Delen via


Magazijnen (formulier)

Geldt voor: Microsoft Dynamics AX 2012 R3, Microsoft Dynamics AX 2012 R2, Microsoft Dynamics AX 2012 Feature Pack, Microsoft Dynamics AX 2012

Klik op Voorraadbeheer > Instellen > Opsplitsing van voorraad > Magazijnen.

Dit onderwerp bevat inhoud uit eerdere versies van Microsoft Dynamics AX, vertaald door een menselijke vertaler. Delen van dit onderwerp zijn automatisch vertaald zonder menselijke tussenkomst. Het onderwerp wordt geleverd in de huidige staat en is niet gegarandeerd vrij van fouten. Het kan fouten bevatten in vocabulaire, zinsbouw of grammatica. Microsoft is niet verantwoordelijk voor mogelijke onjuistheden, onnauwkeurigheden, fouten of schade ten gevolge van eventuele foute vertalingen in dit onderwerp of het gebruik ervan.

Gebruik dit formulier om de magazijnen te maken die u gebruikt in het voorraadsysteem. Magazijnen vormen een van de voorraaddimensies in Microsoft Dynamics AX en betreffen meestal een geografische locatie of een bepaalde functie, zoals een magazijn voor reserve-onderdelen.

Notitie

Als u locaties wilt koppelen aan de magazijnen, klikt u op Functies en vervolgens op Locatiewizard.

Taken waarvoor dit formulier wordt gebruikt

Magazijnen maken

Magazijnen voor overboekingsorders instellen

Hiërarchieën van sites en magazijnen instellen

Door het formulier navigeren

In de volgende tabellen vindt u omschrijvingen van de besturingselementen in dit formulier.

De tabbladen en besturingselementen die aan dit formulier werden toegevoegd voor de functies Magazijnbeheer in Microsoft Dynamics AX 2012 R3 worden niet beschreven in dit onderwerp. Zie Magazijnbeheer voor meer informatie over deze functies.

Aa620570.collapse_all(nl-nl,AX.60).gifSneltabbladen

Sneltabblad

Omschrijving

Algemeen

Informatie over één magazijn weergeven. U kunt ook een nieuw magazijn maken of de informatie voor een bestaand magazijn wijzigen.

Hoofdplanning

Instellingsparameters voor de hoofdplanning weergeven of opgeven.

Magazijnbeheer

Instellingsparameters voor magazijnbeheer weergeven of opgeven.

Locatienamen

Informatie weergeven of opgeven over de verschillende Locatienamen, zoals Gang, Rek, Niveau en Positie.

Adres

Het standaardafleveradres dat voor het magazijn is opgegeven, bekijken of bewerken.

Hiërarchie

De bronnen weergeven die zijn gekoppeld aan de locatie. Dit kunnen magazijnen en productie-eenheden zijn. Deze gegevens worden weergegeven in een boomstructuur die kan worden uitgevouwen of samengevouwen.

Detailhandel

De aanduiding weergeven of bewerkt de standaardinstellingen die voor kleinhandelstransacties voor voorraadaanvulling, retouren, verkooporders, transferorders en worden gebruikt.

Aa620570.collapse_all(nl-nl,AX.60).gifKnoppen

Knop

Omschrijving

Transport

Transportdagen instellen aan de hand van transportmethode en verzend- en ontvangstlocaties.

Externe codes

Toewijzing aan externe codes weergeven of opgeven voor elk magazijn. Dit is alleen relevant voor uitwisseling van elektronische documenten.

Functies

Een menu met de volgende opties openen:

Locaties kopiëren: Een kopie van locaties maken.

Magazijnniveaus bijwerken: Informatie over magazijnniveaus maken of bijwerken

Locatiewizard: Gebruik een wizard om locaties voor het huidige magazijn te maken.

Opslaggebieden bijwerken: Gebruik een wizard om de opslaggebieden voor het huidige magazijn bij te werken.

Query's

Informatie weergeven over Voorraadgangen en Locaties.

Uitvouwen

De hele boomstructuur uitvouwen om de bronnen weer te geven die zijn gekoppeld aan elke locatie. Wanneer de boomstructuur is uitgevouwen, kunt u deze samenvouwen door op de knop Samenvouwen te klikken.

Geavanceerd

Het formulier Adressen beheren openen waarin het adres van de locatie kan worden ingevoerd of bewerkt.

Aa620570.collapse_all(nl-nl,AX.60).gifVelden

Veld

Omschrijving

Magazijn

Een magazijn-ID (maximaal 10 tekens) invoeren of selecteren.

Naam

Naam of omschrijving van het magazijn.

Type

Het type magazijn selecteren. Er zijn drie magazijntypen: Standaard, Quarantaine, en Transit.

Site

De locatie selecteren waaraan het magazijn moet worden gekoppeld. Dit wordt als invoer gebruikt voor de hiërarchie van locaties en magazijnen. Een magazijn kan slechts aan één locatie worden gekoppeld.

Quarantainemagazijn

Quarantainemagazijn dat wordt gebruikt voor het huidige magazijn.

Niet beschikbaar als het huidige magazijn een quarantainemagazijn is.

Notitie

Het quarantainemagazijn moet aan dezelfde locatie worden gekoppeld als het huidige magazijn.

Transitmagazijn

Het transitmagazijn voor het huidige magazijn opgeven.

Leverancier

De leverancier selecteren die is gekoppeld aan dit magazijn. Als er geen afleveradres is opgegeven voor het magazijn, wordt het adres van de leverancier gebruikt.

Handmatig

Selecteer Handmatig om artikelnummers in het huidige magazijn handmatig te verwerken nadat de hoofdplanning is uitgevoerd.

Kalender

Werkdagenkalender. Als er geen behoeftengroep is opgegeven, wordt deze kalender gebruikt om de orderdatum, behoeftedatum en voorkeur van leveringsdatum te berekenen.

Aanvullen

Dit veld werkt samen met het veld Hoofdmagazijn.

Het huidige magazijn aanvullen

Wanneer een hoofdmagazijn is geselecteerd als bron voor het aanvullen van het huidige magazijn, worden door de hoofdplanning transferorders gegenereerd.

Wanneer in plaats van een hoofdmagazijn een behoeftenmagazijn is opgegeven, wordt aanvulling vanuit het hoofdmagazijn niet ondersteund door het hoofdplanningsproces. Als u vanuit een hoofdmagazijn wilt aanvullen, moet u Magazijn actief maken als voorraaddimensie en het selectievakje In behoefteplan opnemen volgens dimensie in het formulier Opslagdimensiegroepen inschakelen.

Selecteer Aanvullen om de behoeften die worden gegenereerd op basis van het hoofdplanningsproces, te laten invullen via geplande transferorders. De behoeften worden ingevuld vanuit het magazijn dat is opgegeven in het veld Hoofdmagazijn. De geplande transferorder wordt in het formulier Geplande overboekingen weergegeven als een type transfer, met de verwijzingswaarde Geplande overboeking. In het formulier Nettobehoeften, worden er twee transacties gegenereerd: Geplande overboeking om het huidige magazijn aan te vullen, en Transferbehoefte voor het hoofdmagazijn. Wanneer de Geplande overboeking wordt gefiatteerd, wordt er een transactie gegenereerd in het geselecteerde overboekingsjournaal. In het formulier Nettobehoeften worden de verwijzingen voor de twee transacties gewijzigd in Overboeken voorraadjournaal. In Transacties worden een ontvangsttransactie met de status Besteld en een uitgiftetransactie met de status In bestelling gegenereerd voor het desbetreffende magazijn. Wanneer het overboekingsjournaal wordt geboekt, wordt de status gewijzigd in respectievelijk Ingekocht en Verkocht.

Hoofdmagazijn

Magazijn dat wordt gebruikt om het huidige magazijn aan te vullen als Aanvullen is ingeschakeld. U kunt op meerdere niveaus hoofdmagazijnen definiëren.

Hoofdmagazijn en hoofdplanning

Hoofdmagazijn wordt gebruikt bij de hoofdplanning. Als u een hoofdmagazijn opgeeft als magazijn en het selectievakje Aanvullen inschakelt, worden alle uitgiften voldaan door geplande transferorders in dit magazijn. Als u een hoofdmagazijn opgeeft zonder het selectievakje Aanvullen in te schakelen, maakt u een hiërarchische structuur van magazijnen. Dit is nodig omdat u anders geen specifieke regels voor artikelbehoeftenplanning kunt opgeven.

De volgende tabel geeft een overzicht van de niveaus van de magazijnen, de namen hiervan en het bijbehorende hoofdmagazijn. Tussen haakjes worden andere mogelijke hoofdmagazijnen weergegeven die zich lager in de hiërarchie bevinden.

Niveau Magazijn Hoofdmagazijn
4 E2 D (C2, B, A)
4 E1 D (C2, B, A)
3 D C2 (B, A)
2 C2 B (a)
2 C1 B (a)
1 B A
0 A -

Voorbeelden

  • Magazijnen kunnen alleen worden aangevuld vanuit magazijnen op een lager niveau. Dit is om kringaanvulling te voorkomen.

    C2 kan bijvoorbeeld alleen worden aangevuld vanuit B en A, omdat D, E1 en E2 zich op een hoger magazijnniveau bevinden.

  • Een magazijn kan fungeren als een vulmagazijn voor meerdere magazijnen op een hoger niveau in de hiërarchie.

    C1 en C2 kunnen bijvoorbeeld rechtstreeks worden aangevuld door B.

  • Een magazijn kan niet door twee magazijnen worden aangevuld.

    D kan bijvoorbeeld niet door zowel C1 als C2 worden aangevuld.

  • U kunt geen hoofdmagazijn selecteren dat door het magazijn zelf kan worden aangevuld.

  • Een andere reden om het hoofdmagazijn op te geven, is dat wanneer een geplande productie- of inkooporder wordt omgezet in een geplande transferorder, het hoofdmagazijn het standaardbronmagazijn is.

  • Op het tabblad Hoofdplanning kunt u een behoeftenmagazijn opgeven voor het huidige magazijn. U kunt een magazijn ook definiëren als een vulmagazijn voor de voorraad, waarvoor geplande transferorders tijdens de hoofdplanning opnieuw worden gegenereerd vanuit een hoofdmagazijn.

  • Een transitmagazijn vormt een onderdeel van de hiërarchie van magazijnen van het type Standaard. Het is belangrijk te weten dat twee magazijnen op hetzelfde niveau niet hetzelfde transitmagazijn kunnen gebruiken.

Magazijnniveau

Niveau van het magazijn dat is geselecteerd op het tabblad Overzicht in de hiërarchische structuur van magazijnen die u hebt ingesteld.

Standaardlocatie voor ontvangst

De standaardlocatie in het huidige magazijn voor het ontvangen van artikelen selecteren.

Standaardlocatie voor uitgifte

De standaardlocatie in het huidige magazijn selecteren waar vandaan voorraad wordt uitgegeven samen met verkooporders, producties, enzovoort.

Locatie van lege pallets

De locatie in het magazijn selecteren waar lege pallets worden opgeslagen.

Orderverzamelroutetijd

Maximumtijd per orderverzamelroute.

Orderverzamelroutevolume

Maximumvolume per orderverzamelroute.

Transittijd van orderverzamelroute

Tijd die nodig is voor het verzamelen van één regel (transittijd van orderverzamelroute).

Gebruik geconsolideerde orderverzamelmethode

Deze instelling wordt overgenomen van de modelgroep (Artikelmodelgroepen) of wordt hier ingesteld.

Zie Verzamelmethoden voor meer informatie.

Gang opnemen

Gang wordt opgenomen in de locatienaam.

Rek opnemen

Rek wordt opgenomen in de locatienaam.

Indeling

Indeling voor het deel van de naam van de locatie dat wordt gevormd door het rek. Gebruik het teken # voor getallen en & het teken voor brieven.

Bekijk de indeling met behulp van het veld Locatie.

Plank opnemen

Plank wordt opgenomen in de locatienaam.

Indeling

Indeling voor het deel van de naam van de locatie dat wordt gevormd door de plank. Gebruik het teken # voor getallen en & het teken voor brieven.

Bekijk de indeling met behulp van het veld Locatie.

Bak opnemen

Bak wordt opgenomen in de locatienaam.

Indeling

Indeling voor het deel van de naam van de locatie dat wordt gevormd door de bak. Gebruik het teken # voor getallen en & het teken voor brieven.

Bekijk de indeling met behulp van het veld Locatie.

Adres

De ingedeelde informatie voor het geselecteerde adres weer geven. Dit is het adres dat op een afgedrukt document wordt weergegeven. De oorspronkelijke adresrecord kan informatie bevatten die niet is opgenomen in deze weergave, afhankelijk van de specifieke indeling voor land/regio.

Doel

Het doel van het geselecteerde adres weergeven. Het adres kan bijvoorbeeld alleen voor leveringen, of voor leveringen en services worden gebruikt.

Primair

Geef weer of het adres het primaire is. Een primair adres is het belangrijkste postadres voor de geselecteerde partij. Een primair adres kan ook het standaardadres voor de partij zijn.

Gewicht

Voer de standaard in wegend factor die wordt gebruikt om de hoeveelheden van de productdistributie voor een detailhandel te berekenen.

Winkel

Schakel dit selectievakje in als het magazijn een detailhandel is.

Notitie

Als u dit selectievakje selecteert, ook de selectievakjes Financiële negatieve voorraad en Fysieke negatieve voorraad om boekingen toestaan voor kleinhandelstransacties voor te komen zelfs als er onvoldoende beschikbare producthoeveelheden zijn. Voor meer informatie over het instellen van een detailhandel als magazijn, Een detailhandelwinkel instellen.

Aanvullingshiërarchieën

De organisatiehiërarchieën weergeven met een doel van Aanvulling detailhandel worden toegewezen de detailhandel behoort.

Financiële negatieve voorraad

Schakel dit selectievakje in als u negatieve voorraad boeken naar grootboek voor uw kleinhandelstransacties toestaat. Als het magazijn een detailhandel is, schakelt u dit selectievakje in om het boeken van geldige, voltooide kleinhandelstransacties worden geblokkeerd te voorkomen.

Fysieke negatieve voorraad

Schakel dit selectievakje in als u het boeken van negatieve voorraadhoeveelheden voor kleinhandelstransacties toestaat. Als het magazijn een detailhandel is, vinkt dit selectievakje toestaan voor boeken om geldige, voltooide kleinhandelstransacties voor te komen zelfs als er onvoldoende beschikbare producthoeveelheden zijn.

Standaardlocatie

Selecteer de locatie van de standaardopslag voor kleinhandelsproducten in het magazijn te gebruiken.

Standaardpallet-id

Selecteer het standaardpallet-ID voor kleinhandelsproducten in het magazijn te gebruiken.

Standaardlocatie voor retournering

Selecteer de locatie van de standaardopslag in het magazijn voor kleinhandelsproducten die door de klant worden geretourneerd.

Standaardretourpallet

Selecteer het standaardpallet-ID in het magazijn voor kleinhandelsproducten die door de klant worden geretourneerd.

Zie ook

Informatie over leveringsdatums

Informatie over magazijnen

Verzamelmethoden

Aankondigingen: Om bekende problemen en recente fixes te zien, gebruikt u Probleem zoeken in Microsoft Dynamics Lifecycle Services (LCS).