Samenvatting

Voltooid

Azure SQL Database heeft verschillende verificatie- en autorisatieopties die verschillen van de opties in SQL Server. Dit komt doordat Azure SQL Database en Azure SQL Managed Instance afhankelijk zijn van Microsoft Entra-id in plaats van Windows Server Active Directory.

In deze module hebt u de procedures verkend voor het verlenen van machtigingen en wat de verschillende machtigingen in een database doen. In deze module is ook het concept van 'minimale bevoegdheid' verkend. Hoewel de ingebouwde rollen in SQL Server en andere database-engines uitgebreide borstels van beveiligingsbevoegdheden bieden, hebben veel toepassingen meer gedetailleerde beveiliging nodig voor databaseobjecten.

Nu u deze module hebt doorlopen, zou u het volgende moeten kunnen:

  • De verschillen tussen Active Directory en Microsoft Entra-id beschrijven
  • Verificatieopties voor Azure SQL Database uitleggen
  • Beveiligingsprinciplen beschrijven
  • Objectmachtigingen uitleggen
  • Verificatie- en autorisatiefouten identificeren