Inzicht in apparaatconfiguratie

Voltooid

Het inschrijven van uw apparaten is slechts de eerste stap. Wanneer u apparaten in uw organisatie configureert, kunt u het in- of uitschakelen van instellingen en functies toepassen. Deze instellingen en functies worden toegevoegd aan configuratieprofielen. U kunt profielen maken voor verschillende apparaten en verschillende platforms, waaronder iOS/iPadOS, Android-apparaatbeheerder, Android Enterprise en Windows. Gebruik vervolgens Intune om het profiel toe te passen of toe te wijzen aan de apparaten.

Screenshot of configuring devices using Microsoft Intune.

Gebruik deze configuratieprofielen als onderdeel van uw MDM-oplossing (Mobile Device Management) om verschillende taken uit te voeren. Enkele profielvoorbeelden zijn:

  • Gebruik op Windows 10/11-apparaten een profielsjabloon waarmee ActiveX-besturingselementen in Internet Explorer worden geblokkeerd.
  • Op iOS-/iPadOS- en macOS-apparaten kunnen gebruikers AirPrint-printers in uw organisatie gebruiken.
  • Toegang tot Bluetooth op het apparaat toestaan of voorkomen.
  • Maak een Wi-Fi- of VPN-profiel dat verschillende apparaten toegang geeft tot uw bedrijfsnetwerk.
  • Software-updates beheren, inclusief wanneer ze zijn geïnstalleerd.
  • Voer een Android-apparaat uit als toegewezen kioskapparaat dat één app kan uitvoeren of veel apps kan uitvoeren.