Delen via


Postvakeigenschappen wijzigen

Van toepassing op: Office 365 for professionals and small businesses, Office 365 for enterprises, Live@edu

Onderwerp laatst gewijzigd: 2011-03-19

Nadat u een gebruikerspostvak hebt gemaakt, kunt u hierin wijzigingen aanbrengen en extra eigenschappen instellen in het configuratiescherm van Exchange. U kunt dit als volgt doen:

  1. Selecteer Mijn organisatie beheren > Gebruikers en groepen > Postvakken.
    • Selecteer in de lijst Postvakken het postvak dat u wilt wijzigen. Als de lijst met postvakken erg uitgebreid is, kunt u het veld Zoeken in postvakken gebruiken en een volledige of gedeeltelijke weergavenaam typen.
  2. Nadat u een postvak hebt geselecteerd, klikt u op Details. U kunt de volgende gegevens weergeven of wijzigen:
    Algemeen In dit gedeelte wordt basisinformatie over de gebruiker weergegeven. De gebruiker kan deze informatie weergeven en bijwerken in Accountgegevens.
    • Voornaam, Initialen, Achternaam
    • * Weergavenaam     Deze naam wordt weergegeven in het adresboek, op de regels Aan: en Van: in e-mails en in de postvaklijst. Dit is een vereist veld. Zorg dat er geen spaties voor of achter de weergavenaam staan.
    • Windows Live ID   Deze id bestaat uit de gebruikersalias aan de linkerzijde van het teken @ en de naam van uw domein, bijvoorbeeld contoso.edu, aan de rechterzijde. Deze id wordt de Windows Live ID van de gebruiker en tevens diens e-mailadres. Gebruikers kunnen met hun Windows Live ID toegang krijgen tot hun postvakken. De Windows Live ID kan niet worden gewijzigd nadat u het postvak hebt gemaakt.
      Postvakgebruik    Hier kunt u gegevens over een postvakquotum bekijken:
    • Waarschuwing   De grootte van een postvak op basis waarvan een waarschuwingsbericht naar de gebruiker wordt verzonden.
    • Verzenden blokkeren   De grootte van een postvak op basis waarvan een gebruiker geen e-mail meer kan verzenden
    • Verzenden/ontvangen blokkeren   De grootte van een postvak op basis waarvan een gebruiker geen e-mail meer kan verzenden en ontvangen
      Deze informatie wordt pas weergeven nadat de gebruiker zich voor het eerst bij het postvak heeft aangemeld.
      Contactgegevens Gebruik dit gedeelte om contactgegevens van de gebruiker te wijzigen. Gebruik het veld Opmerkingen voor eventuele aanvullingen. Informatie in dit gedeelte wordt weergeven in het gedeelde adresboek. Organisatie Gebruik dit gedeelte om gedetailleerde informatie vast te leggen over de rol van de gebruiker in de organisatie. Deze informatie wordt ook in het gedeelde adresboek weergegeven.
    • Functie, Afdeling, Bedrijf
      Manager   Als u een manager wilt toevoegen, klikt u op Bladeren. Selecteer de gewenste persoon in het dialoogvenster Manager selecteren en klik op OK. U keert nu terug naar Details.
    • Directe ondergeschikten   U kunt dit veld niet bewerken. Een directe ondergeschikte is een gebruiker die rapporteert aan een bepaalde manager. Als u een manager voor de gebruiker hebt opgegeven, wordt de desbetreffende gebruiker als een directe ondergeschikte weergegeven in de details van het postvak van de manager. Bijvoorbeeld: Kees is de manager van Chris en Karin, dus wordt het postvak van Kees vermeld in het veld Manager van de postvakken van Chris en Karin, en worden de postvakken van Chris en Karin weergegeven als directe ondergeschikten in de eigenschappen van het postvak van Kees.
      E-mailopties   Gebruik dit gedeelte om andere e-mailadressen, ook wel proxyadressen genoemd, toe te voegen zodat de gebruiker e-mail kan ontvangen die naar een van deze adressen wordt verzonden. U kunt ook bestaande e-mailadressen die zijn gekoppeld aan de gebruiker, bewerken en verwijderen.
      Opmerking   Het primaire e-mailadres van de gebruiker wordt ook weergegeven in dit gedeelte. Zelfs als u andere e-mailadressen toevoegt, wordt het primaire e-mailadres gebruikt als het Van-adres wanneer de gebruiker e-mail verzendt.
    • Toevoegen   Als u een e-mailadres wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen. Typ voor het nieuwe e-mailadres de alias links van het symbool @. De alias moet uniek zijn in het domein. Selecteer vervolgens een domeinnaam in de vervolgkeuzelijst rechts van het symbool @.
    • Bewerken   Als u een e-mailadres wilt bewerken, selecteert u het e-mailadres en klikt u op Bewerken. U kunt de alias bewerken of een andere domeinnaam selecteren.
    • Verwijderen   Als u een e-mailadres wilt verwijderen, selecteert u het e-mailadres en klikt u op Verwijderen.
      Postvakinstellingen   Gebruik dit onderdeel om het postvakschema en het beleid voor roltoewijzing te identificeren of te wijzigen die bij het gebruikersaccount horen.
    • Postvakschema   Alleen beschikbaar voor Live@edu-organisaties. In het postvakschema worden de configuratie-instellingen en machtigingen voor de gebruikersaccount gedefinieerd. Als u het postvakplan wilt wijzigen, kiest u in dit gedeelte een ander plan in de vervolgkeuzelijst. Houd er rekening mee dat sommige organisaties slechts één postvakplan hebben. Zie Postvakplannen voor Outlook Live voor meer informatie.
    • Beleid voor roltoewijzing   Hier kunt u de RBAC-rollen opgeven die aan de gebruiker zijn toegewezen. Als u het beleid voor roltoewijzing dat aan de gebruiker is toegewezen, wilt wijzigen, selecteert u een ander beleid in de vervolgkeuzelijst in dit gedeelte. Zie Roltoewijzingsbeleid voor meer informatie.
      Opmerking Live@edu-organisaties kunnen alleen het postvakschema wijzigen dat aan gebruikers is toegewezen. Zij kunnen het beleid voor roltoewijzing niet wijzigen. E-mailbeheer   Gebruik dit gedeelte om te bepalen aan wie deze gebruiker e-mailberichten kan sturen en van wie hij of zij e-mailberichten kan ontvangen.
    • Personen van buiten uw organisatie toevoegen die e-mail naar deze gebruiker kunnen verzenden en van die gebruiker kunnen ontvangen wanneer het beleid voor gesloten campus is ingeschakeld   Gebruik deze optie om uitzonderingen op te geven voor het supervisiebeleid voor een gesloten campus. Als u bijvoorbeeld een beleid voor een gesloten campus hebt ingesteld, maar studenten wilt toestaan e-mailberichten met hun ouders uit te wisselen, voegt u hier de e-mailadressen van de ouders toe. Als u een extern e-mailadres wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen, typt u het e-mailadres en klikt u op OK.
    • Personen toevoegen die geen e-mail naar deze gebruiker mogen verzenden   Gebruik deze optie om het supervisiebeleid tegen pesten te implementeren en personen te blokkeren zodat ze geen e-mailberichten naar deze persoon kunnen sturen. Dit helpt voorkomen dat gebruikers vervelende e-mailberichten ontvangen. Als u een afzender wilt blokkeren, klikt u op Toevoegen, typt u het e-mailadres van de geblokkeerde afzender en klikt u op OK. E-mails van de afzender aan deze persoon worden geweigerd en er wordt een NDR (Non-Delivery Report) gegenereerd.
      Zie Gesloten Campus-tabblad voor meer informatie.
      E-mailtip   Gebruik dit onderdeel om een e-mailtip toe te voegen en gebruikers te waarschuwen voor potentiële problemen die zich kunnen voordoen wanneer zij een bericht aan deze geadresseerde sturen. Een e-mailtip is tekst die in de informatiebalk wordt weergegeven wanneer deze geadresseerde in de velden Aan, Cc of Bcc van een nieuw e-mailbericht staat. Zie E-mailtips configureren voor meer informatie.
      Postvakfuncties   Gebruik dit gedeelte om een archiefpostvak of een bewaring van postvakgegevens vanwege juridische procedures voor dit postvak in of uit te schakelen. Zie voor meer informatie:
    • Een archiefpostvak inschakelen
    • Instellen van bewaring van postvakgegevens vanwege juridische procedures
      Telefoon en spraakfuncties   Gebruik dit gedeelte om Exchange ActiveSync voor mobiele apparaten te configureren of om Unified Messaging in te schakelen. Zie voor meer informatie:
    • De ActiveSync-instelling op het postvak van een gebruiker wijzigen
    • UM inschakelen voor een gebruikerspostvak
  3. Wanneer u klaar bent, klikt u op Opslaan om de aangebrachte wijzigingen op te slaan, of op Annuleren om het dialoogvenster te sluiten.