Delen via


Gegevens verplaatsen met Windows PowerShell-cmdlets

Windows PowerShell is een opdrachtregelshell voor Windows, die een interactieve prompt en een scriptomgeving bevat. In tegenstelling tot de meeste shells, die tekst accepteren en retourneren, is Windows PowerShell gebaseerd op de CLR (Common Language Runtime) van .NET en .NET Framework, die Windows PowerShell .NET-objecten accepteert en retourneert.

Als u de module Microsoft.WindowsServerSolutions.SBS.Powershell.MoveData toevoegt aan Windows PowerShell, kunt u cmdlets (uitgesproken als command-lets) gebruiken voor het verplaatsen van gegevensmappen. De volgende Windows PowerShell-cmdlets zijn beschikbaar voor het verplaatsen van gegevensmappen:

  • Get-SBSDataStore: een .NET-object ophalen dat de opgeslagen gegevens vertegenwoordigt die zijn gekoppeld aan de parameter die aan de cmdlet wordt geleverd.

  • Move-SBSDataStore: de opgeslagen gegevens naar een nieuw station verplaatsen.

De volgende waarden kunnen worden gebruikt voor de parameter Name (of DataStoreName) van de Windows PowerShell-cmdlets:

  • Exchange

  • SharePoint

  • WSUS

  • UserShares

  • UserDocuments

  • ClientBackup

De Get-SBSDataStore-cmdlet retourneert een .NET-object dat kenmerken bevat die betrekking hebben op de opgeslagen gegevens die in de parameter zijn gedefinieerd. Als u de Get-SBSDataStore-cmdlet uitvoert en Exchange voor de parameter Name opgeeft, worden de volgende gegevens geretourneerd:

Drives: {C:\  409684442}
IsMovable: True
ReasonUnableToMove:
Store: UserShares
AvailableDrives: {F:\, D:\}
NewDrive: F:\
TotalSize: 409684442
RequiredFreeSpace: 409684442

In de volgende procedures wordt uitgelegd op welke manieren u de Move-SBSDataStore-cmdlet kunt gebruiken voor het verplaatsen van mappen naar een nieuw station.

U kunt de uitvoer van de Get-SBSDataStore-cmdlet omleiden naar de Move-SBSDataStore-cmdlet, zonder hiervoor het doelstation te definiƫren. Het doelstation is het eerste beschikbare station in de eigenschap AvailableDrives.

De Move-SBSDataStore-cmdlet gebruiken zonder het doelstation op te geven

  1. Klik op Start, klik op Uitvoeren, typ powershell en druk op ENTER.

  2. Typ de volgende opdracht achter de PowerShell-opdrachtprompt en druk op ENTER:

    Add-PSSnapin Microsoft.WindowsServerSolutions.SBS.Powershell.MoveData

  3. Typ de volgende opdracht achter de PowerShell-opdrachtprompt en druk op ENTER:

    Get-SBSDataStore <DataStoreName> | Move-SBSDataStore

    Bijvoorbeeld: Get-SBSDataStore Exchange | Move-SBSDataStore

U kunt de uitvoer van de Get-SBSDataStore-cmdlet omleiden naar de Move-SBSDataStore-cmdlet en het doelstation definiƫren.

De Move-SBSDataStore-cmdlet gebruiken en het doelstation opgeven

  1. Klik op Start, klik op Uitvoeren, typ powershell en druk op ENTER.

  2. Typ de volgende opdracht achter de PowerShell-opdrachtprompt en druk op ENTER:

    Add-PSSnapin Microsoft.WindowsServerSolutions.SBS.Powershell.MoveData

  3. Typ de volgende opdracht achter de PowerShell-opdrachtprompt en druk op ENTER:

    Get-SBSDataStore <DataStoreName> | Move-SBSDataStore -drive <DriveLetter>:

    Bijvoorbeeld: Get-SBSDataStore Exchange | Move-SBSDataStore -drive D:

    Notitie

    D: moet een van de beschikbare stations zijn die worden weergegeven in lijst voor de eigenschap AvailableDrives.

U kunt gegevens ook zonder de Get-SBSDataStore-cmdlet verplaatsen. U kunt de parameter Name en het doelstation direct in de Move-SBSDataStore-cmdlet opgeven.

De opslagparameter en het doelstation direct in de Move-SBSDataStore-cmdlet opgeven

  1. Klik op Start, klik op Uitvoeren, typ powershell en druk op ENTER.

  2. Typ de volgende opdracht achter de PowerShell-opdrachtprompt en druk op ENTER:

    Add-PSSnapin Microsoft.WindowsServerSolutions.SBS.Powershell.MoveData

  3. Typ de volgende opdracht achter de PowerShell-opdrachtprompt en druk op ENTER:

    Move-SBSDataStore <DataStoreName> -drive <DriveLetter>:

    Bijvoorbeeld: Move-SBSDataStore Exchange -drive D:

U kunt de parameter -log in een willekeurige cmdlet opgeven om een logboekbestand te maken met de gegevens over de verplaatsing. Het logboekbestand bevindt zich in de map %ProgramFiles%\Windows Small Business Server\Logs en heeft de naam MoveDataCmd.{ProcessId}.log.

Aanvullende bronnen

Zie 'Windows PowerShell' op de Microsoft-website (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=102372) voor meer informatie over Windows PowerShell.