Lesontwerp
Bij de overgang naar een hybride leeromgeving moeten docenten hun inhoud en leerplannen evalueren om te bepalen wat het meest essentieel is voor leerlingen/studenten om te leren. Veel onderwijsinstellingen hebben ontdekt dat 'less is more' is wanneer wordt gekeken naar welke inhoud synchroon moet worden bezorgd en hoe deze moet worden geleverd(Tolerantie en transformatie voor de toekomst van leren 7). Bij het stroomlijnen van de focus van hun cursus kunnen docenten de cursus vereenvoudigen door rekening te houden met de blijvende inzichten die leerlingen aan het einde van de cursus moeten hebben. Wanneer docenten een goed begrip hebben, kunnen ze beginselen voor achterwaarts ontwerpen gebruiken om hun cursus en lessen te plannen met het doel in gedachten. Wanneer docenten hun uiteindelijke bestemming in gedachten hebben, kunnen ze de eindbeoordeling maken voor de eenheid die meet of de leerlingen/studenten de leerdoelen hebben bereikt. Docenten kunnen vervolgens kritisch nadenken over wat leerlingen/studenten nodig hebben om het einddoel te bereiken. Wat moet er in elke les worden behandeld? Welke lezingen/video's moeten worden gedeeld? Welke oefenactiviteiten, opdrachten en discussies moeten leerlingen/studenten voltooien? Het proces voor achterwaarts ontwerpen zorgt voor een uitgebreidere leerervaring voor leerlingen/studenten en garandeert dat elke activiteit, les en discussie die docenten plannen, de blijvende inzichten ondersteunt.
Een andere lesontwerpbenadering die voordeel kan hebben van hybride leermodellen is Universal Design voor Learning (UDL). Het UDL-framework begeleidt docenten bij het ontwerpen van instructiedoelen, evaluaties, methoden en materialen die kunnen worden aangepast aan de behoeften van individuele leerlingen/studenten. Bij het gebruik van het UDL-framework beschouwen docenten drie UDL-principes om hun cursus zo te ontwerpen dat ze meerdere manieren bieden om:
- Representatie
- Actie en expressie
- Betrokkenheid
Zodra de cursusdoelstellingen zijn geïdentificeerd en de leeractiviteiten zijn gemaakt, moeten docenten zich richten op strategieën voor het leveren van de inhoud en het communiceren van het leerplan en de verwachtingen aan de leerlingen/studenten. Wanneer u inhoud synchroon levert, geeft hersenonderzoek aan dat docenten elke tien minuten iets emotioneel relevants moeten doen om de aandacht van leerlingen/studenten te behouden (Medina 89-90). Als u gesegmenteerde lessen in een liveles wilt maken, kunnen docenten op bepaalde tijden pauzeren en leerlingen/studenten vragen om:
Deel hun gedachten, stel vragen, beantwoord vragen
Een snelle formulierenpeiling of oefenformulierenquiz voltooien
Een concept verwerken of oefenen
Bespreken wat ze leren met een partner
Gebruik een eenvoudige emoji in het chatvenster om hun comfortniveau met het materiaal aan te tonen
Voor asynchron leren kunnen docenten minilessen opnemen. Onderzoek meldt dat de optimale lengte van instructievideo's zes minuten is (Darby 53). Als een instructievideo langer is dan zes minuten, moeten docenten de video uploaden naar Microsoft Stream en vragen invoegen via Formulieren op specifieke punten in de video, zodat leerlingen/studenten kunnen onderbreken en kunnen nadenken over wat ze leren voordat ze verder gaan en meer kunnen bekijken.
Daarnaast moeten docenten regelmatig de leerdoelen, het leerplan en de verwachtingen communiceren. Een overzicht van best practices in het onderwijs op afstand gevonden:
"Omdat onderwijs op afstand fysieke scheiding van docent en leerling/student inhoudt, moet het ontwerp van de instructie zeer nauwkeurig zijn om ervoor te zorgen dat leerlingen/studenten alle informatie hebben die ze nodig hebben en dat deze in een logische en eenvoudig te volgen indeling worden gepresenteerd."
(Nsiah 3-4). Daarom moeten docenten verschillende methoden gebruiken om leerlingen/studenten te helpen het doel te zien van wat ze leren. Docenten kunnen schriftelijke instructies, video- of audioaankondigingen en dagelijkse en/of wekelijkse herinneringen geven over wat de leerdoelen zijn. Binnen de multimodale communicatie moeten docenten de kerndoelstellingen herhaaldelijk versterken. Bovendien willen docenten, om het behoud te verbeteren, concepten voortdurend versterken door te verbinden wat leerlingen gisteren hebben geleerd met wat ze vandaag leren.
Om leerlingen/studenten te helpen met structuur en tijdbeheer, moeten docenten lessen en opdrachten plannen. Leerlingen/studenten voorzien van kleinere activiteiten waar ze vaardigheden kunnen oefenen en succes kunnen vinden, is een positieve manier om leerlingen/studenten voor te bereiden op grotere taken die nodig zijn voor summatieve evaluaties.