Inzicht in dialoogvensters
Gepubliceerd: januari 2017
Is van toepassing op: Dynamics 365 (online), Dynamics 365 (on-premises), Dynamics CRM 2016, Dynamics CRM Online
Dialoogvensters bevatten pagina's en elke pagina kan meerdere sets prompts en responsen bevatten. U kunt een dialoogvenster ook opgeven als onderliggend dialoogvenster en vervolgens dit dialoogvenster aanroepen vanuit een bovenliggend dialoogvenster.
In dit onderwerp
Onderdelen van een dialoogvenster
Invoerargument en variabele
Beperkingen van dialoogvensters
Onderdelen van een dialoogvenster
In het volgende diagram ziet u een voorbeeld van een dialoogvensterpagina en de onderdelen ervan.
Bekijk elk onderdeel eens gedetailleerd.
Pagina
Een pagina is de basiseenheid van een dialoogvenster en is de visuele interface voor de eindgebruiker. Een dialoogvenster kan meerdere pagina's hebben en elke pagina kan meerdere prompts en responsen hebben. Als een dialoogvenster wordt uitgevoerd, verschijnen deze pagina's aan de eindgebruiker in de volgorde waarin u ze hebt gedefinieerd in de dialoogvensterdefinitie.
Prompt en respons
Dankzij prompts en responsen kunt u vragen stellen aan de eindgebruiker en de respons vastleggen. Voor elke prompt moet u een responstype opgeven dat het type invoer of het responsbesturingselement bepaalt dat aan de gebruiker wordt weergegeven. U kunt een van de volgende responstypen opgeven:
Geen: Er is geen respons nodig voor de prompt. Dit type wordt meestal gebruikt voor inleidende prompts waarbij u de gebruiker welkom heet.
Eén regel: U kunt één regel met tekst, een geheel getal of een zwevende waarde invoeren. Een tekstvak wordt weergegeven voor de prompt, waarbij u de respons kunt invoeren.
Keuzerondje: U kunt uit een vooraf gedefinieerde set responsen selecteren of een selectie maken uit de gegevens die uit Microsoft Dynamics 365 zijn opgevraagd met behulp van de stap Query CRM Data. U zou bijvoorbeeld kunnen kiezen uit de volgende communicatiemodi voor de nieuwe aanbiedingen: e-mail, telefoon, fax of brief. Verder kunt u het gegevenstype voor de responsen opgeven: tekst, geheel getal of zwevend. De responsopties worden weergegeven als keuzerondjes.
Selectielijst: U kunt uit een vooraf gedefinieerde set responsen selecteren of een selectie maken uit de gegevens die uit Microsoft Dynamics 365 zijn opgevraagd met behulp van de stap Query CRM Data. Echter, in dit geval, worden de responsopties weergegeven in een vervolgkeuzelijst.
Meerdere regels tekst: U kunt meerdere regels met alleen tekst invoeren. Een tekstvak met meerdere regels wordt weergegeven voor de prompt, waarbij u de respons kunt invoeren.
Datum en tijd: U kunt een datum en tijd invoeren.
Alleen datum: U kunt een datum zonder tijd invoeren.
Opzoeken: U kunt een entiteitsrecord opgeven.
De respons van de gebruiker voor elke Prompt and Response-stap wordt opgeslagen als de stapvariabele en kan later in de dialoogvensterstroom worden gebruikt.
U kunt een statische of dynamische hyperlink aan de tekst van de prompt toevoegen. Wanneer u een tekst opgeeft als een statische hyperlink, moet u de volledige URL inclusief het communicatieprotocol opgeven (zoals HTTP, HTTPS en FTP). Als u bijvoorbeeld een hyperlinktekst wilt maken met de naam Bing, moet u de URL opgeven als "https://www.bing.com" en niet alleen "www.bing.com". Dynamische hyperlinks kunnen in een tekstveld worden ingevoegd. De hyperlink verwijst naar een entiteitsrecord in Microsoft Dynamics 365.
Standaard wordt elke respons geregistreerd en is deze beschikbaar in de respectieve processessierecord. U kunt logboekregistratie van respons echter uitschakelen voor een promp- en responsstap die gevoelige klantgegevens bevat, zoals creditcardgegevens, om mogelijk misbruik van de gegevens te voorkomen.
Tip
Een tip is informatie die u voor elke prompt en respons opgeeft en die de gebruiker helpt bij het beantwoorden van de prompt. Tips zijn optioneel.
Invoerargument en variabele
Afgezien van de eerder besproken onderdelen van dialoogvensters zijn er nog twee componenten waarvan u zich bewust moet zijn om met dialoogvensters te werken: invoerargumenten en variabelen.
Invoerargument
Invoerargumenten maken het mogelijk gegevens door te geven tussen bovenliggende en onderliggende dialoogvensters. Invoerargumenten worden gedefinieerd voor onderliggende dialoogvensters en u kunt de waarden vanuit het bovenliggende dialoogvenster doorgeven door een Onderliggend dialoogvenster koppelen-stap in het bovenliggende dialoogvenster toe te voegen en vervolgens de benodigde responsen te koppelen aan de invoerargumenten in het onderliggende dialoogvenster. U kunt ook eenvoudige rekenkundige en tekenreeksbewerkingen op invoerparameters uitvoeren met de stap Waarde toewijzen. Invoerargumenten kunnen van de volgende typen zijn: Eén tekstregel, Geheel getal, Drijvendekommagetal, Datum en tijd, Alleen datum of Opzoeken. U moet ook een standaardwaarde opgeven voor elk van de argumenttypen terwijl u deze maakt.
Bekijk het volgende voorbeeld ter illustratie van het begrip invoerargumenten in dialoogvensters:
U hebt een bovenliggend dialoogvenster dat een contactpersoon met de volgende drie invoerelementen maakt: aanhef, voornaam en achternaam.
U hebt een onderliggend dialoogvenster dat wordt gebruikt om aanvragen voor de contactpersonen te maken.
In het onderliggende dialoogvenster hebt u misschien prompts die verwijzen naar de naam van de aanroeper, die wordt opgeslagen als een prompt- en responsvariabele in het bovenliggende dialoogvenster. Bovendien wilt u het onderwerpveld van de aanvragen die worden gemaakt, instellen op de contactpersoonrecord die is gemaakt met het bovenliggende dialoogvenster.
U definieert de invoerargumenten voor het onderliggende dialoogvenster voor al deze invoerelementen die u wilt van de bovenliggende record. Vervolgens maakt u het bovenliggende dialoogvenster dat een Onderliggend dialoogvenster koppelen-stap heeft om het onderliggende dialoogvenster aan te roepen, en wijst u de juiste prompt- en responsvariabelen toe aan de invoerargumenten van het onderliggende dialoogvenster.
Variabele
In variabelen kunt u eventuele tussenliggende waarden opslaan zoals samengevoegde tekenreeksen of berekende gegevens als gevolg van eenvoudige rekenkundige berekeningen (toevoegen, aftrekken en vermenigvuldigen). De tussenliggende waarden zijn de responsen die u tijdens het doorlopen van een reeks prompts en responsen in een dialoogvenster verzamelt en die worden opgeslagen in de respectieve variabelen van de stap Prompt en respons. U kunt de tussentijdse variabelen en de stap Waarde toewijzen gebruiken om eenvoudige rekenkundige en tekenreeksbewerkingen uit te voeren op de variabelen die u hebt gedefinieerd. Een variabele in een dialoogvenster kan van de volgende typen zijn: Tekst, Geheel getal, Zwevend, Datum en tijd, Alleen datum en Opzoeken. U moet ook een standaardwaarde opgeven voor elk van de variabelen terwijl u deze maakt.
Kijk ter illustratie van het concept variabele in dialoogvensters naar een voorbeeld van het scoren van leads waarbij u een set vragen wilt stellen en vervolgens de score berekent op basis van een formule op basis van gewogen responsen. Als u dit wilt doen, kunt u een geheelgetalvariabele definiëren met de naam Score. Vervolgens kunt u terwijl u responsen verzamelt de stap Voorwaarde controleren gebruiken om verschillende gewichten aan de responsen te koppelen en vervolgens deze responswaarden bij de variabele Score op te tellen, ervan af te trekken of ermee te vermenigvuldigen met behulp van de stap Waarde toewijzen.
Opmerkingen
De opmerkingensectie onder aan een pagina kan worden gebruikt om aantekeningen te maken terwijl het dialoogvenster wordt uitgevoerd. Deze sectie is gemeenschappelijk voor de hele processessie. De gebruiker kan informatie vastleggen zoals feedback over het dialoogvenster of de opmerkingen van de klant. De opmerkingen worden opgeslagen in het kenmerk Description van de processessie wanneer de processessie is afgelopen.
Beperkingen van dialoogvensters
Een dialoogvenster voor onderliggende koppeling kan geen tussenliggende stap zijn. U probeert wellicht een complex dialoogvenster te splitsen in onderliggende dialoogvensters en elk van deze onderliggende dialoogvensters aan te roepen vanuit een bovenliggend dialoogvenster. Dat wordt in deze versie echter niet ondersteund.
Er geldt een beperking voor het aantal geneste stappen dat u kunt gebruiken in een dialoogvenster. De limiet is afhankelijk van de browser die u gebruikt is en geen limiet in Microsoft Dynamics 365. De geneste stappen worden in de browser weergegeven als geneste tabellen. Sommige browsers ondersteunen meer niveaus van geneste tabellen dan andere. Als de werkstroomontwerper lichtgekleurd wordt en u geen aanvullende geneste stappen aan uw dialoogvenster kunt toevoegen, probeert u de volgende oplossingen:
Het dialoogvenster opnieuw ontwerpen om minder geneste stappen te gebruiken.
Een onderliggend dialoogvenster toevoegen om het aantal stappen in het bovenliggende dialoogvenster te reduceren.
Een andere browser gebruiken.
Zie ook
Dialoogvensters gebruiken in Dynamics 365 voor begeleide processen
Acties op dialoogvensters
Microsoft Dynamics 365
© 2017 Microsoft. Alle rechten voorbehouden. Auteursrecht