De SQLite-databaseprovider gebruiken met EF Core

Voltooid

In de vorige les hebt u geleerd hoe u gegevens kunt behouden in een in-memory database. Het behouden van gegevens in een in-memory database is handig bij de ontwikkeling. Maar omdat alle gegevens verloren gaan wanneer de toepassing opnieuw wordt opgestart, is deze niet geschikt voor productie. In productie moet u gegevens behouden naar een database zoals SQL Server, MySQL, PostgreSQL of SQLite.

Databaseproviders abstraheren databasetoegang vanuit de toepassingscode

Een van de voordelen van het uitvoeren van databasetoegang via een abstractielaag zoals Entity Framework (EF) Core is dat uw toepassing loskoppelt van de databaseprovider. U kunt de databaseprovider wijzigen zonder de databasetoegangscode opnieuw te schrijven. U mag niet verwachten dat u van databaseprovider kunt wisselen zonder dat dit van invloed is op uw toepassingscode, maar dat de wijzigingen worden geminimaliseerd en gelokaliseerd.

Een voordeel van het gebruik van EF Core is dat u uw code, ervaring en gegevenstoegangsbibliotheken opnieuw kunt gebruiken voor gebruik met elke andere EF Core-databaseprovider.

Voor deze zelfstudie gebruikt u de SQLite-database, maar u kunt ook een database gebruiken die beter voor u werkt. EF Core ondersteunt momenteel meer dan 20 databaseproviders.

Stappen voor het toevoegen van een nieuwe databaseprovider

Over het algemeen gebruikt u de volgende stappen om een nieuwe databaseprovider te implementeren:

  1. Voeg een of meer NuGet-pakketten toe aan uw project om de databaseprovider op te nemen.
  2. Configureer de databaseverbinding.
  3. Configureer de databaseprovider in de ASP.NET Core-services.
  4. Databasemigraties uitvoeren.

In de volgende les doorloopt u de stappen voor het toevoegen van de SQLite-databaseprovider. Vergelijkbare stappen zijn van toepassing op andere databaseproviders.