Delen via


Prestatieverbetering voor het laden van pagina's van modelgestuurde apps

U kunt betere prestaties ervaren bij het laden van entiteitspagina's in Unified Service Desk met de functie voor groeperen.

De functie voor groeperen is beschikbaar voor de volgende processen:

  • Edge WebView2-proces

  • Chrome-proces

  • IE-proces

Procesexemplaren voor Edge WebView2-proces groeperen

Unified Service Desk onderhoudt altijd een groep van Edge WebView2-procesexemplaren die worden gebruikt door gehoste besturingselementen. Als u een gehost besturingselement opent met een gegroepeerd Edge WebView2-procesexemplaar, worden de prestaties van Unified Service Desk verbeterd.

Standaard wordt het groeperen van EdgeWebView2-procesexemplaren ingeschakeld.

Met de groepering van het Edge WebView2-procesexemplaar vindt elke entiteitspaginanavigatie inline plaats na de eerste entiteitspaginanavigatie.

Groeperen inschakelen voor Edge WebView2-proces

Standaard wordt het groeperen van Edge Webview2-procesexemplaren ingeschakeld. Als u de groepering wilt uitschakelen, moet de systeembeheerder de optie EdgeWebView2Pooling configureren op de pagina Actieve UII-opties en deze instellen op Onwaar.

Groeperen uitschakelen voor Edge WebView2-proces

  1. Meld u aan bij het Dynamics 365-exemplaar.

  2. Selecteer de pijl Omlaag naast Dynamics 365.

  3. Selecteer Unified Service Desk-beheerder.

  4. Selecteer in het siteoverzicht onder Geavanceerde instellingen Opties.

  5. Selecteer op de pagina Actieve UII-opties de optie Nieuw.

  6. Selecteer Overig in het veld Algemene optie.

  7. Voer in het veld Naam EdgeWebView2Pooling in.

  8. Selecteer in het veld Waarde Waar.

  9. Selecteer Opslaan.

Inline entiteitsnavigatie overslaan in groepering van Edge WebView2-proces

Als u de inline navigatie voor bepaalde entiteiten zoals incident, account en contactpersoon wilt overslaan, voegt u de UII-optie BlockEdgeWebView2PoolingForEntities toe en voert u de entiteitsnamen in als door komma´s gescheiden waarden (CSV), zoals wordt beschreven in het volgende gedeelte.

De UII-optie BlockEdgeWebView2PoolingForEntities toevoegen

Als u de navigatie voor bepaalde entiteiten wilt overslaan, moet u de optie op de pagina Actieve UII-opties configureren en de entiteitsnamen toevoegen als door komma's gescheiden waarden.

  1. Meld u aan bij het Dynamics 365-exemplaar.

  2. Selecteer de pijl Omlaag naast Dynamics 365.

  3. Selecteer Unified Service Desk-beheerder.

  4. Selecteer in het siteoverzicht onder Geavanceerde instellingen Opties.

  5. Selecteer op de pagina Actieve UII-opties de optie Nieuw.

  6. Selecteer Overig in het veld Algemene optie.

  7. Voer in het veld Naam BlockEdgeWebView2PoolingForEntities in.

  8. Voer de entiteitsnamen als door komma's gescheiden waarden (CSV) in het veld Waarde in, bijvoorbeeld incident,account,contactpersoon.

  9. Selecteer Opslaan.

Opdrachtbalk verbergen in Edge WebView2-proces

In Edge WebView2-proces wordt de opdrachtbalk altijd weergegeven op de door Edge WebView2-proces gegroepeerde exemplaren. Als u de opdrachtbalk op de Dynamics 365-pagina's die zijn geladen in de Edge WebView2-procesexemplaren wilt verbergen, kunt u de UII-optie HideCommandBarEdgeWebView2 toevoegen.

Navigatiebalk weergeven in Edge WebView2-proces

In Edge WebView2-proces wordt de navigatiebalk altijd verborgen op de door Edge WebView2-proces gegroepeerde exemplaren. Als u de navigatiebalk op de Dynamics 365-pagina's die zijn geladen in de Edge WebView2-procesexemplaren wilt weergeven, kunt u de UII-optie ShowNavBarEdgeWebView2 toevoegen.

Tweede navigatie blokkeren in groepering van Edge WebView2-proces

Als een toepassing (gehost besturingselement) wordt geïnitialiseerd en u voert een inline navigatie naar een andere entiteitspagina uit met dezelfde toepassing (gehost besturingselement), vindt de tweede navigatie ook inline plaats. Als u een bepaalde vensternavigatieregel tussen hetzelfde entiteitstype met de actie Routevenster en het type Ter plaatse hebt, wordt de vensternavigatieregel op een recursieve manier herhaald waardoor Unified Service Desk vastloopt.

Als u bijvoorbeeld met groepering van het Edge WebView2-proces een vensternavigatieregel hebt ingesteld om te navigeren van een accounttabblad naar een ander accounttabblad, met de actie Routevenster en het type Ter plaatse, wordt de vensternavigatieregel op een recursieve manier herhaald waardoor Unified Service Desk vastloopt.

Om te voorkomen dat Unified Service Desk vastloopt, kunt u een van de volgende acties ondernemen:

  • De vensternavigatieregel verwijderen of wijzigen
  • De UII-optie BlockEdgeWebView2ProcessSecondInlineNavigation toevoegen

De vensternavigatieregel verwijderen of wijzigen

Vensternavigatieregel voor dezelfde entiteitnavigatie: u kunt de vensternavigatieregel verwijderen omdat met groepering van het Edge WebView2-procesexemplaar, elke entiteitpaginanavigatie inline plaatsvindt na de eerste entiteitpaginanavigatie.

Vensternavigatieregel voor andere entiteitnavigatie: u kunt de vensternavigatieregel zo wijzigen dat deze specifieker is aangaande de gewenste entiteit waaruit de navigatie moet plaatsvinden. U kunt bijvoorbeeld de vensternavigatieregel vanuit een Contactpersoon-entiteit of Aanvraag-entiteit instellen op het entiteitstype Account door de actie Routevenster en het type Ter plaatse te gebruiken.

De UII-optie BlockEdgeWebView2ProcessSecondInlineNavigation toevoegen

Standaard wordt tweede inline navigatie geblokkeerd bij gebruik van Edge WebView2-proces, dat wil zeggen dat de optie standaard is ingeschakeld. Als u de tweede inline navigatie echter wilt toestaan (met ander woorden: de optie uitschakelen), maakt u de UII-optie BlockEdgeWebView2ProcessSecondInlineNavigation en stelt u de waarde in op Onwaar.

Nadat u de UII-optie hebt toegevoegd en de waarde op Waar instelt, wordt de optie ingeschakeld en wordt de tweede inline navigatie geblokkeerd.

  1. Meld u aan bij het Dynamics 365-exemplaar.

  2. Selecteer de pijl Omlaag naast Dynamics 365.

  3. Selecteer Unified Service Desk-beheerder.

  4. Selecteer in het siteoverzicht onder Geavanceerde instellingen Opties.

  5. Selecteer op de pagina Actieve UII-opties de optie Nieuw.

  6. Selecteer Overig in het veld Algemene optie.

  7. Voer in het veld Naam BlockEdgeWebView2ProcessSecondInlineNavigation in.

  8. Selecteer in het veld Waarde Waar.

  9. Selecteer Opslaan.

U kunt betere prestaties ervaren bij het laden van entiteitspagina's in Unified Service Desk met de functie voor groeperen.

De functie voor groeperen is beschikbaar voor de volgende processen:

  • IE-proces

  • Chrome-proces

U kunt betere prestaties ervaren bij het laden van entiteitspagina's in Unified Service Desk met de Internet Explorer-functie voor groeperen.

Groeperingsprocesexemplaren voor Chrome-proces

Unified Service Desk onderhoudt altijd een groep van Chrome-procesexemplaren die worden gebruikt door gehoste besturingselementen. Als u een gehost besturingselement opent met een gegroepeerd Chrome-procesexemplaar, worden de prestaties van Unified Service Desk verbeterd.

Standaard wordt de groepering van het Chrome-procesexemplaar ingeschakeld.

Met de groepering van het Chrome-procesexemplaar vindt elke entiteitspaginanavigatie inline plaats na de eerste entiteitspaginanavigatie.

Groepering inschakelen voor Chrome-proces.

Standaard wordt de groepering van het Chrome-proces ingeschakeld. Als u de groepering wilt uitschakelen, moet u de optie ChromeProcessPooling configureren op de pagina Actieve UII-opties en deze instellen op Onwaar.

Groepering van Chrome-proces uitschakelen

  1. Meld u aan bij het Dynamics 365-exemplaar.

  2. Selecteer de pijl Omlaag naast Dynamics 365.

  3. Selecteer Unified Service Desk-beheerder.

  4. Selecteer in het siteoverzicht onder Geavanceerde instellingen Opties.

  5. Selecteer op de pagina Actieve UII-opties de optie Nieuw.

  6. Selecteer Overig in het veld Algemene optie.

  7. Voer in het veld Naam ChromeProcessPooling in.

  8. Selecteer in het veld Waarde Onwaar.

  9. Selecteer Opslaan.

Inline entiteitsnavigatie overslaan in groepering van Chrome-proces

Als u de inline navigatie voor bepaalde entiteiten zoals incident, account en contactpersoon wilt overslaan, voegt u de UII-optie BlockChromeProcessPooling toe en voert u de entiteitsnamen in als door komma´s gescheiden waarden, bijvoorbeeld incident,account,contactpersoon zoals wordt beschreven in het volgende gedeelte.

De UII-optie BlockChromeProcessPooling toevoegen

Als u de navigatie voor bepaalde entiteiten wilt overslaan, moet u de optie op de pagina Actieve UII-opties configureren en de entiteitsnamen invoeren als door komma's gescheiden waarden.

  1. Meld u aan bij het Dynamics 365-exemplaar.

  2. Selecteer de pijl Omlaag naast Dynamics 365.

  3. Selecteer Unified Service Desk-beheerder.

  4. Selecteer in het siteoverzicht onder Geavanceerde instellingen Opties.

  5. Selecteer op de pagina Actieve UII-opties de optie Nieuw.

  6. Selecteer Overig in het veld Algemene optie.

  7. Voer in het veld Naam BlockChromeProcessPooling in.

  8. Voer in het veld Waarde de entiteitsnamen als door komma's gescheiden waarden in, bijvoorbeeld incident,account,contactpersoon.

  9. Selecteer Save.

Opdrachtbalk verbergen in Chrome-proces

In Chrome-proces wordt de opdrachtbalk altijd weergegeven in gegroepeerde Chrome-procesexemplaren. U kunt de opdrachtbalk voor een specifieke entiteit of voor alle entiteiten verbergen in de door het Chrome-proces gegroepeerde exemplaren.

Opdrachtbalk voor een specifieke entiteit verbergen

Voeg de UII-optie BlockChromeProcessPooling toe, zoals eerder beschreven in dit onderwerp.

Opdrachtbalk verbergen voor alle entiteiten

  1. Meld u aan bij het Dynamics 365-exemplaar.

  2. Selecteer de pijl Omlaag naast Dynamics 365.

  3. Selecteer Unified Service Desk-beheerder.

  4. Selecteer in het siteoverzicht onder Geavanceerde instellingen Opties.

  5. Selecteer op de pagina Actieve UII-opties de optie Nieuw.

  6. Selecteer Overig in het veld Algemene optie.

  7. Voer in het veld Naam HideCommandBar in.

  8. Selecteer in het veld Waarde Waar.

  9. Selecteer Opslaan.

De navigatiebalk weergeven in Chrome-proces

In Chrome-proces wordt de navigatiebalk altijd verborgen op de door Chrome-proces gegroepeerde exemplaren. U kunt de navigatiebalk voor een specifieke entiteit of voor alle entiteiten weergeven in de door het Chrome-proces gegroepeerde exemplaren.

Navigatiebalk voor een specifieke entiteit weergeven

Voeg de UII-optie BlockChromeProcessPooling toe, zoals eerder beschreven in dit onderwerp.

Navigatiebalk voor alle entiteiten weergeven

Gebruik de UII-optie ShowNavBar als u de navigatiebalk voor alle entiteiten in de door Chrome-proces gegroepeerde exemplaren wilt weergeven.

  1. Meld u aan bij het Dynamics 365-exemplaar.

  2. Selecteer de pijl Omlaag naast Dynamics 365.

  3. Selecteer Unified Service Desk-beheerder.

  4. Selecteer in het siteoverzicht onder Geavanceerde instellingen Opties.

  5. Selecteer op de pagina Actieve UII-opties de optie Nieuw.

  6. Selecteer Overig in het veld Algemene optie.

  7. Voer in het veld Naam ShowNavBar in.

  8. Selecteer in het veld Waarde Waar.

  9. Selecteer Opslaan.

Tweede navigatie blokkeren in groepering van Chrome-proces

Wanneer een toepassing (gehost besturingselement) wordt geïnitialiseerd en u voert een inline navigatie naar een andere entiteitspagina uit met dezelfde toepassing (gehost besturingselement), vindt de tweede navigatie ook inline plaats. Als u een bepaalde vensternavigatieregel tussen twee exemplaren van hetzelfde entiteitstype (zoals de actie Routevenster en het type Ter plaatse) hebt, wordt de vensternavigatieregel op een recursieve manier herhaald waardoor Unified Service Desk vastloopt.

Als u bijvoorbeeld met groepering van het Chrome-proces een vensternavigatieregel hebt ingesteld om te navigeren van een accounttabblad naar een ander accounttabblad met de actie Routevenster en het type Ter plaatse, wordt de vensternavigatieregel op een recursieve manier herhaald waardoor Unified Service Desk vastloopt.

Om te voorkomen dat Unified Service Desk vastloopt, kunt u een van de volgende acties ondernemen:

  • De vensternavigatieregel verwijderen of wijzigen
  • De UII-optie BlockChromeProcessSecondInlineNavigation toevoegen

De vensternavigatieregel verwijderen of wijzigen

Vensternavigatieregel voor dezelfde entiteitnavigatie: u kunt de vensternavigatieregel zelf verwijderen omdat met groepering van het Chrome-procesexemplaar elke entiteitpaginanavigatie inline plaatsvindt na de eerste entiteitpaginanavigatie.

Vensternavigatieregel voor andere entiteitnavigatie: u kunt de vensternavigatieregel zo wijzigen dat deze specifieker is aangaande de gewenste entiteit waaruit de navigatie moet plaatsvinden. U kunt bijvoorbeeld de vensternavigatieregel vanuit een Contactpersoon-entiteit of Aanvraag-entiteit instellen op het entiteitstype Account door de actie Routevenster en het type Ter plaatse te gebruiken.

De UII-optie BlockChromeProcessSecondInlineNavigation toevoegen

Standaard wordt tweede inline navigatie geblokkeerd bij gebruik van Chrome-proces. Dat wil zeggen dat de optie standaard is ingeschakeld. Als u de tweede inline navigatie echter wilt toestaan (met ander woorden: de optie uitschakelen) maakt u de UII-optie BlockChromeProcessSecondInlineNavigation en stelt u de waarde in op Onwaar.

Nadat u de UII-optie hebt toegevoegd en de waarde op Waar instelt, wordt de optie ingeschakeld en wordt de tweede inline navigatie geblokkeerd.

  1. Meld u aan bij het Dynamics 365-exemplaar.

  2. Selecteer de pijl Omlaag naast Dynamics 365.

  3. Selecteer Unified Service Desk-beheerder.

  4. Selecteer in het siteoverzicht onder Geavanceerde instellingen Opties.

  5. Selecteer op de pagina Actieve UII-opties de optie Nieuw.

  6. Selecteer Overig in het veld Algemene optie.

  7. Typ in het veld Naam BlockChromeProcessSecondInlineNavigation.

  8. Selecteer in het veld Waarde Waar.

  9. Selecteer Save.

Groeperingsprocesexemplaren voor IE-proces

Notitie

Omdat ondersteuning voor Internet Explorer 11 is afgeschaft, is de ondersteuning voor IE Process eveneens stopgezet in Unified Service Desk. Meer informatie: Aankondiging van afschaffing Unified Service Desk onderhoudt altijd een groep van Internet Explorer-exemplaren die worden gebruikt door gehoste besturingselementen. Als u een gehost besturingselement opent met een gegroepeerd Internet Explorer-exemplaar, worden de prestaties van Unified Service Desk verbeterd.

Notitie

  • De groepeerfunctie van Internet Explorer ondersteunt alleen CRM-entiteitpagina's die worden gehost in het gehoste besturingselement voor CRM-pagina.
  • Als u de groepeerfunctie inschakelt en een gehost besturingselement voor een CRM-pagina opent, ziet u in Taakbeheer dat Unified Service Desk een aantal Internet Explorer-procesexemplaren maakt die door gehoste besturingselementen kunnen worden gebruikt.
  • De prestaties van de groepeerfunctie van Internet Explorer is afhankelijk van de resources die beschikbaar zijn op de clientcomputer.

Groepering inschakelen voor IE-proces.

De groepeerfunctie van Internet Explorer is standaard ingeschakeld. Als u groeperen wilt inschakelen, moet u de optie configureren op de pagina Actieve UII-opties en deze instellen op Waar.

  1. Meld u aan bij het Dynamics 365-exemplaar.

  2. Selecteer de pijl Omlaag naast Dynamics 365.

  3. Selecteer Unified Service Desk-beheerder.

  4. Selecteer in het siteoverzicht onder Geavanceerde instellingen Opties.

  5. Selecteer op de pagina Actieve UII-opties de optie Nieuw.

  6. Selecteer Overig in het veld Algemene optie.

  7. Voer in het veld Naam de tekst InternetExplorerPooling in.

  8. Selecteer in het veld Waarde Waar.

  9. Selecteer Opslaan.

    Optie InternetExplorerPooling inschakelen.

Zie ook

Opties voor Unified Service Desk