Delen via


Een serviceniveaudoelstelling definiëren op basis van een toepassing

 

Van toepassing op: System Center 2012 R2 Operations Manager, System Center 2012 - Operations Manager, System Center 2012 SP1 - Operations Manager

U kunt een serviceniveaudoelstelling (SLO, service level objective) definiëren om de beschikbaarheid en prestatiedoelen voor een toepassing te bepalen. In de volgende procedure maakt u een serviceniveaudoelstelling voor een gedistribueerde toepassing, definieert u een monitor-SLO die is gebaseerd op beschikbaarheid (uptime van 99,9%) en definieert u een verzamelingsregel-SLO die is gebaseerd op een prestatieregel (gemiddelde processortijd van 80%).

Een serviceniveaudoelstelling voor een toepassing definiëren

  1. Open de Operations-console met een account dat lid is van de gebruikersrol Operations Manager-administrator.

  2. Klik op Ontwerpen.

  3. Vouw in het navigatievenster Management pack-objecten uit en klik op Serviceniveau traceren.

  4. Klik in het deelvenster Taken op Maken.

  5. Typ in het dialoogvenster Serviceniveau traceren een naam voor het serviceniveau dat u wilt definiëren. Typ bijvoorbeeld LOB-toepassing 1. U kunt desgewenst een beschrijving opgeven. Klik op Volgende.

  6. Klik op de pagina Te traceren objecten onder Doelklasse op Selecteren.

  7. Selecteer in het dialoogvenster Een doelklasse selecteren een klasse voor het serviceniveau, bijvoorbeeld Gedistribueerde toepassing uit de lijst in het tekstvak. U kunt een klasse zoeken door de naam ervan in het tekstvak Zoeken naar te typen. Klik op OK om het dialoogvenster Een doelklasse selecteren te sluiten.

  8. U kunt de optie Bereik gebruiken om het bereik voor het serviceniveau op te geven. De standaardselectie is Alle objecten van de doelklasse.

  9. Selecteer het management pack waarin dit serviceniveau wordt opgeslagen. U kunt een bestaand management pack gebruiken of een nieuw management pack maken.

  10. Klik op Volgende.

  11. Klik op de pagina Serviceniveaudoelstellingen op Toevoegen en klik vervolgens op Serviceniveaudoelstelling voor monitorstatus om een nieuwe monitor te maken. Deze monitor houdt de beschikbaarheid van de toepassing bij.

  12. Definieer de statusmonitor als volgt:

    1. Typ in het tekstvak Naam van serviceniveaudoelstelling een naam voor de serviceniveaudoelstelling. Voor dit scenario typt u Beschikbaarheid.

    2. Kies in de vervolgkeuzelijst Monitor de specifieke monitor die u wilt gebruiken om de doelstelling te meten. Voor dit scenario kiest u Beschikbaarheid.

    3. Geef in het draaivak Serviceniveaudoelstelling (%) de numerieke waarde voor uw doelstelling op. Selecteer bijvoorbeeld 99,990 om aan te geven dat uw doel 99,99% beschikbaarheid is.

    4. U kunt afstemmen wat de monitor bijhoudt om de beschikbaarheid te bepalen door de volgende statuscriteria in of uit te schakelen:

      • Niet-gepland onderhoud

      • Niet bewaakt

      • Bewaking niet beschikbaar

      • Monitor uitgeschakeld

      • Gepland onderhoud

      • Waarschuwing

  13. Klik op OK.

  14. Klik op de pagina Serviceniveaudoelstellingen op Toevoegen en klik vervolgens op Serviceniveaudoelstelling voor verzamelingsregel om een nieuwe verzamelingsregel te maken. Met deze regel worden de prestaties van de toepassing bijgehouden

  15. Definieer de prestatieverzamelingsregel als volgt:

    1. Type in het tekstvak Naam van serviceniveaudoelstelling een naam voor de serviceniveaudoelstelling. Voor dit scenario typt u Prestatie.

    2. Klik onder Doelklasse op Selecteren om het dialoogvenster Een doelklasse selecteren te openen. Geef de doelklasse voor de regel op uit de lijst met doelen in het tekstvak. Deze klasse moet voorkomen in de gedistribueerde toepassing. Voor dit scenario selecteert u de specifieke klasse waarop de regel is gericht, bijvoorbeeld Windows Server 2008-besturingssysteem.

    3. Klik onder Regel voor verzameling van prestaties op Selecteren om het dialoogvenster Een regel selecteren te openen. Geef de regel voor het verzamelen van prestatiegegevens op die moet worden gebruikt. Voor dit scenario kiest u Prestatiemeteritem Processor\ % processortijd verzamelen en klikt u op OK.

    4. Gebruik een van de opties voor Samenvoegingsmethode en kies een van de volgende mogelijkheden:

      • Gemiddeld

      • Min

      • Max

    5. Gebruik de vervolgkeuzelijst Serviceniveaudoelstelling om Kleiner dan of Groter dan op te geven en geef een waarde op in het tekstvak ernaast. Voor dit scenario kiest u Kleiner dan en 80. Hiermee geeft u aan dat het prestatiedoel is om nooit de 80% processortijd te overschrijden.

    6. Klik op OK.

  16. Klik op de pagina Serviceniveaudoelstellingen op Volgende.

  17. Controleer op de pagina Samenvatting de instellingen en klik vervolgens op Voltooien.

  18. Als de pagina Voltooiing wordt weergegeven, klikt u op Sluiten.

Nadat u een serviceniveaudoelstelling hebt gemaakt, kunt u deze bewaken met een dashboardweergave voor Serviceniveau traceren en het rapport Serviceniveau traceren.