Kenniscontrole

Voltooid

Beantwoord de volgende vragen om uw leerproces te controleren.

1.

U maakt een diep neuraal netwerk om een classificatiemodel te trainen dat voorspelt welke van drie klassen een observatie behoort op basis van 10 numerieke functies. Welke van de volgende beweringen geldt voor de netwerkarchitectuur?

2.

U traint een diep neuraal netwerk. U configureert het trainingsproces voor het gebruik van 50 epochs. Welk effect heeft deze configuratie?

3.

U maakt een diep neuraal netwerk. U verhoogt de leerfrequentieparameter. Welk effect heeft deze instelling?

4.

U maakt een convolutionele neurale netwerk. U wilt de grootte van de functietoewijzingen verkleinen die worden gegenereerd door een convolutionele laag. Wat moet u doen?