Delen via


Een CNAME-record gebruiken om verbinding via Outlook mogelijk te maken

Van toepassing op: Office 365 for professionals and small businesses, Office 365 for enterprises, Live@edu

Onderwerp laatst gewijzigd: 2012-03-10

U kunt CNAME-records gebruiken om Outlook-clients via de Autodiscover-service verbinding te laten maken met de cloudservice.

Wat is een CNAME-record?

Een CNAME-record (CNAME staat voor canonieke naam) is het DNS-equivalent van een Microsoft Windows-snelkoppeling of een Apple Mac-alias. Een CNAME-record is een alias voor de adresrecord (A) die een IP-adres toewijst aan de doelserver.

De doelserver hoeft niet aanwezig te zijn in hetzelfde domein als de CNAME-record zelf. U kunt een alias in het ene domein zo definiƫren dat deze verwijst naar een doelserver in een heel ander domein. Veel organisaties gebruiken CNAME-records voor webservers. Een organisatie kan de alias www laten verwijzen naar een webserver die wordt gehost door een gespecialiseerd webhostingbedrijf. Verzoeken voor www.contoso.com kunnen bijvoorbeeld worden omgeleid naar webserver1.fabrikam.com.

Wat heb ik nodig om Outlook-clients te ondersteunen?

Bij de cloudservice wordt een CNAME-record gebruikt om de Autodiscover-service te implementeren voor Outlook-clients. Met de Autodiscover-service kunnen gebruikers de instellingen van hun Outlook-profiel configureren door hun e-mailadres en wachtwoord in Outlook in te voeren.

De Autodiscover-CNAME-record moet de volgende gegevens bevatten:

  • Alias   autodiscover
  • Target   autodiscover.outlook.com

Help voor uw gebruikers

Nadat u de autodiscover-CNAME-record hebt gemaakt, moet u uw gebruikers verwijzen naar Outlook verbinden met deze account om ze te helpen verbinding te maken.

Outlook-ondersteuning

Hier volgen enkele punten waarmee u rekening moet houden:

  • Handmatige configuratie van de Exchange-servernaam in Outlook is niet aanbevolen. Door gebruik te maken van de functie Automatisch opsporen van Microsoft Exchange kan de cloudservice voor e-mail de serverinfrastructuur bijwerken, bijvoorbeeld de locatie van postvakken, zonder dat dit gevolgen heeft voor de e-mailervaring van uw gebruikers. Als u Automatisch opsporen niet gebruikt, ondervindt u mogelijk verbindingsproblemen met uw e-mail als de cloudservice instellingen wijzigt.
  • De cloudservice biedt alleen ondersteuning voor Outlook 2007 en Outlook 2010.
  • Zie de volgende onderwerpen voor meer informatie over het downloaden in installeren van Outlook in Microsoft Office 365:

Als gebruikers problemen hebben met Outlook om verbinding te maken met hun cloudpostvak, zijn er mogelijk problemen met Automatisch opsporen. Voor meer informatie, zie Problemen oplossen met Automatisch opsporen in Exchange Online.