Orderinstellingen (formulier)
Geldt voor: Microsoft Dynamics AX 2012 R3, Microsoft Dynamics AX 2012 R2, Microsoft Dynamics AX 2012 Feature Pack, Microsoft Dynamics AX 2012
Met dit formulier kunt u standaardinstellingen voor een artikel definiëren. De standaardinstellingen worden gebruikt bij het genereren van verkooporders, inkooporders en voorraadorders via de hoofdplanning. De hoofdinstellingen gelden voor de volgende gebieden:
Het definiëren van een magazijn voor elke module wanneer orders worden gemaakt
Het definiëren van de instellingen waarmee orderhoeveelheden voor elke module worden gewijzigd wanneer orders worden gemaakt.
Er zijn twee versies van dit formulier.
Klik op Productgegevensbeheer > Algemeen > Vrijgegeven producten. Druk op CTRL+SHIFT+G om alle artikelen weer te geven. Selecteer een artikel en klik op Plan > Standaard orderinstellingen. Met dit formulier kunt u de standaardorderinstellingen voor een artikel definiëren. Wanneer u werkt in een omgeving met één locatie, kunt u alleen deze versie van het formulier gebruiken.
Klik op Productgegevensbeheer > Algemeen > Vrijgegeven producten. Druk op CTRL+SHIFT+G om alle artikelen weer te geven. Selecteer een artikel en klik op Plan > Vestigingspecifieke orderinstellingen. Met dit formulier kunt u instellingen definiëren die afwijken van de standaardorderinstellingen voor een artikel op een andere locatie.
Door het formulier navigeren
In de volgende tabellen vindt u omschrijvingen van de besturingselementen in dit formulier.
Tabbladen
Tabblad |
Omschrijving |
---|---|
Overzicht |
Dit tabblad wordt weergegeven in het formulier Vestigingspecifieke orderinstellingen. Hierop vindt u alle locaties en de standaardmagazijnen per module die voor elke locatie zijn gedefinieerd. |
Algemeen |
Het standaardmagazijn invoeren voor elke module voor het artikel op de geselecteerde locatie. |
Inkooporder |
De standaardinstellingen invoeren die worden gebruikt voor het maken van inkooporders. |
Voorraad |
De standaardinstellingen invoeren die worden gebruikt voor het maken van voorraadorders. |
Verkooporder |
De standaardinstellingen invoeren die worden gebruikt voor het maken van verkooporders. |
Velden
Veld |
Omschrijving |
---|---|
Site |
De locatie selecteren waarvoor de locatiespecifieke orderinstelling wordt geselecteerd. |
Artikelnummer |
De ID van het artikel. |
Productnaam |
Een omschrijving van het artikel en extra informatie. |
Standaardordertype |
Selecteren welk type geplande order wordt gebruikt bij het plannen van orders. |
Inkoopvestiging |
Het standaardmagazijn invoeren voor inkooporders die voor een artikel zijn gemaakt. U kunt het magazijn wijzigen, tenzij het selectievakje Verplichte vestiging is ingeschakeld. |
Voorraadvestiging |
Het standaardmagazijn invoeren voor voorraadjournaalregels of productieorders die voor een artikel worden gemaakt. U kunt het magazijn wijzigen, tenzij het selectievakje Verplichte vestiging is ingeschakeld. |
Verkoopvestiging |
Het standaardmagazijn invoeren voor verkooporders die voor een artikel zijn gemaakt. U kunt het magazijn wijzigen, tenzij het selectievakje Verplichte vestiging is ingeschakeld. |
Verplichte vestiging |
Schakel dit selectievakje in om het geselecteerde magazijn in te stellen als verplicht. Voor een verplicht magazijn gelden de volgende voorwaarden:
Een verplicht voorraadmagazijn wordt gebruikt voor nieuwe orders en transacties. U kunt het magazijn niet wijzigen. Voor een verplicht verkoopmagazijn gelden de volgende voorwaarden:
|
Opheffen |
Schakel voor de sitespecifieke orderinstellingen dit selectievakje in om de bestaande standaardinstellingen te overschrijven. Wanneer u dit selectievakje inschakelt, worden in de velden Voorraadhoeveelheid en Overige bestaande waarden voor het artikel weergegeven. U kunt deze echter wijzigen. |
Veelvoud |
De standaardhoeveelheid voor behoefteberekeningen invoeren. Dit is de standaardhoeveelheid die van het artikel wordt geproduceerd. U kunt de standaardhoeveelheid wijzigen. U kunt de standaardhoeveelheid instellen per locatie. |
Min.bestelhoeveelheid |
Het minimale aantal ontvangsten of uitgiften invoeren dat per artikel is toegestaan. Deze waarde wordt gebruikt in inkoopregels, verkoopregels, productieorders, voorraadjournalen en artikelbehoefte. U kunt de standaardhoeveelheid instellen per locatie. |
Max.bestelhoev. |
Het maximale aantal ontvangsten of uitgiften invoeren dat per artikel is toegestaan. Dit is de grootste hoeveelheid die wordt geaccepteerd in inkooporders, voorraadjournalen en producties. U kunt de standaardhoeveelheid instellen per locatie. |
Stand.bestelhoeveelheid |
De standaardhoeveelheid invoeren die moet worden gebruikt wanneer u een inkoopregel, voorraadregel of verkoopregel maakt. U kunt de standaardhoeveelheid instellen per locatie. |
Inkoopdoorlooptijd |
De standaardverwervingstijd voor het artikel. De tijd die u hier invoert, is de standaardtijd die wordt gebruikt als de verwervingstijd niet op een ander formulier is opgegeven. Deze functie wordt meestal gebruikt door bedrijven of organisaties die eenvoudige doorlooptijden nodig hebben. Dit veld wordt gebruikt voor artikelbehoefteplanning en voor het bepalen van de laatste orderdatum voor geplande inkooporders. Als in het veld stuklijstartikelen zonder routes worden weergegeven, wordt dit veld gebruikt om behoeften naar voren te verplaatsen voor inkomende artikelen wanneer geplande productieorders worden gegenereerd. Notitie U kunt de doorlooptijd definiëren voor een locatie. Als er geen locatiespecifieke doorlooptijd is gedefinieerd, wordt de standaardinstelling voor het artikel gebruikt. De doorlooptijd die is opgegeven in het formulier Artikelbehoefteplanning heeft een hogere prioriteit dan dit veld. Dit veld is alleen actief wanneer er geen primaire leverancier is ingesteld voor het artikel of wanneer er geen doorlooptijd is ingevoerd in een handelsovereenkomst. Zie Informatie over levertijden voor geplande inkooporders voor meer informatie over het bepalen van inkoopdoorlooptijden in Microsoft Dynamics AX. Zie Behoefteplanningsgroepen (formulier), Hoofdplannen (formulier) en Prognoseplannen (formulier) voor meer informatie over veiligheidsmarges. |
Werkdagen |
Schakel dit selectievakje in om dagen te definiëren als beschikbare dagen. Bij beschikbare dagen worden bijvoorbeeld weekends, bedrijfs- of organisatiesluitingen en feestdagen uitgesloten. Zie Werktijdsjablonen (formulier) en Werktijdsjablonen maken voor meer informatie over werkdagen. Notitie U kunt locatiespecifieke werkdagen definiëren. U kunt geen werkdagen definiëren voor verkooporders. |
Gestopt |
Schakel dit selectievakje in als een aritkel is geblokkeerd. Wanneer een artikel is geblokkeerd en u een inkoop- of verkoopregel invoert, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven. Wanneer het artikel is geblokkeerd, kunnen voorraadtransacties die zijn gerelateerd aan de inkoop- of verkoopregel bijvoorbeeld niet worden gewijzigd bij het boeken van een pakbon of factuur. U kunt een ingekocht artikel blokkeren en tegelijkertijd verkopen. In dit geval is dit veld geselecteerd op een inkooporder. Het artikel is echter niet geblokkeerd in voorraad of op een verkooporder. Een artikelnummer kan bijvoorbeeld in de volgende gevallen zijn geblokkeerd voor verkoop:
Wanneer een artikel is geblokkeerd en u een retourorderregel maakt, wordt een bericht weergegeven. Als u de gemaakte regel wilt boeken, moet u het selectievakje uitschakelen. U kunt niet een reeks of partij van het artikel blokkeren. Als onderdelen van het artikel moeten worden geblokkeerd, kunt u dit doen door voorraad te verplaatsen of de volledige voorraad van het artikel voor de desbetreffende periode te blokkeren. |
Levertijd voorraad |
De standaarddoorlooptijd voor geproduceerde artikelen. De tijden die u hier invoert, zijn de standaardtijden als er geen tijden zijn opgegeven op een ander formulier. Deze functie wordt meestal gebruikt door bedrijven of organisaties die eenvoudige doorlooptijden nodig hebben. De doorlooptijd van een artikel in productie is de tijd die nodig is om een artikel te fabriceren, vanaf de eerste bewerking tot en met de laatste bewerking. U hoeft dit veld alleen te gebruiken als er geen routes moeten worden gemaakt voor het artikel. Als een route is gemaakt, wordt de productietijd berekend tijdens de artikelbehoefteplanning. Notitie U kunt de doorlooptijd definiëren voor een locatie. Als er geen locatiespecifieke doorlooptijd is gedefinieerd, wordt de standaardinstelling voor het artikel gebruikt. De doorlooptijd die is opgegeven in het formulier Artikelbehoefteplanning heeft een hogere prioriteit dan dit veld. Weekends worden niet in de doorlooptijd opgenomen als beschikbare werkcapaciteit. De werkelijke doorlooptijd kan daarom langer zijn dan de tijd die in het veld wordt weergegeven. De werkcapaciteit is afhankelijk van de kalender die wordt toegewezen in het formulier Behoefteplanningsgroepen. Zie Behoefteplanningsgroepen (formulier), Hoofdplannen (formulier) en Prognoseplannen (formulier) voor meer informatie over veiligheidsmarges. |
Leveringscontrole overschrijven |
Schakel dit selectievakje in als u leveringsdatums wilt overschrijven en de gebruiker wilt toestaan de gewenste methode te selecteren voor het berekenen van mogelijke verzend- en ontvangstdatums. |
Controle leveringsdatum |
Deze methode selecteren om mogelijke verzend- en ontvangstdatums te berekenen. Als u de optie ATP + uitgiftemarge selecteert, is de verzenddatum gelijk aan de ATP-datum (Available-To-Promise) plus de uitgiftemarge voor het artikel. De uitgiftemarge is de tijd die nodig is voor het voorbereiden van artikelen voor verzending. |
Time fence van ATP |
ATP berekenen via deze periode (in dagen) als u de ATP-berekeningsmethode hebt geselecteerd in het veld Controle leveringsdatum. |
Time fence voor achterwaartse vraag ATP |
Het aantal dagen invoeren, teruggerekend vanaf vandaag, waarvoor vraag die over tijd is (dat wil zeggen voorraaduitgiften) wordt opgenomen bij het berekenen van de vroegst mogelijke leveringsdatums voor voorraad. Als u bijvoorbeeld 0 invoert, wordt er geen rekening gehouden met vraag die over tijd is. Als u 1 invoert, wordt de vraag van gisteren opgenomen. |
Time fence voor achterwaarts aanbod ATP |
Het aantal dagen invoeren, teruggerekend vanaf vandaag, waarvoor aanbod dat over tijd is (dat wil zeggen voorraadontvangsten) wordt opgenomen bij het berekenen van de vroegst mogelijke leveringsdatums voor voorraad. Als u bijvoorbeeld 0 invoert, wordt er geen rekening gehouden met aanbod dat over tijd is. Als u 1 invoert, wordt het aanbod van gisteren opgenomen. |
Offsettijd voor uitgestelde vraag ATP |
Het aantal dagen in de toekomst vanaf vandaag waarvoor wordt aangenomen dat voor de vraag die over tijd is voor voorraaduitgiften, een leveringsdatum is bepaald. Als u bijvoorbeeld 0 invoert, worden artikelen met een leveringsdatum die over tijd is, beschouwd als vandaag geleverd. Als u 1 invoert, worden artikelen met een leveringsdatum die over tijd is, beschouwd als morgen geleverd. |
Offsettijd voor uitgesteld aanbod ATP |
Het aantal dagen in de toekomst vanaf vandaag waarvoor wordt aangenomen dat artikelen op voorraadontvangsten die over tijd zijn, zijn ontvangen. Als u bijvoorbeeld 0 invoert, wordt het artikel beschouwd als vandaag ontvangen. Als u 1 invoert, wordt het artikel beschouwd als morgen ontvangen. |
ATP inclusief geplande orders |
Geplande orders opnemen in ATP-berekeningen als u de ATP-berekeningsmethode hebt geselecteerd in het veld Controle leveringsdatum. |
Verkooplevertijd |
De standaardlevertijd voor verkochte artikelen. De tijden die u hier invoert, zijn de standaardtijden als er geen tijden zijn opgegeven op een ander formulier. Deze functie wordt meestal gebruikt door bedrijven of organisaties die eenvoudige doorlooptijden nodig hebben. De verwerkingstijd is het aantal dagen vanaf het moment waarop een klant een artikel bestelt totdat het artikel wordt verzonden. Tijdens de behoefteplanning wordt geen rekening gehouden met de verwerkingstijd. Notitie U kunt de doorlooptijd definiëren voor een locatie. Als er geen locatiespecifieke doorlooptijd is gedefinieerd, wordt de standaardinstelling voor het artikel gebruikt. Zie Behoefteplanningsgroepen (formulier), Hoofdplannen (formulier) en Prognoseplannen (formulier) voor meer informatie over veiligheidsmarges. |
Aankondigingen: Om bekende problemen en recente fixes te zien, gebruikt u Probleem zoeken in Microsoft Dynamics Lifecycle Services (LCS).