Een niet-relationeel gegevensmodel implementeren
De belangrijkste toegangspatronen van een toepassing identificeren. Definieer het gegevensmodel van de entiteiten, samen met containers om de gegevens op te slaan met een partitiesleutel die resulteert in een efficiënt en schaalbaar gegevensarchief voor de toepassing.
Leerdoelen
In deze module wordt het volgende behandeld:
Toegangspatronen voor gegevens bepalen.
Pas strategieën voor gegevensmodel en partitionering toe om een efficiënte en schaalbare NoSQL-database te ondersteunen.
Vereisten
Bekendheid met Concepten van Azure Cosmos DB, zoals databases, containers, documenten en doorvoer in aanvraageenheden per seconde (RU/s)
Bekendheid met het gebruik van Azure Cosmos DB-resources en -gegevens in Azure Portal, zoals het gebruik van Data Explorer, het uitvoeren van query's en het weergeven van querystatistieken