elektriciteit Variabele kosten 9.000,00 31 januari 2017

Zie Een kostengedragbeleid maken en toewijzen aan een kostenbeheereenheid voor meer informatie.

Stap 2: De berekening van kostenverdeling verwerken

Kostenverdeling wordt gebruikt om de kosten van een kostenobject te herverdelen over een of meer andere kostenobjecten door een relevante toewijzingsgrondslag toe te passen. Het verschil tussen kostenverdeling en kostentoewijzing is dat kostenverdeling altijd plaatsvindt op het niveau van het primaire kostenelement van de oorspronkelijke kosten.

De regel voor kostenverdeling definiëren

In de financiële boekhouding worden elektriciteitskosten vaak geregistreerd als een vast bedrag. In de kostprijsboekhouding is deze benadering niet gedetailleerd genoeg. De variabele kosten moeten op een reële basis worden verdeeld over de afzonderlijke kostenobjecten. De meest logische toewijzingsgrondslag is het verbruik van elektriciteit (Kwh). Er wordt een statistisch dimensielid met de naam Elektriciteit gemaakt en het elektriciteitsverbruik wordt geregistreerd. Standaard komen alle statistische dimensieleden beschikbaar als toewijzinggrondslagen.

Kostenobject Kwh
CC001 HR 1.000
CC002 Financiën 6.000
CC003 Assembleren 0

De volgende tabel laat het resultaat zien van toepassing van het elektriciteitsverbruik als toewijzingsbasis voor variabele kosten.

Kostenobject Magnitude Toewijzingsfactor Bedrag
CC001 HR 1.000 (1.000 ÷ 7.000) × 9.000,00 1,285.71
CC002 Financiën 6.000 (6.000 ÷ 7.000) × 9.000,00 7,714.29
CC003 Assembleren 0 (0 ÷ 7.000) × 9.000,00 0,00

De vaste kosten moet gelijkmatig worden verdeeld over de afzonderlijke kostenobjecten die elektriciteit hebben verbruikt. U kunt dit resultaat bereiken door het statistische dimensielid Elektriciteit te gebruiken in een formuletoewijzingsgrondslag: (elektriciteit > 0,00). De volgende tabel laat het resultaat zien wanneer het elektriciteitsverbruik wordt toegepast als een toewijzingsgrondslag voor variabele kosten.

Kostenobject Formule Magnitude Toewijzingsfactor Bedrag
CC001 HR (1.000 > 0,00) 1 (1 ÷ 2) × 1.000,00 500,00
CC002 Financiën (6.000 > 0,00) 1 (1 ÷ 2) × 1.000,00 500,00
CC003 Assembleren (0 > 0,00) 0 (0 ÷ 2) × 1.000,00 0,00
Journaal
Journaal Type journaal Fiscale kalenderperiode Versie
00002 Berekeningsjournaal voor kostenverdeling Fiscaal 2017 Periode 1 Berekening overheadkosten / 01-02-2017 23:51:00 uur / Grootboek /2017 / Periode 1
Journaalboekingen (journaalboekingen voor kostenobjectsaldo)
Grootboekdatum Kostenobject Kostenelement Kostengedrag Bedrag
31 januari 2017 CC099 Standaardkostenplaats 10001 Elektriciteit Vaste kosten 1.000,00
31 januari 2017 CC099 Standaardkostenplaats 10001 Elektriciteit Variabele kosten 9.000,00
Kosteninvoer
Kostenobject Kostenelement Kostengedrag Bedrag Grootboekdatum
CC099 Standaardkostenplaats 10001 Elektriciteit Vaste kosten -1.000,00 31 januari 2017
CC001 HR 10001 Elektriciteit Vaste kosten 500,00 31 januari 2017
CC002 Financiën 10001 Elektriciteit Vaste kosten 500,00 31 januari 2017
CC099 Standaardkostenplaats 10001 Elektriciteit Variabele kosten -9,000.00 31 januari 2017
CC001 HR 10001 Elektriciteit Variabele kosten 1,285.71 31 januari 2017
CC002 Financiën 10001 Elektriciteit Variabele kosten 7,714.29 31 januari 2017

Zie Een kostenverdelingsbeleid maken en toewijzen aan een kostenbeheereenheid voor meer informatie.

Stap 3: De berekening van overheadtarieven verwerken

Het overheadtarief wordt gebruikt om een of meer specifieke kostenobjecten te belasten. De toeslag is gebaseerd op een vooraf vastgesteld kostentarief en de magnitude van de toegewezen toewijzingsgrondslag.

Het overheadtarief definiëren

Kostenobject CC001 HR draagt bij aan een reeks van interne projecten. Er wordt een statistisch dimensielid met de naam HR-projecten gemaakt om de verbruikte magnitude te meten.

Kostenobject Uren
Proj 1 Project 1 3
Proj 2 Project 2 1

Er is een vooraf vastgesteld kostentarief voor bijdrage aan de projectkosten gedefinieerd.

Kostenobject Kostenelement Kostengedrag Eenheden Tarief
CC001 HR 10001 Variabele kosten 1 10

De volgende tabel laat het resultaat zien wanneer de HR-projecten worden toegepast als toewijzingsgrondslag.

Kostenobject Magnitude Kostenelement Toewijzingsfactor Bedrag
Proj 1 Project 1 3 10001 (3 ÷ 1) × 10,00 30,00
Proj 2 Project 2 1 10001 (1 ÷ 1) × 10,00 10,00
Journaal
Journaal Type journaal Fiscale kalenderperiode Versie
00003 Journaal voor berekening van overheadtarieven Fiscaal 2017 Periode 1 Berekening overheadkosten / 01-02-2017 23:51:00 uur / Grootboek /2017 / Periode 1
Journaalboekingen (Journaalboekingen voor berekening van overheadtarieven)
Grootboekdatum Kostenobject Magnitude
31 januari 2017 Proj 1 intern proj 1 3,00
31 januari 2017 Proj 2 intern proj 2 1,00
Kosteninvoer
Kostenobject Kostenelement Kostengedrag Bedrag Grootboekdatum
CC0001 HR 10001 Elektriciteit Variabele kosten -30.00 31 januari 2017
Proj 1 intern proj 1 10001 Elektriciteit Variabele kosten 30,00 31 januari 2017
CC001 HR 10001 Elektriciteit Variabele kosten -10.00 31 januari 2017
Proj 2 intern proj 2 10001 Elektriciteit Variabele kosten 10.00 31 januari 2017

Zie Overheadberekening uitvoeren voor meer informatie over berekeningsparameters.

Stap 4: De berekening van kostentoewijzing verwerken

Toewijzing wordt gebruikt om het saldo van een kostenobject toe te wijzen aan andere kostenobjecten door een toewijzingsgrondslag toe te passen. Finance ondersteunt de wederzijdse toewijzingsmethode. Bij de wederzijdse toewijzingsmethode worden de onderlinge services die bijkomende kostenobjecten uitwisselen volledig erkend. Het systeem bepaalt automatisch de juiste volgorde voor het uitvoeren van de toewijzingen. Het saldo van een kostenobject wordt toegewezen door een enkele toewijzingsgrondslag. Toewijzingen over dimensies voor kostenobjecten en hun respectievelijke leden heen worden ondersteund. De toewijzingsvolgorde wordt bepaald door de kostenbeheereenheid.

Wederzijdse methode.

De kostentoewijzing definiëren

Hier volgt een eenvoudig voorbeeld waarin wordt uitgelegd hoe u de stroom van kosten kunt traceren. Kostenobject CC001 HR draagt bij aan verschillende kostenobjecten. Er wordt een statistisch dimensielid met de naam HR-services gemaakt om de verbruikte magnitude te meten.

Kostenobject HR-services
CC002 Financiën 35
CC003 Assembleren 55
CC004 Verpakking 10

Kostenobject CC002 Financiën draagt bij aan verschillende kostenobjecten. Er wordt een statistisch dimensielid met de naam Financiële services gemaakt om de verbruikte magnitude te meten.

Kostenobject Financiële services
CC003 Assembleren 65
CC004 Verpakking 35

Kostenobject CC003 Assemblage draagt bij aan verschillende kostenobjecten. Er wordt een statistisch dimensielid met de naam Assemblageservices gemaakt om de verbruikte magnitude te meten.

Kostenobject Assemblageservices (uren)
Prod 1 Product 1 60
Prod 2 Product 2 20

Kostenobject CC004 Verpakking draagt bij aan verschillende kostenobjecten. Er wordt een statistisch dimensielid met de naam Verpakkingsservices gemaakt om de verbruikte magnitude te meten.

Kostenobject Verpakkingsservices (uren)
Prod 1 Product 1 80
Prod 2 Product 2 15

Notitie

Statistische metingen, zoals de productie-uren die een product verbruikt, kunnen worden afgeleid uit brongegevens. Zie Sjabloon van provider van statistische maateenheden voor meer informatie. In de volgende tabel ziet u het resultaat wanneer de HR-services worden toegepast als een toewijzingsgrondslag voor de totale kosten (vaste kosten en variabele kosten).

Kostenobject Magnitude Toewijzingsfactor Bedrag Kostengedrag
CC002 Financiën 35 (35 ÷ 100) × 500,00 175.00 Vaste kosten
CC003 Assembleren 55 (55 ÷ 100) × 500,00 275.00 Vaste kosten
CC004 Verpakking 10 (10 ÷ 100) × 500,00 50,00 Vaste kosten
CC002 Financiën 35 (35 ÷ 100) × 1.245,71 436.00 Variabele kosten
CC003 Assembleren 55 (55 ÷ 100) × 1.245,71 685.14 Variabele kosten
CC004 Verpakking 10 (10 ÷ 100) × 1.245,71 124.57 Variabele kosten

In de volgende tabel ziet u het resultaat wanneer de financiële services worden toegepast als een toewijzingsgrondslag voor de totale kosten (vaste kosten en variabele kosten).

Kostenobject Magnitude Toewijzingsfactor Bedrag Kostengedrag
CC003 Assembleren 65 (65 ÷ 100) × (500,00 + 175,00) 438.75 Vaste kosten
CC004 Verpakking 35 (35 ÷ 100) × (500,00 + 175,00) 236.25 Vaste kosten
CC003 Assembleren 65 (65 ÷ 100) × (7.714,29 + 436,00) 5,297.69 Variabele kosten
CC004 Verpakking 35 (35 ÷ 100) × (7.714,29 + 436,00) 2,852.60 Variabele kosten

In de volgende tabel ziet u het resultaat wanneer de assemblageservices worden toegepast als een toewijzingsgrondslag voor de totale kosten (vaste kosten en variabele kosten).

Kostenobject Magnitude Toewijzingsfactor Bedrag Kostengedrag
Prod 1 Product 1 60 (60 ÷ 80) × (275,00 + 438,75) 535.31 Vaste kosten
Prod 2 Product 2 20 (20 ÷ 80) × (275,00 + 438,75) 178.44 Vaste kosten
Prod 1 Product 1 60 (60 ÷ 80) × (5.297,69 + 685,14) 4,487.12 Variabele kosten
Prod 2 Product 2 20 (20 ÷ 80) × (5.297,69 + 685,14) 1,495.71 Variabele kosten

In de volgende tabel ziet u het resultaat wanneer de verpakkingsservices worden toegepast als een toewijzingsgrondslag voor de totale kosten (vaste kosten en variabele kosten).

Kostenobject Magnitude Toewijzingsfactor Bedrag Kostengedrag
Prod 1 Product 1 80 (80 ÷ 95) × (50,00 + 236,25) 241.05 Vaste kosten
Prod 2 Product 2 15 (15 ÷ 95) × (50,00 + 236,25) 45.20 Vaste kosten
Prod 1 Product 1 80 (80 ÷ 95) × (2.852,60 + 124,57) 2,507.09 Variabele kosten
Prod 2 Product 2 15 (15 ÷ 95) × (2.852,60 + 124,57) 470.08 Variabele kosten
Journaalboekingen (journaalboekingen voor kostenobjectsaldo)
Journaal Type journaal Fiscale kalenderperiode Versie
00004 Kostentoewijzingsjournaal Fiscaal 2017 Periode 1 Berekening overheadkosten / 01-02-2017 23:51:00 uur / Grootboek /2017 / Periode 1
Journaalregels
Grootboekdatum Kostenobject Kostenelement Kostengedrag Bedrag
31 januari 2017 CC001 HR 10001 Elektriciteit Vaste kosten 500,00
31 januari 2017 CC001 HR 10001 Elektriciteit Variabele kosten 1,245.71
31 januari 2017 CC002 Financiën 10001 Elektriciteit Vaste kosten 675.00
31 januari 2017 CC002 Financiën 10001 Elektriciteit Variabele kosten 8,150.29
31 januari 2017 CC003 Assembleren 10001 Elektriciteit Vaste kosten 713.75
31 januari 2017 CC003 Assembleren 10001 Elektriciteit Variabele kosten 5,982.83
31 januari 2017 CC003 Verpakking 10001 Elektriciteit Vaste kosten 286.25
31 januari 2017 CC003 Verpakking 10001 Elektriciteit Variabele kosten 2,977.17
31 januari 2017 Prod 1 Product 1 10001 Elektriciteit Vaste kosten 776.36
31 januari 2017 Prod 1 Product 1 10001 Elektriciteit Variabele kosten 6,994.21
31 januari 2017 Prod 2 Product 1 10001 Elektriciteit Vaste kosten 223.64
31 januari 2017 Prod 2 Product 1 10001 Elektriciteit Variabele kosten 1,965.79
Kosteninvoer
Kostenobject Kostenelement Kostengedrag Bedrag Grootboekdatum
CC001 HR 10001 Elektriciteit Vaste kosten -500.00 31 januari 2017
CC002 Financiën 10001 Elektriciteit Vaste kosten 175.00 31 januari 2017
CC003 Assembleren 10001 Elektriciteit Vaste kosten 275.00 31 januari 2017
CC004 Verpakking 10001 Elektriciteit Vaste kosten 50,00 31 januari 2017
CC001 HR 10001 Elektriciteit Variabele kosten -1,245.71 31 januari 2017
CC002 Financiën 10001 Elektriciteit Variabele kosten 436.00 31 januari 2017
CC003 Assembleren 10001 Elektriciteit Variabele kosten 685.14 31 januari 2017
CC004 Verpakking 10001 Elektriciteit Variabele kosten 124.57 31 januari 2017
CC002 Financiën 10001 Elektriciteit Vaste kosten -675.00 31 januari 2017
CC003 Assembleren 10001 Elektriciteit Vaste kosten 438.75 31 januari 2017
CC004 Verpakking 10001 Elektriciteit Vaste kosten 236.25 31 januari 2017
CC002 Financiën 10001 Elektriciteit Variabele kosten -8,150.29 31 januari 2017
CC003 Assembleren 10001 Elektriciteit Variabele kosten 5,297.69 31 januari 2017
CC004 Verpakking 10001 Elektriciteit Variabele kosten 2,852.60 31 januari 2017
CC003 Assembleren 10001 Elektriciteit Vaste kosten -713.75 31 januari 2017
Prod 1 Product 1 10001 Elektriciteit Vaste kosten 535.31 31 januari 2017
Prod 2 Product 2 10001 Elektriciteit Vaste kosten 178.44 31 januari 2017
CC003 Assembleren 10001 Elektriciteit Variabele kosten -5,982.83 31 januari 2017
Prod 1 Product 1 10001 Elektriciteit Variabele kosten 4,487.12 31 januari 2017
Prod 2 Product 2 10001 Elektriciteit Variabele kosten 1,495.71 31 januari 2017
CC003 Assembleren 10001 Elektriciteit Vaste kosten -286.25 31 januari 2017
Prod 1 Product 1 10001 Elektriciteit Vaste kosten 241.05 31 januari 2017
Prod 2 Product 2 10001 Elektriciteit Vaste kosten 45.20 31 januari 2017
CC003 Assembleren 10001 Elektriciteit Variabele kosten -2,977.17 31 januari 2017
Prod 1 Product 1 10001 Elektriciteit Variabele kosten 2,507.09 31 januari 2017
Prod 2 Product 2 10001 Elektriciteit Variabele kosten 470.08 31 januari 2017

Conclusie

In het financiële boekhouding worden kosten van 10.000,00 voor elektriciteit geboekt naar een dummy kostenplaats-id. Hierdoor weten kostenaccountants dat deze kosten moeten worden toegewezen. In de kostprijsboekhouding stromen de kosten door de organisatie-eenheden en niveaus, op basis van het beleid en de regels die worden toegepast. Elke kostenpost is gekoppeld aan een toewijzingsgrondslag die de beste beoordeling biedt voor de toewijzing van kosten.

Kostenelement Kostenobject
CC099
Kostenobject
CC001
Kostenobject
CC002
Kostenobject
CC003
Kostenobject
CC004
Kostenobject
Proj 1
Kostenobject
Proj 2
Kostenobject
Prod 1
Kostenobject
Prod 2
Totaal
10001 Elektriciteit 0,00 0,00 0,00 0,00 30.00 10.00 7,770.57 2,189.43 10,000.00
Ongeclassificeerd 0,00
Vaste kosten 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 776.36 223.64 1,000.00
Variabele kosten 000 0,00 0,00 0,00 0,00 30.00 10.00 6,994.21 1,965.79 9,000.00

Notitie

Dit artikel laat zien hoe een primair kostenelement, 10001 Elektriciteit, door de kostenobjecten stroomt. Daarom worden deze overheadkosten toegewezen aan het laagste niveau in de organisatie. Met andere woorden, de kostenobjecten op het laagste niveau dragen de kosten. Als u een visuele stroom van de kosten tussen de kostenobjecten nodig hebt, kunt u de beleidsregels voor kostenaggregatie gebruiken om de stroom van de kosten zichtbaar te maken. Zie Beleid voor totalisering van kosten en overheadberekening voor meer informatie.