Notitie
Voor toegang tot deze pagina is autorisatie vereist. U kunt proberen u aan te melden of de directory te wijzigen.
Voor toegang tot deze pagina is autorisatie vereist. U kunt proberen de mappen te wijzigen.
In dit artikel worden de verbindingsinstellingen besproken die zijn opgeslagen in het bestand Default.rdp op Windows Server 2003- en Windows XP-computers.
Notitie
Ondersteuning voor Windows Vista Service Pack 1 (SP1) eindigt op 12 juli 2011. Als u beveiligingsupdates voor Windows wilt blijven ontvangen, moet u Windows Vista uitvoeren met Service Pack 2 (SP2). Zie deze Microsoft-webpagina voor meer informatie: De ondersteuning voor sommige versies van Windows wordt beëindigd.
Oorspronkelijk KB-nummer: 885187
Inleiding
Wanneer u Remote Desktop Protocol (RDP) gebruikt om verbinding te maken met een externe computer, wordt het bestand Default.rdp gemaakt op de clientcomputer. In dit artikel worden de verbindingsinstellingen besproken die zijn opgeslagen in het bestand Default.rdp.
Meer informatie
Wanneer u RDP gebruikt om verbinding te maken met een externe computer, kunt u het dialoogvenster Verbindingsopties voor extern bureaublad gebruiken om veel van de verbindingsinstellingen te configureren. Voer de volgende stappen uit om deze instellingen te configureren:
- Klik op Start, klik op Uitvoeren, typ mstsc.exe en klik vervolgens op OK.
- Klik in het dialoogvenster Verbinding met extern bureaublad op Opties.
U kunt *.rdp-bestanden met verschillende instellingen opslaan als u verbinding maakt met meerdere externe computers. Als u een nieuwe configuratie wilt opslaan, klikt u op Opslaan als op het tabblad Algemeen in Opties.
Instellingen die zijn opgeslagen in het bestand Default.rdp
Standaard wordt het bestand Default.rdp gemaakt in de map Mijn documenten. De volgende RDP-instellingen worden opgeslagen in het bestand Desktop.rdp:
desktopwidth: i
Deze instelling komt overeen met de breedte van het bureaublad dat u selecteert op het tabblad Weergave in Verbindingsopties voor extern bureaublad.
Notitie
Microsoft Windows CE-apparaten ondersteunen alleen de modus Volledig scherm.
desktopheight: i
Deze instelling komt overeen met de bureaubladhoogte die u selecteert op het tabblad Weergave in Verbindingsopties voor extern bureaublad.
Notitie
Microsoft Windows CE-apparaten ondersteunen alleen de modus Volledig scherm.
sessie bpp: i
Deze instelling komt overeen met de kleurdiepte die u selecteert in Kleuren op het tabblad Weergave in Verbindingsopties voor extern bureaublad.
Notitie
Microsoft Windows CE-apparaten ondersteunen alleen de modus Volledig scherm.
winposstr: s
Deze instelling komt overeen met de vensterpositie die u selecteert op het tabblad Weergave in Verbindingsopties voor extern bureaublad.
Notitie
Op desktopcomputers bepaalt deze instelling de positie van het dialoogvenster Verbinding met extern bureaublad op het scherm. De zes getallen vertegenwoordigen een tekenreeksvorm van de WINDOWPOS-structuur. Ga naar de volgende Microsoft-website voor meer informatie over de functie WINDOWPOS:
Notitie
Microsoft Windows CE-apparaten ondersteunen alleen de modus Volledig scherm.
automatisch verbinding maken: i
Deze instelling wordt niet gebruikt door desktopcomputers of door Windows CE-clients.
volledig adres: s
Deze instelling bepaalt de computer waarmee u verbinding maakt. De instelling komt overeen met de vermelding in het vak Computer op het tabblad Algemeen van Verbindingsopties voor extern bureaublad.
compressie: i
Met deze instelling wordt bepaald of gegevens worden gecomprimeerd wanneer ze naar de clientcomputer worden verzonden.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | Compressie is uitgeschakeld. |
1 | Compressie is ingeschakeld. |
keyboardhook: i
Deze instelling bepaalt waar Windows-toetsencombinaties worden toegepast. Deze instelling komt overeen met de selectie in het vak Toetsenbord op het tabblad Lokale resources van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | Toegepast op de lokale computer. |
1 | Toegepast op de externe computer. |
2 | Alleen toegepast in de modus Volledig scherm. |
audiomode: i
Deze instelling bepaalt waar geluiden worden afgespeeld. Deze instelling komt overeen met de selectie in het geluidsvak van de externe computer op het tabblad Lokale bronnen van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | Geluid afspelen op de clientcomputer. |
1 | Geluid afspelen op de hostcomputer. |
2 | Speel geen geluiden af. |
redirectdrives: i
Met deze instelling wordt bepaald of schijfstations automatisch worden verbonden wanneer u zich aanmeldt bij de externe computer. Deze instelling komt overeen met de selectie in het vak Schijfstations op het tabblad Lokale resources van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | Stations worden niet automatisch opnieuw verbonden. |
1 | Stations worden automatisch opnieuw verbonden. |
redirectprinters: i
Met deze instelling wordt bepaald of printers automatisch worden verbonden wanneer u zich aanmeldt bij de externe computer. Deze instelling komt overeen met de selectie in het selectievakje Printers op het tabblad Lokale resources van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | Printers worden niet automatisch opnieuw verbonden. |
1 | Printers worden automatisch opnieuw verbonden. |
redirectcomports: i
Met deze instelling wordt bepaald of COM-poorten automatisch worden verbonden wanneer u zich aanmeldt bij de externe computer. Deze instelling komt overeen met de selectie in het vak Seriële poorten op het tabblad Lokale resources van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | COM-poorten worden niet automatisch opnieuw verbonden. |
1 | COM-poorten worden automatisch opnieuw verbonden. |
redirectsmartcards: i
Met deze instelling wordt bepaald of smartcards automatisch worden verbonden wanneer u zich aanmeldt bij de externe computer. Deze instelling komt overeen met de selectie in het vak Smartcards op het tabblad Lokale resources van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | Smartcards worden niet automatisch opnieuw verbonden. |
1 | Smartcards worden automatisch opnieuw verbonden. |
displayconnectionbar: i
Deze instelling bepaalt of de verbindingsbalk wordt weergegeven wanneer u zich aanmeldt bij de externe computer in de modus Volledig scherm. Deze instelling komt overeen met de selectie in de verbindingsbalk weergeven wanneer het selectievakje In de modus Volledig scherm wordt weergegeven op het tabblad Weergave van de verbindingsopties voor extern bureaublad.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | De verbindingsbalk wordt niet weergegeven. |
1 | De verbindingsbalk wordt weergegeven. |
gebruikersnaam: s
Deze instelling bepaalt de gebruikersnaam die wordt weergegeven in RDP. De instelling komt overeen met de vermelding in het vak Gebruikersnaam op het tabblad Algemeen van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
domein: s
Deze instelling bepaalt de gebruikersnaam die wordt weergegeven in het dialoogvenster Verbinding met extern bureaublad. Dit komt overeen met de vermelding in het vak Domein op het tabblad Algemeen van Verbindingsopties voor extern bureaublad.
alternatieve shell: s
Met deze instelling wordt bepaald of een programma automatisch wordt gestart wanneer u verbinding maakt met RDP. De instelling komt overeen met de vermelding in het pad en de bestandsnaam van het vak Programma op het tabblad Programma's van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
shell-werkmap: s
Deze instelling is de maplocatie voor de toepassing die automatisch wordt gestart wanneer u verbinding maakt met RDP. De instelling komt overeen met de vermelding in het pad en de bestandsnaam van het vak Programma op het tabblad Programma's van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
achtergrond uitschakelen: i
Met deze instelling wordt bepaald of de bureaubladachtergrond wordt weergegeven wanneer u zich aanmeldt bij de externe computer. Deze instelling komt overeen met de selectie in het selectievakje Bureaubladachtergrond op het tabblad Ervaring van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | Achtergrond wordt weergegeven. |
1 | De achtergrond wordt niet weergegeven. |
volledig venster slepen uitschakelen: i
Met deze instelling wordt bepaald of de mapinhoud wordt weergegeven wanneer u de map naar een nieuwe locatie sleept. Deze instelling komt overeen met de selectie in het venster Inhoud van het venster weergeven terwijl u het selectievakje Sleept op het tabblad Ervaring van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | De inhoud van de map wordt weergegeven tijdens het slepen. |
1 | De inhoud van de map wordt niet weergegeven tijdens het slepen. |
menu-anims uitschakelen: i
Deze instelling bepaalt hoe menu's en vensters worden weergegeven wanneer u zich aanmeldt bij de externe computer. Deze instelling komt overeen met de selectie in het selectievakje Menu- en vensteranimatie op het tabblad Ervaring van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | Menu- en vensteranimaties zijn toegestaan. |
1 | Menu- en vensteranimaties zijn niet toegestaan. |
thema's uitschakelen: i
Met deze instelling wordt bepaald of thema's zijn toegestaan wanneer u zich aanmeldt bij de externe computer. Deze instelling komt overeen met de selectie in het selectievakje Thema's op het tabblad Ervaring van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | Thema's zijn toegestaan. |
1 | Thema's zijn niet toegestaan. |
bitmapcachepersistenable: i
Met deze instelling wordt bepaald of bitmaps in de cache worden opgeslagen op de lokale computer. Deze instelling komt overeen met de selectie in het selectievakje Bitmapcaching op het tabblad Ervaring van Opties voor verbinding met extern bureaublad.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | Caching is niet ingeschakeld. |
1 | Caching is ingeschakeld. |
automatisch opnieuw verbinden ingeschakeld: i
Deze instelling bepaalt of een clientcomputer automatisch opnieuw verbinding probeert te maken nadat de verbinding is verbroken.
Weergegeven als | Instelling |
---|---|
0 | Clientcomputer probeert niet automatisch opnieuw verbinding te maken. |
1 | Clientcomputer probeert automatisch opnieuw verbinding te maken. |