Uitdaging - Gegevenstypen
Om alles wat u in deze module hebt geleerd in de praktijk te brengen, hebben we een aantal coderingsuitdagingen voor u. Deze uitdagingen zijn niet ingewikkeld en we geven u onze oplossing voor elk van deze uitdagingen. Probeer ze eerst zelf op te lossen en vergelijk vervolgens uw oplossing met die van ons. U kunt altijd teruggaan om de inhoud te bekijken als u iets specifieks niet meer weet.
Een programma schrijven om de Fibonacci-reeks te berekenen
In deze eerste uitdaging schrijft u een programma om de Fibonacci-reeks van een getal te berekenen. U schrijft een functie die een segment retourneert met alle getallen in een Fibonacci-reeks. De reeks resulteert in het uitvoeren van de berekening op basis van een getal dat door de gebruiker wordt ingevoerd. Het invoernummer moet groter zijn dan twee. Stel dat getallen lager dan 2
een fout opleveren en een nil-segment retourneren.
Vergeet niet dat de Fibonacci-reeks een lijst is met getallen waarbij elk getal de som is van de vorige twee Fibonacci-getallen. De reeks getallen 6
is 1,1,2,3,5,8
bijvoorbeeld, voor 7
is 1,1,2,3,5,8,13
, voor 8
is, enzovoort 1,1,2,3,5,8,13,21
.
Een Romeinse numerieke vertaler maken
Schrijf een programma dat een Romeins cijfer als MCLX
volgt 1,160
vertaalt. Gebruik een kaart om de eenvoudige Romeinse cijfers te laden die u gaat gebruiken om een tekenreeks te vertalen in een getal. Dit is bijvoorbeeld M
een sleutel in de kaart en de waarde ervan is 1000
. Gebruik de volgende lijst met tekenreekstekens:
M
=> 1000D
=> 500C
=> 100L
=> 50X
=> 10V
=> 5I
=> 1
Als de invoer van de gebruiker wordt geleverd met een andere letter dan de voorgaande lijst, drukt u een fout af.
Houd er rekening mee dat er gevallen zijn waarin een kleiner getal voorafgaat aan een groter getal, zodat u niet alleen de getallen kunt optellen. Het nummer MCM
moet bijvoorbeeld worden afgedrukt 1,900
.