Delen via


Niet-vertrouwde Hyper-V-hosts en -hostclusters toevoegen in VMM

 

Is van toepassing op: System Center 2012 SP1 - Virtual Machine Manager, System Center 2012 R2 Virtual Machine Manager, System Center 2012 - Virtual Machine Manager

U kunt de volgende procedure gebruiken om Hyper-V-hosts of Hyper-V-hostclusters die zich in een niet-vertrouwd Active Directory-domein bevinden, toe te voegen als beheerde Hyper-V-hosts in Virtual Machine Manager (VMM). Tijdens installatie van de agent maakt VMM een certificaat dat wordt gebruikt om de communicatie met de host te beveiligen. Wanneer VMM de host toevoegt, wordt het certificaat automatisch geïmporteerd in het vertrouwde certificaatarchief van de VMM-beheerserver.

Notitie

U kunt geen lokale installatie van de VMM-agent uitvoeren op een computer die zich in een niet-vertrouwd domein bevindt. U moet de procedure in dit onderwerp volgen om een externe installatie van de agent uit te voeren.

Vereisten

Voordat u met deze procedure begint, controleert u de volgende vereisten:

  • Als u groepsbeleid gebruikt om WinRM-instellingen (Windows Remote Management) te configureren, moet u bedenken dat VMM het configureren van WinRM-groepsbeleidsinstellingen (service of client) niet ondersteunt op hosts die zicht in een niet-vertrouwd Active Directory-domein bevinden. Als er WinRM-groepsbeleidsinstellingen zijn ingeschakeld, kan de installatie van de VMM-agent mislukken.

    Notitie

    De WinRM-groepsbeleidsinstellingen bevinden zich in het knooppunt Computerconfiguratie\Beheersjablonen\Windows-onderdelen\Windows Remote Management (WinRM) van de Lokale groepsbeleidsobjecteditor of de console Groepsbeleidbeheer (GPMC).

  • Hoewel het geen vereiste is, kunt u een Uitvoeren als-account maken voordat u met deze procedure begint. (U kunt het account ook maken tijdens de procedure.) Het Uitvoeren als-account moet beheerdersrechten hebben op alle hosts die u wilt toevoegen.

    Maak bijvoorbeeld het Uitvoeren als-account Niet-vertrouwde Hyper-V-hosts.

    Notitie

    U kunt Uitvoeren als-accounts maken in de werkruimte Instellingen. Zie How to Create a Run As Account in VMM (Een Uitvoeren als-account maken in VMM) voor meer informatie over Uitvoeren als-accounts.

Een Hyper-V-host toevoegen die zich in een niet-vertrouwd Active Directory-domein bevindt

  1. Open de werkruimte Fabric.

  2. Klik in het deelvenster Fabric op Servers.

  3. Klik op het tabblad Introductiepagina in de groep Toevoegen op Resources toevoegen, en vervolgens op Hyper-V-hosts en -clusters.

    Hiermee opent u de wizard Resource toevoegen.

  4. Klik op de pagina Resourcelocatie op Windows Server-computers in een niet-vertrouwd Active Directory-domein en klik op Volgende.

  5. Klik op de pagina Referenties naast het vak Uitvoeren als-account op Bladeren, klik op het Uitvoeren als-account dat beheerdersrechten heeft op de hosts die u wilt toevoegen, klik op OK en klik op Volgende.

    Notitie

    Als u nog geen Uitvoeren als-account hebt, klikt u op Bladeren en vervolgens op Uitvoeren als-account maken in het dialoogvenster Uitvoeren als-account selecteren.

    Als u bijvoorbeeld het Uitvoeren als-account hebt gemaakt dat als voorbeeld wordt gegeven in de sectie Vereisten van dit onderwerp, klikt u op het account Niet-vertrouwde Hyper-V-hosts en klikt u op OK.

  6. Voer op de pagina Doelresources in het vak FQDN (Fully Qualified Domain Name) of IP-adres de volledig gekwalificeerde domeinnaam of het IP-adres in van de Hyper-V-host of het Hyper-V-hostcluster die/dat u wilt toevoegen, en klik op Toevoegen.

    Notitie

    Als u een Hyper-V-hostcluster toevoegt, kunt u de clusternaam of de naam van een van de clusterknooppunten opgeven.

    Als de host wordt gedetecteerd, wordt deze vermeld onder Computernaam.

    Herhaal deze stap voor meerdere hosts. Klik op Volgende als u klaar bent.

    Voer bijvoorbeeld e naam HyperVHost02.fabrikam.com in, waarbij fabrikam.com de naam van het niet-vertrouwde domein is.

  7. Doe op de pagina Hostinstellingen het volgende:

    1. Klik in de lijst Hostgroep op de hostgroep waaraan u de host of het hostcluster wilt toewijzen.

      Wijs de host bijvoorbeeld toe aan de hostgroep Den Haag\Laag2_DH.

    2. Voer in het vak Volgende pad toevoegen het pad op de host in waar u de bestanden wilt opslaan voor virtuele machines die op hosts worden geïmplementeerd, en klik op Toevoegen. Herhaal deze stap als u meer dan één pad wilt toevoegen. Let op het volgende gedrag:

      • Als u het vak leeg laat, wordt het standaardpad %SystemDrive%\ProgramData\Microsoft\Windows\Hyper-V gebruikt. Denk eraan dat het aanbeveling verdient geen standaardpaden toe te voegen die zich op hetzelfde station bevinden als de bestanden van het besturingssysteem.

      • Als u een pad opgeeft dat nog niet bestaat, wordt het pad automatisch gemaakt.

      • Wanneer u een hostcluster toevoegt, geeft u een standaardpaden naar virtuele machines op zoals u zou doen voor een zelfstandige host. Voor een hostcluster beheert VMM automatisch de paden die beschikbaar zijn voor virtuele machines, op basis van de gedeelde opslag die voor het hostcluster beschikbaar is.

    3. Klik op Volgende als u klaar bent.

  8. Bevestig de instellingen op de pagina Samenvatting en klik op Voltooien.

    Het dialoogvenster Taken wordt weergegeven om de status van de taak te tonen. Controleer of de taak de status Voltooid heeft en sluit het dialoogvenster.

  9. Controleer of de host met succes is toegevoegd: vouw in het deelvenster Fabric de hostgroep uit waar u de host hebt toegevoegd, klik op de hosts en controleer in het deelvenster Hosts of de hoststatus OK is.

    Tip

    U kunt gedetailleerde informatie over de hoststatus zien door met de rechtermuisknop op een host in de VMM-console te klikken en vervolgens op Eigenschappen te klikken. Op het tabblad Status kunt u de Health-status bekijken voor gebieden als de algemene status, status van de hostagent en status van de Hyper-V-functie. Als er een probleem is, kunt u op Alle herstellen klikken. VMM probeert het probleem dan automatisch op te lossen.

Zie ook

Overzicht van het toevoegen van Windows-servers als Hyper-V-hosts in VMM