Microsoft Identity Manager 2016 SP2 implementeren
In de artikelen in deze sectie vindt u stapsgewijze instructies voor het implementeren van Microsoft Identity Manager (MIM) 2016 voor selfservicescenario's voor eindgebruikers op een nieuwe server waarop niet eerder FIM of MIM is geïmplementeerd.
Notitie
De implementatietopologie die in deze sectie wordt beschreven, is alleen bedoeld voor de voorbereidende fase waarin u kennis kunt opdoen over MIM. De handleiding voor capaciteitsplanning bevat meer informatie over topologieën voor productie-implementaties. Het wordt aanbevolen om die documentatie door te nemen voordat u MIM implementeert en in gebruik neemt.
Het scenario voor Privileged Access Management wordt anders geïmplementeerd dan andere MIM-scenario's, aangezien hiervoor een speciale bastionomgeving met forest is vereist. Zie De MIM-omgeving configureren voor Privileged Access Management voor meer informatie over het implementeren van MIM voor Privileged Access Management.
Het proces voor het implementeren van MIM is vergelijkbaar met het proces voor zijn voorganger, FIM 2010 R2. Zie Forefront Identity Manager 2010 R2 Deployment Guide (Engelstalig) als u de FIM-documentatie wilt raadplegen.
Eerste stap: een domein voorbereiden
MIM werkt met Active Directory (AD). Volg daarom onderstaande stappen om de AD-domeincontroller te configureren.
Volgende: Servers voor identiteitsbeheer voorbereiden
Als uw domein eenmaal is geïmplementeerd en geconfigureerd, bereidt u de server voor identiteitsbeheer van uw bedrijf voor.
Zie Ondersteunde platforms voor MIM 2016 of hoger voor meer informatie over ondersteunde platforms.
Het volgende moet hiervoor worden ingesteld:
Ten slotte: onderdelen van Microsoft Identity Manager 2016 SP2 installeren
Nadat u het domein en de server hebt ingesteld, kunt u nu de MIM-onderdelen installeren en configureren zodat deze kunnen worden gesynchroniseerd met AD.