Delen via

Get-AzureSiteRecoveryProtectionEntity

  • Referentie
Module:
Azure

Hiermee haalt u beveiligbare of beveiligde entiteiten op in een Site Recovery-kluis.

Notitie

De cmdlets waarnaar in deze documentatie wordt verwezen, zijn bedoeld voor het beheren van verouderde Azure-resources die gebruikmaken van ASM-API's (Azure Service Manager). Deze verouderde PowerShell-module wordt niet aanbevolen bij het maken van nieuwe resources, omdat ASM is gepland voor buitengebruikstelling. Zie Buitengebruikstelling van Azure Service Manager voor meer informatie.

De Az PowerShell-module is de aanbevolen PowerShell-module voor het beheren van ARM-resources (Azure Resource Manager) met PowerShell.

Syntaxis

Get-AzureSiteRecoveryProtectionEntity
   -ProtectionContainer <ASRProtectionContainer>
   [-Profile <AzureSMProfile>]
   [<CommonParameters>]
Get-AzureSiteRecoveryProtectionEntity
   -Id <String>
   -ProtectionContainer <ASRProtectionContainer>
   [-Profile <AzureSMProfile>]
   [<CommonParameters>]
Get-AzureSiteRecoveryProtectionEntity
   -Id <String>
   -ProtectionContainerId <String>
   [-Profile <AzureSMProfile>]
   [<CommonParameters>]
Get-AzureSiteRecoveryProtectionEntity
   -Name <String>
   -ProtectionContainer <ASRProtectionContainer>
   [-Profile <AzureSMProfile>]
   [<CommonParameters>]
Get-AzureSiteRecoveryProtectionEntity
   -Name <String>
   -ProtectionContainerId <String>
   [-Profile <AzureSMProfile>]
   [<CommonParameters>]
Get-AzureSiteRecoveryProtectionEntity
   -ProtectionContainerId <String>
   [-Profile <AzureSMProfile>]
   [<CommonParameters>]

Description

De cmdlet Get-AzureSiteRecoveryProtectionEntity haalt de beveiligbare of beveiligde entiteiten, zoals virtuele machines, op in de huidige Azure Site Recovery-kluis.

Voorbeelden

Voorbeeld 1: Een beveiligde virtuele machine weergeven in een container

PS C:\> $Container = Get-AzureSiteRecoveryProtectionContainer
PS C:\> Get-AzureSiteRecoveryProtectionEntity -ProtectionContainer $Container 
ID                           : 43aaab46-1cb0-4c39-8077-9a091c3b05ce
ServerId                     : 4a94c4a9-c856-4577-afbd-367fe9b3ce9c
ProtectionContainerId        : 4a94c4a9-c856-4577-afbd-367fe9b3ce9c_1c513d45-645d-4ed0-b9ae-e7b869a1f7fc
Name                         : testvm
Type                         : VirtualMachine
FabricObjectId               : 506B3CAC-5758-49E2-98C4-E5B0512E4D8E
Protected                    : False
CanCommit                    : False
CanFailover                  : False
CanReverseReplicate          : False
ActiveLocation               : Primary
ProtectionStateDescription   : Enabling protection
ReplicationHealth            : 
TestFailoverStateDescription : Nonev
ReplicationProvider          : HyperVReplica

Met de eerste opdracht wordt een beveiligde container opgehaald met behulp van de cmdlet Get-AzureSiteRecoveryProtectionContainer en wordt dat object vervolgens opgeslagen in de $Container variabele.

De tweede opdracht haalt de beveiligde virtuele machine op die deel uitmaakt van de container in $Container en geeft deze vervolgens weer.

Parameters

-Id

Hiermee geeft u de id van een beveiligingsentiteit op die moet worden opgehaald.

Type:String
Position:Named
Default value:None
Vereist:True
Pijplijninvoer accepteren:False
Jokertekens accepteren:False

-Name

Hiermee geeft u de naam van een beveiligingsentiteit op die moet worden opgehaald.

Type:String
Position:Named
Default value:None
Vereist:True
Pijplijninvoer accepteren:False
Jokertekens accepteren:False

-Profile

Hiermee geeft u het Azure-profiel op waaruit deze cmdlet wordt gelezen. Als u geen profiel opgeeft, leest deze cmdlet uit het lokale standaardprofiel.

Type:AzureSMProfile
Position:Named
Default value:None
Vereist:False
Pijplijninvoer accepteren:False
Jokertekens accepteren:False

-ProtectionContainer

Hiermee geeft u een beveiligingscontainer op.

Type:ASRProtectionContainer
Position:Named
Default value:None
Vereist:True
Pijplijninvoer accepteren:True
Jokertekens accepteren:False

-ProtectionContainerId

Hiermee geeft u de id van een beveiligde container.

Type:String
Position:Named
Default value:None
Vereist:True
Pijplijninvoer accepteren:False
Jokertekens accepteren:False