Cloudservices plannen in Configuration Manager
Van toepassing op: System Center 2012 Configuration Manager SP1, System Center 2012 Configuration Manager SP2, System Center 2012 R2 Configuration Manager, System Center 2012 R2 Configuration Manager SP1
Notitie
De informatie in dit onderwerp is van toepassing op System Center 2012 Configuration Manager SP1 of later en System Center 2012 R2 Configuration Manager of later.
Vanaf System Center 2012 Configuration Manager SP1 kunt u cloudservices gebruiken voor het beheer van bronnen en om het aantal externe distributiepunten te beperken dat u in een hiërarchie implementeert. Gebruik de informatie in de volgende gedeeltes om het gebruik van een infrastructuur in de cloud te plannen, bijvoorbeeld sitesysteemrollen met behulp van Windows Azure.
Informatie over cloudservices voor sitesysteemrollen
Vanaf Configuration Manager SP1 kunt u een cloudservice in Windows Azure gebruiken om de volgende sitesysteemrollen te hosten:
- Distributiepunt - Zie het gedeelte Planning voor cloud-gebaseerde distributiepunten in het onderwerp Inhoudsbeheer plannen in Configuration Manager voor informatie over het gebruik van distributiepunten in een cloud.
Sitesysteemrollen die door Windows Azure worden gehost, worden sitesysteemcloudservices genoemd. Deze cloudservices vormen een tegenstelling met sitesysteemservers, waarmee juist wordt verwezen naar lokale computers die u beheert in uw netwerkomgeving.
Voordat u een cloudservice kunt gebruiken om een sitesysteemrol te hosten, moet u beschikken over een abonnement op Windows Azure, en Windows Azure zodanig configureren dat de sitesysteemrollen worden ondersteund. Als u Windows Azure wilt gebruiken voor sitesysteemrollen, moet u een beheercertificaat verkrijgen dat u uploadt naar Windows Azure. Door het beheercertificaat kan Configuration Manager communiceren met de cloudservice. Voor aanvullende vereisten raadpleegt u het planningsonderwerp dat specifiek geldt voor de sitesysteemrol die u installeert als een cloudservice.
Wanneer u een cloudservice gebruikt om een sitesysteemrol te hosten, hoeft u de hardware waarop de sitesysteemrol is geïnstalleerd, niet te plannen. De cloudservice in Windows Azure vervangt de hardware. Voor een distributiepunt definieert u bijvoorbeeld de hoeveelheid opslagruimte die het distributiepunt van u mag gebruiken en geeft u op wanneer Configuration Manager meldingen genereert die zijn gebaseerd op drempelwaarden voor gegevensoverdracht. U geeft ook de Windows Azure-regio op waarvoor elk distributiepunt in de cloud is ingericht. Zo kunt u bijvoorbeeld één distributiepunt in de cloud implementeren voor de regio Noord-Amerika en een tweede distributiepunt voor Azië.
Het belangrijkste aandachtspunt voor een sitesysteemrol die als een cloudservice is geïnstalleerd, is doorgaans kostenbeheer voor het Windows Azure-account waarop de cloudservice wordt gehost. Daarom moet u voor elke cloudservice die u gebruikt, plannen dat u de lopende kosten bewaakt die verband houden met de opslag van gegevens in de cloud, evenals voor gegevensoverdrachten vanaf sitesysteemcloudservices die u gebruikt met Configuration Manager. Zie Kosten van het gebruik van een cloudservice met Configuration Manager voor meer informatie, en controleer de details van uw Windows Azure-abonnement.
Kosten van het gebruik van een cloudservice met Configuration Manager
Wanneer u een cloudservice gebruikt, moet u een planning maken voor de kosten van gegevensopslag en -overdracht die wordt uitgevoerd door Configuration Manager-clients. Kosten voor het gebruik van een cloudservice worden niet beheerd door System Center 2012 Configuration Manager, en Configuration Manager rekent geen extra kosten voor toegang tot een cloudservice. De kosten worden namelijk bepaald door uw Windows Azure-account en- abonnementsgegevens, plus het gegevensvolume dat u opslaat en clients laat downloaden.
Zie Windows Azure in de MSDN-bibliotheek voor meer informatie over Windows Azure.
Beveiliging en cloudservices met Configuration Manager
Configuration Manager maakt gebruik van certificaten om inhoud in Windows Azure in te richten en toegankelijk te maken, en om de services te beheren die u gebruikt. De gegevens die u opslaat in Windows Azure worden door Configuration Manager versleuteld, maar er wordt geen aanvullende beveiliging of gegevensbeheer toegevoegd naast de beveiliging en het beheer van Windows Azure zelf. Zie de documentatie van Windows Azure voor meer informatie over de beveiliging van Windows Azure.
In de volgende onderwerpen op de TechNet-website vindt u meer uitleg over beveiliging in Windows Azure: