Omgevingsvariabelen in cloudstromen van de Power Automate-oplossing gebruiken

Omgevingsvariabelen kunnen worden gebruikt in oplossingscloudstromen omdat ze beschikbaar zijn in de dynamische inhoudselector. Alle soorten omgevingsvariabelen kunnen worden gebruikt in triggers en acties.

Omgevingsvariabelen in oplossingscloudstromen gebruiken:

1. Bewerk of maak een cloudstroom in een oplossing.

2. Bepaal in een actie of trigger de parameter die u wilt gebruiken voor de omgevingsvariabele:

   1. Als de parameter een eenvoudige waarde gebruikt, zoals een tekenreeks of getal, voert u de parameter in.

   2. Als de parameter een zoekactie is, scrolt u naar de onderkant van de zoekactie en selecteert u Aangepaste waarde invoeren. Omgevingsvariabelen waartoe u toegang hebt, worden in de dynamische inhoudselector weergegeven met andere dynamische inhoud.

      

3. Selecteer de gewenste omgevingsvariabele.

Beperkingen

• Wanneer waarden van omgevingsvariabelen rechtstreeks binnen een omgeving worden gewijzigd in plaats van via een ALM-bewerking zoals het importeren van oplossingen, blijven stromen de vorige waarde gebruiken totdat de stroom wordt opgeslagen of uitgeschakeld en weer ingeschakeld.
• Bij het bewerken van een cloudstroom zijn de omgevingsvariabelen die worden weergegeven in de dynamische inhoudselector ongefilterd, maar ze worden gefilterd op gegevenstype in de toekomst.
• Als bij het bewerken van een cloudstroom een omgevingsvariabele wordt toegevoegd aan een ander browsertabblad, moet de stroom opnieuw worden geopend in de stroomontwerper om de dynamische inhoudselector te vernieuwen.

Zie ook

Variabelen voor gegevensbronomgeving gebruiken in canvas-apps
Een stroom maken met Dataverse
Overzicht van omgevingsvariabelen.

Notitie

Laat ons uw taalvoorkeuren voor documentatie weten! Beantwoord een korte enquête. (houd er rekening mee dat deze in het Engels is)

De enquête duurt ongeveer zeven minuten. Er worden geen persoonlijke gegevens verzameld (privacyverklaring).