Basisopdrachten voor Git
Git werkt door de wijzigingen in uw bestanden te onthouden alsof het momentopnamen van uw bestandssysteem maakt.
We behandelen enkele basisopdrachten om bestanden in uw opslagplaats bij te houden. Vervolgens slaat u uw eerste 'momentopname' voor Git op om deze te vergelijken.
git-status
De eerste en meest gebruikte Git-opdracht is git status
. U hebt deze al één keer gebruikt in de vorige oefening om te zien dat u uw Git-opslagplaats correct hebt geïnitialiseerd.
git status
geeft de status van de actieve boomstructuur weer (en van het faseringsgebied, we praten binnenkort meer over het faseringsgebied). Hiermee kunt u zien welke wijzigingen momenteel worden bijgehouden door Git, zodat u kunt bepalen of u Git wilt vragen om een andere momentopname te maken.
Git add
git add
is de opdracht die u gebruikt om Git te laten weten dat wijzigingen in bepaalde bestanden moeten worden bijgehouden.
De technische term is het faseren van deze wijzigingen. U gaat wijzigingen git add
faseren om u voor te bereiden op een doorvoering. Alle wijzigingen in bestanden die zijn toegevoegd maar nog niet zijn doorgevoerd, worden opgeslagen in het faseringsgebied.
git commit
Nadat u enkele wijzigingen voor doorvoer hebt voorbereid, kunt u uw werk opslaan in een momentopname door de git commit
opdracht aan te roepen.
De term doorvoering komt van het werkwoord 'doorvoeren'. Het heeft in wezen dezelfde betekenis als wanneer u een plan doorvoert of een wijziging doorvoert in een database. Het werkwoord 'doorvoeren' betekent dat u een kopie (van het bestand, de map of andere objecten) als nieuwe versie in de opslagplaats opslaat. Het zelfstandige naamwoord 'doorvoering' is het kleine gegevensfragment waardoor de door u doorgevoerde wijzigingen een unieke id krijgen. De gegevens die zijn opgeslagen in een doorvoering, bevatten de naam en het e-mailadres van de auteur, de datum, opmerkingen over wat u hebt gedaan (en waarom), een optionele digitale handtekening en de unieke id van de voorgaande doorvoering.
Git-logboek
Met de opdracht git log
kunt u informatie over vorige doorvoeringen bekijken. Aan elke doorvoering is een bericht gekoppeld (een doorvoerbericht) en de git log
opdracht geeft informatie weer over de meest recente doorvoeringen, zoals hun tijdstempel, de auteur en een doorvoerbericht. Met deze opdracht kunt u bijhouden wat u hebt gedaan en welke wijzigingen zijn opgeslagen.
Git Help
U hebt de opdracht git help
al eens gebruikt, maar het is handig om u hieraan te herinneren. Gebruik deze opdracht om eenvoudig informatie te krijgen over alle opdrachten die u tot nu toe hebt geleerd en meer.
Vergeet niet dat elke opdracht ook een eigen Help-pagina bevat. U kunt deze Help-pagina's vinden door te typen git <command> --help
. Hiermee wordt bijvoorbeeld git commit --help
een pagina weergegeven die u meer vertelt over de git commit
opdracht en hoe u deze kunt gebruiken.