Delen via


Microsoft System Center 2012 Configuration Manager privacyverklaring

 

Van toepassing op: System Center 2012 Configuration Manager, System Center 2012 Configuration Manager SP1, System Center 2012 Configuration Manager SP2, System Center 2012 R2 Configuration Manager SP1

Microsoft verplicht zich om uw privacy te beschermen, terwijl ze de software levert die u de prestaties, kracht en gebruiksgemak biedt die u wenst in uw personal computing. Deze privacyverklaring geeft meer uitleg over de praktijken van gegevensverzameling en het gebruik van Microsoft System Center 2012 Configuration Manager ('System Center 2012 Configuration Manager'). Deze mededeling besteedt veel aandacht aan functies die communiceren met het internet en is niet bedoeld als een exhaustieve lijst. Ze is niet van toepassing op andere online of offline Microsoft sites, producten of diensten. Eindgebruikers (informatiewerkers) moeten hun IT-beheerders raadplegen voor verdere informatie over het privacybeleid van hun bedrijf. Microsoft is niet verantwoordelijk voor de privacypraktijken van hun klanten of andere bedrijven.

System Center 2012 Configuration Manager evalueert, implementeert en updatet uitvoerig uw servers, clients en apparaten, voor zowel fysieke, virtuele, gedistribueerde als mobiele omgevingen. Geoptimaliseerd voor Windows en verder uitbreidbaar voorbij Windows, is het de beste keuze om verhoogd inzicht te krijgen in en controle over uw IT-systemen

Gebouwd op de belangrijkste Microsoft-technologieën, zoals Windows Server Update Services (WSUS), Windows Server Active Directory en de Windows-architectuur, haalt System Center 2012 Configuration Manager het maximum uit infrastructuurinvesteringen en leidt tot grotere efficiëntie. Met System Center 2012 Configuration Manager kunnen organisaties verzekeren dat IT-systemen compatibel zijn met gewenste configuratiestatussen om beschikbaarheid, beveiliging en prestaties te verhogen over het hele netwerk.

Verzameling en gebruik van uw informatie

De informatie die we van u verzamelen, wordt door Microsoft en haar gecontroleerde dochterbedrijven en partners gebruikt om de door u gebruikte functies te kunnen uitvoeren en om de dienst(en) te leveren of de transactie(s) uit te voeren die u hebt gevraagd en toegestaan. Deze informatie kan ook worden gebruikt om Microsoft-producten en -diensten te analyseren en verbeteren.

We kunnen bepaalde verplichte dienstcommunicatie verzenden zoals welkomstbrieven, betalingsherinneringen, informatie over problemen met technische diensten en beveiligingsaankondigingen. Sommige Microsoft-diensten kunnen periodiek ledenbrieven verzenden die deel uitmaken van de dienst. We kunnen bij gelegenheid uw feedback vragen, u uitnodigen om deel te nemen aan enquêtes of u promotiemailings sturen om u te informeren over andere producten of diensten die beschikbaar zijn vanwege Microsoft of haar filialen.

Gegevens die via een bepaalde Microsoft-service zijn verzameld, kunnen worden gecombineerd met gegevens die via andere Microsoft-services zijn verzameld, om u een consistentere en gepersonaliseerde ervaring te bieden bij uw communicatie met Microsoft. We kunnen ook de informatie die we verzamelen aanvullen met informatie verkregen van andere bedrijven. Zo kunnen we diensten gebruiken van andere bedrijven die ons in staat stellen een algemeen geografisch gebied af te leiden gebaseerd op uw IP-adres teneinde bepaalde diensten aan te passen aan uw geografisch gebied.

Voor bepaalde online diensten van System Center 2012 Configuration Manager zult u gevraagd worden uw e-mailadres en wachtwoorden in te voeren; dit is uw Windows-account. Nadat u uw Microsoft-account gecreëerd hebt, kunt u dezelfde referenties gebruiken om u aan te melden bij verschillende Microsoft-sites en -diensten, alsook tot deze van exclusieve Microsoft-partners die het Windows-accountlogo weergeven. Door u aan te melden bij één Microsoft-site of -dienst, kunt u automatisch aangemeld worden als u andere sites en diensten van Microsoft bezoekt. Lees, om meer te weten te komen over hoe uw referentie-informatie gebruikt wordt als u zich aanmeldt bij deelnemende sites, de privacyverklaring van Microsoft Online op https://privacy.microsoft.com/.

Behalve zoals beschreven in deze verklaring, zal persoonlijke informatie die u levert niet verzonden worden naar derden zonder uw toestemming. We huren soms andere bedrijven in om in onze opdracht beperkte diensten te leveren, zoals verpakking, verzenden en leveren van aankopen of andere mailings, klantenvragen te beantwoorden over producten of diensten, eventregistratie te verwerken of statistische analyse van onze diensten uit te voeren. We zullen enkel deze bedrijven uw persoonlijke informatie toesturen die ze nodig hebben om hun dienst te leveren, en ze worden verboden om deze informatie voor andere doeleinden te gebruiken.

Microsoft kan toegang krijgen tot persoonlijke informatie en deze openbaar maken, met inbegrip van de inhoud van uw berichten, om: (a) te voldoen aan de wetgeving of te beantwoorden aan de wettelijke verzoeken of juridische processen; (b) de eigendomsrechten van Microsoft of onze klanten te beschermen, inclusief de handhaving van onze overeenkomsten of beleidsregels ten aanzien van uw gebruik van de diensten; of (c) te handelen in goed vertrouwen dat een dergelijke toegang of openbaarmaking nodig is om de persoonlijke veiligheid van Microsoft-werknemers, klanten of het publiek te beschermen. We kunnen ook persoonlijke informatie meedelen in het kader van een zakelijke transactie zoals een fusie of een verkoop van activa.

Informatie die door System Center 2012 Configuration Manager verzameld wordt voor Microsoft of verzonden wordt naar Microsoft, kan worden opgeslagen en verwerkt in de Verenigde Staten of in een ander land waarin Microsoft of onze partners, dochterbedrijven of dienstverleners actief zijn. Microsoft houdt zich aan het Safe Harbor Framework van het Amerikaanse Department of Commerce met betrekking tot het verzamelen, gebruiken en bewaren van gegevens uit de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland.

Verzameling en gebruik van informatie over uw computer

Als u gebruikmaakt van software met functies waarvoor een internetverbinding is vereist, worden gegevens over uw computer ('de standaardcomputergegevens') verzonden naar de websites die u bezoekt en de onlineservices die u gebruikt. Microsoft gebruikt standaard computer informatie om u diensten te leveren die toegang bieden tot het Internet, om u te helpen onze producten en diensten te verbeteren, en voor statistische analyse. Standaard computer informatie bevat typisch informatie zoals uw IP-adres, uw versie van besturingssysteem, browersversie en lokale en taalinstellingen. Soms kan standaard computer informatie ook hardware ID omvatten, die de fabrikant, de naam en de versie van het toestel aangeeft. Indien een bepaalde functie of dienst informatie naar Microsoft verzendt, zal tevens standaard computerinformatie verzonden worden. 

In de privacyinformatie van alle System Center 2012 Configuration Manager-functies, -software en -services die in deze privacyverklaring staan vermeld, wordt omschreven welke aanvullende informatie wordt verzameld en hoe deze gegevens worden gebruikt.

Beveiliging van uw gegevens

Microsoft waakt over de veiligheid van uw gegevens. We maken gebruik van een aantal verschillende beveiligingstechnieken en -procedures om uw persoonlijke gegevens te beschermen tegen ongeoorloofde toegang, gebruik of vrijgave. Zo bewaren wij de persoonlijke gegevens die u verschaft bijvoorbeeld op computersystemen waartoe slechts een beperkte toegang mogelijk is en die zich bevinden in beveiligde gebouwen.

Wijzigingen in deze privacyverklaring

Deze privacyverklaring wordt af en toe bijgewerkt als gevolg van wijzigingen in onze producten, services en feedback van onze klanten. Wanneer er wijzigingen worden geplaatst, wordt de datum 'Laatst bijgewerkt op' bovenaan deze verklaring ook gewijzigd. Als er belangrijke wijzigingen zijn opgetreden in deze verklaring of in de manier waarop Microsoft uw persoonlijke gegevens gebruikt, stellen wij u hiervan op de hoogte door dergelijke wijzigingen vooraf bekend te maken of door u rechtstreeks een bericht te sturen. Wij raden u aan deze verklaring met enige regelmaat door te nemen, zodat u weet hoe Microsoft uw gegevens beschermt.

Meer informatie

Microsoft stelt uw opmerkingen over de privacyverklaring op prijs. Als u vragen over deze verklaring hebt of meent dat wij ons hier niet aan hebben gehouden, kunt u contact met ons opnemen via cmprivacy@microsoft.com.

Configuration Manager Privacy Response

Microsoft Corporation

One Microsoft Way

Redmond, Washington 98052 Verenigde Staten

Specifieke functies

In de rest van dit document vindt u informatie over functies waarbij er gegevens naar Microsoft en/of onze partners kunnen worden verzonden.System Center 2012 Configuration Manager kan worden gebruikt voor het verzamelen, opslaan en beheren van extra informatie en apparaten binnen uw organisatie, inclusief de mogelijkheid om alle gegevens van apparaten te wissen. Meer informatie over apparaatbeheer vindt u in het onlineonderwerp Privacyverklaring voor Microsoft System Center 2012 Configuration Manager - Bijlage voor mobiele apparaten. Gebruik de Configuration Manager-documentatiebibliotheek voor meer informatie over de productfuncties.

Programma voor verbetering van de gebruikerservaring

Wat doet deze functie:

Aan de hand van het Programma voor verbetering van de gebruikerservaring wordt er basisinformatie van de beheerconsole verzameld over uw hardwareconfiguratie en over hoe u onze software en diensten gebruikt teneinde trends en gebruikspatronen te kunnen identificeren. In het programma voor kwaliteitsverbetering worden ook het type en het aantal opgetreden fouten verzameld, evenals de prestaties van de software en de hardware en de snelheid van de services. Uw naam, adres of andere contactgegevens worden niet verzameld. Er worden geen gegevens van het Programma voor verbetering van de gebruikerservaring verzameld van clientcomputers.

Verzamelde, verwerkte of verzonden gegevens:

Zie de Privacyverklaring voor het Programma voor verbetering van de gebruikerservaring van Microsoft® voor meer informatie over welke gegevens worden verzameld, verwerkt en verzonden.

Gebruik van de informatie:

We gebruiken deze gegevens om de kwaliteit, betrouwbaarheid en prestaties van de software en services van Microsoft te verbeteren.

Keuze/beheer:

Tijdens de setup kunt u aangeven of u wilt deelnemen aan het Programma voor verbetering van de gebruikerservaring. Als u ervoor kiest om deel te nemen en later van gedachten verandert, kunt u het Programma voor verbetering van de gebruikerservaring te allen tijde uitschakelen:

  1. Open de Configuration Manager-console.

  2. Klik het toepassingsmenu aan, klik op Programma voor verbetering van de gebruikservaring, klik op Ik wil nu niet deelnemen aan het programma en klik vervolgens op OK.

Notitie

Tenzij specifiek ingesteld, nemen alle beheersconsoles de selectie voor het Programma voor verbetering van de gebruikerservaring over die tijdens de installatie is gemaakt. Veranderingen aan de instellingen voor het Programma voor verbetering van de gebruikerservaring vanaf de Configuration Manager-console zijn specifiek voor de gebruiker en computer waar ze gemaakt zijn.

Installatieupdates

Wat doet deze functie:

Naar het einde van de installatie van de siteserver toe wordt automatisch een Windows Update-agent geïnitieerd. Indien u voor Windows Update en/of Microsoft Update hebt gekozen, zal de agent scannen naar toepasselijke updates voor uw siteserver en zal ze installeren of u een melding geven, gebaseerd op uw vooraf bestaande Update Services-voorkeuren.

Verzamelde, verwerkte of verzonden gegevens:

Zie de Update Services Privacy Statement (Privacyverklaring van Update Services) voor meer informatie over welke informatie wordt verzameld en hoe deze wordt gebruikt.

Gebruik van de informatie:

Zie de Update Services Privacy Statement (Privacyverklaring van Update Services) voor meer informatie over welke informatie wordt verzameld en hoe deze wordt gebruikt.

Keuze/beheer:

Zie de Update Services Privacy Statement (Privacyverklaring van Update Services) voor meer informatie over welke informatie wordt verzameld en hoe deze wordt gebruikt.

Microsoft Update

Wat doet deze functie:

Microsoft Update is een dienst die updates biedt voor Windows en voor andere Microsoft-software.

Verzamelde, verwerkte of verzonden gegevens:

Zie de Update Services Privacy Statement (Privacyverklaring van Update Services) voor meer informatie over welke informatie wordt verzameld en hoe deze wordt gebruikt.

Gebruik van de informatie:

Zie de Update Services Privacy Statement (Privacyverklaring van Update Services) voor meer informatie over welke informatie wordt verzameld en hoe deze wordt gebruikt.

Keuze/beheer:

De functie Software-updates is standaard niet geconfigureerd. Wanneer beheerders een software-updatepunt op een WSUS-server (Windows Update Services) installeren en configureren, wordt WSUS met deze actie automatisch op die server en andere WSUS-servers in de Configuration Manager-hiërarchie geconfigureerd. Beheerders kunnen de synchronisatie van software-updates met Microsoft Update uitschakelen.

De synchronisatie van software-updates met Microsoft Update uitschakelen

  1. Klik in de Configuration Manager-console op Beheer.

  2. Vouw Siteconfiguratie uit in de werkruimte Beheer en klik vervolgens op Sites.

  3. Klik in het resultatenvenster op de centrale beheersite of de zelfstandige primaire site.

  4. Vouw op het tabblad Start in de groep Instellingen het knooppunt Siteonderdelen configureren uit en klik op Software-updatepunt.

  5. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen van software-updatepuntonderdelen op het tabblad Synchronisatie-instellingen op Niet synchroniseren vanuit Microsoft Update of upstream-gegevensbron en klik vervolgens op OK.

Als u een softwareupdate-punt hebt dat is geconfigureerd om verbindingen vanuit het internet te accepteren, zullen Configuration Manager-clients op internet altijd scannen ten opzichte van dit updatepunt om te bepalen welke software-updates vereist zijn. Als deze clients met het internet verbonden zijn, proberen ze eerst de software-updates te downloaden van Microsoft Update, in plaats van vanaf een distributiepunt op internet. Enkel indien dit faalt, zullen ze proberen de vereiste software-updates te downloaden vanaf een distributiepunt op internet.

In Configuration Manager SP1 kan de beheerder software-implementaties configureren zodat clients op het intranet update-inhoud kunnen downloaden vanaf Microsoft Update als ze de inhoud niet kunnen downloaden vanaf een distributiepunt. In Configuration Manager zonder service pack proberen clients die niet zijn geconfigureerd voor clientbeheer op internet, nooit de software-updates te downloaden vanaf Microsoft Update.

Silverlight

Wat doet deze functie:

Silverlight is een vereiste voor de Configuration Manager-client en de Application Catalog. Silverlight wordt automatisch bijgewerkt en heeft extra gegevensverwerkende en -overdragende functionaliteit. Deze functie wordt niet door Configuration Manager beheerd.

Voor Configuration Manager zonder service pack moet het Privacybeleid voor Microsoft Silverlight 4 worden gelezen in combinatie met deze privacyverklaring.

Voor Configuration Manager SP1 moet het Privacybeleid voor Microsoft Silverlight 5 worden gelezen in combinatie met deze privacyverklaring.

Verzamelde, verwerkte of verzonden gegevens:

Zie de privacyverklaring van Silverlight voor meer informatie over welke informatie wordt verzameld en hoe ze gebruikt wordt.

Gebruik van de informatie:

Zie de privacyverklaring van Silverlight voor meer informatie over welke informatie wordt verzameld en hoe ze gebruikt wordt.

Keuze/beheer:

Raadpleeg de privacyverklaring van Silverlight voor informatie over keuze en controle:

Asset Intelligence

Wat doet deze functie:

Met Asset Intelligence kunnen IT-beheerders conformiteit met configuratiestandaarden definiëren, traceren en proactief beheren. Meten van en rapporteren over de implementatie en het gebruik van zowel fysieke als virtuele toepassingen helpt organisaties om betere zakelijke beslissingen te nemen met betrekking tot softwarelicenties en het behouden van compatibiliteit met licentieovereenkomsten.

Na het verzamelen van gebruiksgegevens van Configuration Manager-clients kunnen beheerders verschillende functies gebruiken om de gegevens te zien, met inbegrip van verzamelingen, query's en rapportering. Deze gegevens, gecombineerd met gegevens van de software-inventaris, kunnen u helpen bij het bepalen van:

  • Hoeveel kopieën van een bepaald softwareprogramma zijn geïmplementeerd in de hele organisatie en hoeveel gebruikers van de betreffende computers het programma uitvoeren.

  • Hoeveel licenties van een bepaald softwareprogramma dienen aangekocht te worden als de licentieovereenkomsten met een softwareverkoper worden vernieuwd.

  • Of er gebruikers zijn die nog altijd een bepaald softwareprogramma uitvoeren. Als het programma niet wordt gebruikt, kan de organisatie overwegen om het programma niet meer te gebruiken.

  • Op welke momenten van de dag het softwareprogramma het vaakst wordt gebruikt.

Verzamelde, verwerkte of verzonden gegevens:

Tijdens elke synchronisatie zal een catalogus van gekende software worden gedownload van Microsoft. De IT-beheerder kan kiezen om Microsoft informatie te zenden over niet gecategoriseerde softwaretitels die zijn ontdekt bij hun organisatie, met de bedoeling deze op te zoeken en toe te voegen aan de catalogus. Voorafgaand aan het uploaden van deze informatie toont een dialoogvenster precies welke gegevens zullen worden geüpload. Geüploade gegevens kunnen niet worden ingetrokken. Asset Intelligence verzendt geen informatie over gebruikers en computers of licentiegebruik naar Microsoft.

Gebruik van de informatie:

Nadat een softwaretitel is geüpload, identificeren en categoriseren Microsoft-onderzoekers deze, en vervolgens wordt deze kennis beschikbaar voor alle klanten die deze functie gebruiken en voor andere gebruikers van de catalogus. Een geüploade softwaretitel wordt openbaar, in de zin dat de kennis van deze bepaalde toepassing en haar categorisatie deel worden van de catalogus, en kan vervolgens worden gedownload naar andere gebruikers van de catalogus. Neem kennis van de privacyverklaring van uw organisatie vóór u Asset Intelligence gegevensverzameling configureert en beslist of informatie dient verzonden te worden naar Microsoft.

Keuze/beheer:

Asset Intelligence is niet standaard geactiveerd in System Center 2012 Configuration Manager. De Configuration Manager-beheerder kan gegevens gerelateerd tot de Asset Intelligence-functie verzenden of ontvangen; hiervoor moet deze een rol voor een synchronisatiepunt voor Asset Intelligence creëren. Zonder deze rol zullen geen gegevens gerelateerd tot deze functie worden verzonden naar of ontvangen worden van Microsoft. Zelfs na het maken van de rol kan de beheerder de synchronisatie activeren of uitschakelen, alsook schema's instellen voor synchronisatie van gegevens van de online catalogus in de Configuration Manager-gegevensbank. Synchronisatie kan worden geconfigureerd in de eigenschappen voor Asset Intelligence-synchronisatiepuntrollen. Het uploaden van niet-gecategoriseerde titels gebeurt nooit automatisch en het systeem is niet ontworpen om deze taak te automatiseren. U moet het uploaden van elke softwaretitel handmatig selecteren en goedkeuren.

Endpoint Protection

Wat doet deze functie:

Endpoint Protection biedt een vertrouwde ervaring voor desktopbeheer en -beveiliging, die helpt eindpunten te beschermen tegen en af te helpen van virussen en malware.

Verzamelde, verwerkte of verzonden gegevens:

Zie de Microsoft System Center 2012 Endpoint-privacyverklaring voor details over welke informatie wordt verzameld en hoe deze wordt gebruikt.

Gebruik van de informatie:

Zie de Microsoft System Center 2012 Endpoint-privacyverklaring voor details over welke informatie wordt verzameld en hoe deze wordt gebruikt.

Keuze/beheer:

Endpoint Protection is niet standaard geactiveerd in System Center 2012 Configuration Manager. Als de Configuration Manager-beheerder de Endpoint Protection-functie wil inschakelen, moet de beheerder een Endpoint Protection-puntrol maken en de Endpoint Protection-agent implementeren op computers.

Het Endpoint Protection-punt verwijderen

  1. Klik in de Configuration Manager-console op Beheer.

  2. Klik op Servers en sitesysteemrollen in de werkruimte Beheer.

  3. Klik in het resultatenventer op de server die als host optreedt voor het Endpoint Protection-punt.

  4. Selecteer in het detailvenster Sitesysteemrollen de optie Endpoint Protection-punt en klik op het tabblad Siterol in de instellingengroep Siterol op Rol verwijderen. Klik vervolgens op Ja om te bevestigen.

De Endpoint Protection-client verwijderen

  1. Stel de clientinstelling Endpoint Protection-client op clientcomputers beheren in op False (Configuration Manager zonder service pack) of Nee (Configuration Manager SP1).

  2. Implementeer een pakket en programma om de Endpoint Protection-client te verwijderen.

Automatische downloads van vereisten en taalpakketten

Wat doet deze functie:

De Configuration Manager-installatie, of afzonderlijk via het hulpprogramma Configuration Manager Setup Downloader, kan communiceren met Microsoft-websites om herdistribueerbare onderdelen, taalpakketten en de laatste installatieupdates te downloaden.

Deze bestanden worden gekopieerd naar de siteserver tijdens de installatie. Vereiste bestanden voor installatie van externe rollen, secundaire sites en clients zullen naar de respectieve systemen als onderdeel van deze installaties worden gekopieerd. Ze zullen alleen automatisch worden geïnstalleerd indien ze identiek zijn of indien een nieuwere versie van de component niet reeds is geïnstalleerd op het doelsysteem. Deze bestanden blijven aanwezig op het doelsysteem om de toekomstige hersteloperaties te ondersteunen.

Verzamelde, verwerkte of verzonden gegevens:

Er worden alleen standaardcomputergegevens, zoals hierboven beschreven, gebruikt tijdens dit proces.

Gebruik van de informatie:

De gegevens worden gebruikt om de nodige downloads te vervolledigen.

Keuze/beheer:

De installatie kan niet voltooien zonder deze downloads, maar ze kunnen afzonderlijk worden gedownload en een pad ernaar toe kan worden geleverd bij de installatie.

Sitehiërarchie – Geografische weergave met Bing Maps

Wat doet deze functie:

Sitehiërarchie – geografische weergave laat u toe de fysieke servertopologie van Configuration Manager te zien door gebruik te maken van kaarten geleverd door Microsoft Bing Maps.

Verzamelde, verwerkte of verzonden gegevens:

De locatie-informatie die u levert, wordt verzonden van uw server naar de Bing Maps-webservice om deze functie in te schakelen.

Gebruik van de informatie:

Microsoft gebruikt de informatie voor de werking van Microsoft Bing Maps en voor de verbetering van de werking hiervan en voor andere Microsoft-sites en -diensten. Zie de Microsoft Online Privacy Notice Highlights (Online privacyverklaring van Microsoft - overzicht) voor meer informatie.

Keuze/beheer:

U kunt kiezen om de geografische weergave voor de sitehiërarchie niet te gebruiken. De weergave van het hiërarchieschema laat u de hiërarchie zien en gebruikt de Bing Maps-service niet.

Cloud-gebaseerd distributiepunt

Wat doet deze functie:

Het cloud-gebaseerd distributiepunt voorziet een Configuration Manager-distributiepunt dat is ontworpen om in Windows Azure te worden uitgevoerd. Inhoud toegekend aan een cloud-gebaseerd distributiepunt wordt beheerd zoals elk ander Configuration Manager-distributiepunt.

Verzamelde, verwerkte of verzonden gegevens:

Het abonnement-id, beheercertificaat en servicecertificaat van Windows Azure worden opgeslagen in de Configuration Manager-gegevensbank wanneer een beheerder de functie configureert. Tijdens de configuratie zal een lijst van beschikbare geografische gebieden voor de hosting van het cloud-gebaseerde distributiepunt automatisch worden gelezen vanuit Windows Azure. Alle communicatie met de distributiepunten in de cloud maakt gebruik van HTTPS. Pakketten die aan een distributiepunt in de cloud zijn toegewezen, worden door Configuration Manager automatisch versleuteld en geüpload. Microsoft verzamelt geen informatie over de inhoud die is toegekend aan het distributiepunt.

Het abonnement-id en beheercertificaat van Windows Azure worden verzonden naar Windows Azure om elke communicatie van de siteserver te authentiseren.

Clientcommunicaties met een cloud-gebaseerd distributiepunt gebruiken een Configuration Manager-toegangstoken en bevatten geen Windows Azure-abonnementsinformatie. Clients gebruiken het servicecertificaat om het cloud-gebaseerde distributiepunt te authentiseren.

Zie het Vertrouwenscentrum van Microsoft Azure en de Privacyverklaring van Microsoft Azure voor meer informatie over welke gegevens worden verzameld en hoe deze wordt gebruikt door Windows Azure.

Gebruik van de informatie:

Het abonnement-id en beheercertificaat van Windows Azure worden verzonden naar Windows Azure om elke communicatie van de siteserver te authentiseren. Clientcommunicaties met een cloud-gebaseerd distributiepunt gebruiken een afzonderlijke verificatiemethode die intern is aan Configuration Manager en bevatten geen abonnementsinformatie van Windows Azure.

Zie het Vertrouwenscentrum van Microsoft Azure en de Privacyverklaring van Microsoft Azure voor meer informatie over welke gegevens worden verzameld en hoe deze wordt gebruikt door Windows Azure.

Locatie en beveiliging van distributiepuntinhoud

Als deel van de configuratiestap voor elk cloud-gebaseerd distributiepunt, moet u het geografische gebied specificeren van de Microsoft-gegevenscentra waar de distributiepuntinhoud zal worden opgeslagen. De locatie die u kiest, zal enkel van toepassing zijn op het cloud-gebaseerd distributiepunt dat wordt geconfigureerd. Het zal uw geografische locatieselectie voor andere Windows Azure-diensten die u in uw account hebt, niet wijzigen. U kunt meerdere cloud-gebaseerde distributiepunten configureren met verschillende geografieën. Inhoud die is geüpload op distributiepunten is versleuteld met een sleutel die uniek is voor de installatie van Configuration Manager van uw organisatie. Sommige inhoud kan bijzonder gevoelig zijn voor uw organisatie of onderhevig aan specifieke regelgevingsvereisten.

Zie het Vertrouwenscentrum van Microsoft Azure en de Privacyverklaring van Microsoft Azure voor meer informatie over welke gegevens worden verzameld en hoe deze worden gebruikt door Windows Azure.

Keuze/beheer:

Deze rol is standaard niet geïnstalleerd.Configuration Manager-beheerders hebben de controle over de inhoud die overgebracht wordt naar elk distributiepunt in de cloud via pakkettoewijzing. Er is bovendien een clientinstelling die moet worden geactiveerd door de beheerder zodat clients gebruik kunnen maken van cloud-gebaseerde distributiepunten. De service kan worden gestopt vanaf de Configuration Manager-console en de rol kan altijd worden verwijderd.

Beheerders die een distributiepunt in de cloud willen verwijderen, kunnen het distributiepunt in de Configuration Manager-console selecteren en vervolgens Verwijderen selecteren.

Wanneer beheerders een distributiepunt in de cloud uit een hiërarchie verwijderen, wordt in Configuration Manager geprobeerd de inhoud uit de cloudservice in Windows Azure te verwijderen.

Koppelingen naar de Windows Store

Wat doet deze functie:

De Configuration Manager-beheerder kan een koppeling creëren naar een specifieke toepassing die vanuit de Windows Store beschikbaar is. Als eindgebruikers klikken op de link om een toepassing te installeren, wordt de online winkel automatisch opgestart voor een specifieke toepassing. Gebruikers moeten zich aanmelden met een Windows-account om toegang te krijgen tot de Windows Store. Koppelingen naar toepassingen in de Windows Store worden niet ondersteund door besturingssystemen die ouder zijn dan Windows 8.

Verzamelde, verwerkte of verzonden gegevens:

Een verzoek met de toepassing-id wordt verzonden naar de Windows Store. Zie het onderwerp Functiesupplement van de Privacyverklaring Windows 8 en Windows Server 2012 van de Windows Store voor meer informatie over welke gegeven worden verzonden en verzameld en hoe deze worden gebruikt door de Windows Store.

Gebruik van de informatie:

Zie het onderwerp Functiesupplement van de Privacyverklaring Windows 8 en Windows Server 2012 van de Windows Store voor meer informatie over welke informatie verzonden en verzameld wordt en hoe deze wordt gebruikt door de Windows Store.

Keuze/beheer:

Configuration Manager-beheerders kunnen kiezen om geen toepassingen te maken die een koppeling naar de Windows Store bevatten.

Bestaande toepassingen identificeren die een koppeling naar Windows Store bevatten

  1. Klik op Softwarebibliotheek in de Configuration Manager-console.

  2. Vouw in de werkruimte Softwarebibliotheek het knooppunt Toepassingsbeheer uit en klik op Toepassingen.

  3. Zoek op het distributietype Windows-app-pakket (in de Windows Store).

E-mailmeldingen voor waarschuwingen

Wat doet deze functie:

Voor ondersteunde waarschuwingstypes kan Configuration Manager worden geconfigureerd om bij een triggering van een waarschuwing een e-mailbericht te verzenden naar ontvangers die u aanduidt.

Verzamelde, verwerkte of verzonden gegevens:

De volgende informatie wordt opgeslagen in de Configuration Manager-gegevensbank als een beheerder de functie activeert: SMTP-server, het e-mailadres van de afzender, en, indien nodig, de gebruikersnaam en het wachtwoord om verbinding te maken met de SMTP-server. U moet bovendien één of meer e-mailadressen leveren van ontvangers voor elke e-mailwaarschuwing. Niets van deze informatie wordt verzonden naar Microsoft.

Keuze/beheer:

De e-mailmeldingsfunctie staat standaard uit. Beheerders kunnen de e-mailwaarschuwingsfunctie activeren vanaf de Configuration Manager-console. Zie Waarschuwingen configureren in Configuration Manager voor meer informatie over het configureren van e-mailwaarschuwingen.

Uitschakelen van e-mailmeldingen in Configuration Manager zonder service pack

  1. Klik in de Configuration Manager-console op Beheer.

  2. Vouw Siteconfiguratie uit in de werkruimte Beheer en klik vervolgens op Sites.

  3. Klik op Site-onderdelen configureren in het tabblad Start, in de groep Instellingen en klik vervolgens op E-mailmelding.

  4. Deselecteer, in het dialoogvenster Eigenschappen van onderdeel e-mailmelding het keuzevakje Activeer e-mailmelding voor Endpoint Protection waarschuwingen en klik vervolgens op OK.

E-mailmeldingen in Configuratie Manager SP1 uitschakelen

  1. Klik op Bewaking in de Configuration Manager-console.

  2. Vouw Waarschuwingen uit in de werkruimte Bewaking en klik vervolgens op Abonnementen.

  3. Klik op E-mailmeldingen configureren in het tabblad Start in de groep Maken.

  4. Deselecteer, in het dialoogvenster Eigenschappen van onderdeel e-mailmelding het keuzevakje Activeer e-mailmelding voor waarschuwingen en klik vervolgens op OK.

Microsoft Intune-abonnement

Wat doet deze functie:

Klanten die een abonnement op Microsoft Intune hebben aangeschaft, kunnen Configuration Manager gebruiken voor het beheren van hun mobiele apparaten die verbonden zijn via Microsoft Intune. De privacyverklaring voor Microsoft Intune moet worden gelezen in combinatie met deze privacyverklaring.

Verzamelde, verwerkte of verzonden gegevens:

Alle communicatie met Microsoft Intune gebruiken HTTPS. U kunt het Microsoft Intune-abonnement configureren en het Certificate Signing Request (CSR) downloaden dat nodig is voor de configuratie van iOS-ondersteuning. Daarvoor moet een beheerder zich aanmelden op Microsoft Intune met het account en wachtwoord van zijn/haar werk- of schoolaccount. Deze referenties worden niet opgeslagen in Configuration Manager. Alle andere communicaties met Microsoft Intune worden geverifieerd door gebruikmaking van PKI-certificaten die automatisch door Microsoft Intune worden gegenereerd.

Voor het beheer van apparaten die zijn verbonden met Microsoft Intune, wordt bepaalde informatie verzonden naar en ontvangen van Microsoft Intune. Deze informatie bevat de User Principal Name (UPN) van alle gebruikers die zijn toegewezen aan de dienst en inventarisinformatie van apparaten, voor apparaten die door Microsoft Intune worden beheerd. Metagegevens, zoals de toepassingsnaam, uitgever, en versie worden, voor inhoud die is toegekend aan Manage.Microsoft.com-distributiepunten, verzonden naar Microsoft Intune. De werkelijke binaire inhoud toegekend aan een Manage.Microsoft.com-distributiepunt is versleuteld vóór het naar Microsoft Intune wordt geüpload.

Gebruik van de informatie:

De informatie verzonden naar Microsoft Intune wordt alleen gebruikt om de Microsoft Intune-diensten te verbeteren. Microsoft verzamelt geen informatie over de inhoud die is toegekend aan het distributiepunt.

Beveiliging van gegevens met betrekking tot het abonnement:

Inhoud die is geselecteerd om te worden geüpload naar het Manage.Microsoft.com-distributiepunt is versleuteld met een sleutel die uniek is voor de installatie van Configuration Manager. Sommige inhoud kan bijzonder gevoelig zijn voor uw organisatie of onderhevig aan specifieke regelgevingsvereisten. Zie de Microsoft Intune Privacy Notice Highlights (Online privacyverklaring van Microsoft - overzicht) voor meer informatie.

Keuze/beheer:

Deze functie is niet standaard geconfigureerd. Beheerders hebben controle over welke inhoud wordt verzonden naar het Manage.microsoft.com-distributiepunt en welke gebruikers aan de dienst worden toegewezen. De functie kan steeds worden verwijderd.

Zie de Microsoft Intune-privacyverklaring voor informatie over het buiten gebruik stellen van apparaten die worden beheerd door Microsoft Intune.

Als u de communicatie tussen Configuration Manager en Intune wilt uitschakelen, kunt u de Windows Intune-connector verwijderen.

De Intune Windows-connector verwijderen

  1. Klik in de Configuration Manager-console op Beheer.

  2. Klik op Servers en sitesysteemrollen in de werkruimte Beheer.

  3. Selecteer de server die als host optreedt voor de Windows Intune-connector.

  4. Selecteer in het detailvenster Sitesysteemrollen de optie Windows Intune-connector en klik op het tabblad Siterol in de instellingengroep Siterol op Rol verwijderen. Klik vervolgens op Ja om te bevestigen.