Delen via


Toepassingsbewaking met de standaardinstellingen

 

Van toepassing op: System Center 2012 R2 Operations Manager, System Center 2012 - Operations Manager, System Center 2012 SP1 - Operations Manager

Het accepteren van de standaardwaarden kan een uitstekende manier zijn om te starten met de bewaking van een toepassing waarvan de beheerder weinig of geen kennis heeft. Nadat de toepassing enige tijd met alle standaardwaarden is bewaakt, kan de beheerder instellingen gaan aanpassen op basis van de bewakingswaarschuwingen, Application Diagnostics-gegevens en Application Advisor-rapporten.

Standaardinstellingen gebruiken voor bewaking aan serverzijde

U moet zelf wel nog de toepassing die u wilt bewaken en het management pack voor het doel selecteren, maar vervolgens kunt u de bewaking starten met alle standaardwaarden. Bij gebruik van alle standaardinstellingen vindt bij het bewaken van de toepassingsprestaties alleen bewaking aan serverzijde plaats en zijn alle drempelwaarden voor alle pagina's hetzelfde. Als u de standaardwaarden wilt bekijken, doorloopt u de wizard zonder iets te wijzigen.

Standaardinstellingen gebruiken voor bewaking aan clientzijde

De standaardinstellingen volstaan om aan de slag te gaan en u de bewaking te laten testen vanaf localhost-verbindingen. Het bereik van de bewaking is zodanig dat localhost standaard wordt bewaakt.

U kunt de standaardinstellingen voor bewaking aan clientzijde gewoon accepteren, maar het is wel belangrijk dat u de compatibiliteitscontrole uitvoert om te valideren of de toepassing kan worden bewaakt en of er pagina's zijn die van bewaking moeten worden uitgesloten. Daarom is het zonder meer toepassen van standaardinstellingen voor bewaking aan clientzijde mogelijk riskant. Zie Voordat u begint met het controleren van .NET-toepassingen voor meer informatie over het uitvoeren van de compatibiliteitscontrole.

In het algemeen geldt dat drempelwaarde-instellingen voor bewaking aan clientzijde hoger moeten zijn dan drempelwaarde-instellingen voor bewaking aan serverzijde. De reden hiervoor is dat de bewaking aan clientzijde ook de servertijd bevat. Wanneer een gebeurtenis aan clientzijde bijvoorbeeld in diverse delen wordt verdeeld, wordt een deel van de tijd op de server doorgebracht, maar de client bewaakt ook de tijd die op het netwerk wordt doorgebracht en de tijd in de browser.

IP-adresfilters en netwerktaakverdelers Bij IP-filters wordt bovendien bewaking aan clientzijde alleen voor localhost ingeschakeld. En instellingen voor netwerktaakverdelers moeten correct voor bewaking aan clientzijde worden ingesteld. Als de IP-header niet is ingesteld, lijkt alle bewakingsverkeer aan clientzijde afkomstig te zijn van één IP-adres. Alle op IP-adressen en subnetten gebaseerde rapporten in Application Advisor zijn ongeldig als de standaardinstellingen worden gebruikt in combinatie met een netwerktaakverdeler.

Er is geen standaardwaarde voor de netwerktaakverdelers. Aan u de keuze of u de netwerktaakverdelerinstelling wijzigt, maar de IP-filters van de client moet u wijzigen want als u deze instellingen niet bijwerkt, worden helemaal geen gegevens opgehaald.

IP-adresfilters U kunt IP-filters van de client gebruiken om de netwerken te selecteren die u wilt bewaken. Met filters kunnen beheerders het bereik van bewaakte computers beperken. Standaard worden alleen localhost-IP-adressen bewaakt. Als de lijst met IP-filters leeg is, worden alle IP-adressen bewaakt. IP-adressen die voldoen aan de filterdefinities worden uitgesloten van bewaking aan clientzijde. Zie Het IP-adres uitsluiting Filters voor Client-Side Monitoring configureren voor meer informatie.