Een heatmap-laag toevoegen

In dit artikel wordt beschreven hoe u een heatmaplaag toevoegt aan een Azure Maps Power BI-visual.

Heatmaplaag in een Azure Maps Power BI-visual.

Heatmaps, ook wel dichtheidskaarten genoemd, zijn een type overlay op een kaart die wordt gebruikt om de dichtheid van gegevens met verschillende kleuren weer te geven. Heatmaps worden vaak gebruikt om de gegevens 'hotspots' op een kaart weer te geven. Heatmaps zijn een uitstekende manier om gegevenssets met een groot aantal punten weer te geven. Het weergeven van een groot aantal gegevenspunten op een kaart leidt tot een verslechtering van de prestaties en kan de kaart bedekken met overlappende symbolen, waardoor het onbruikbaar wordt. Het weergeven van de gegevens als een heatmap resulteert niet alleen in betere prestaties, het helpt u de gegevens beter te begrijpen doordat u gemakkelijk de relatieve dichtheid van elk gegevenspunt kunt zien.

Een heatmap is handig wanneer gebruikers uitgebreide vergelijkende gegevens willen visualiseren:

  • Het vergelijken van klanttevredenheidscijfers of winkelprestaties tussen landen/regio's.
  • Het meten van de frequentie waarmee klanten winkelcentra op verschillende locaties bezoeken.
  • Enorme statistische en geografische gegevenssets visualiseren.

Vereisten

De heatmap-laag toevoegen

  1. Selecteer in Power BI Desktop de Azure-kaart die u hebt gemaakt.
  2. Zet in het deelvenster Opmaak de wisselknop Heatmap op Aan.

U kunt nu alle instellingen voor de heatmaplaag aanpassen aan uw rapport.

Instellingen voor heatmaplagen

De sectie Heatmap van het deelvenster Opmaak biedt flexibiliteit om de heatmapvisualisaties aan uw specifieke vereisten aan te passen en te ontwerpen. In de sectie Heatmap kunt u het volgende doen:

  • Configureer de radius van elk gegevenspunt met behulp van pixels of meters als maateenheid.
  • Pas de dekking en intensiteit van de heatmaplaag aan.
  • Geef op of de waarde in het veld Grootte moet worden gebruikt als het gewicht van elk gegevenspunt.
  • Kies verschillende kleuren van kleurkiezers.
  • Stel het minimale en maximale zoomniveau voor de heatmaplaag in om zichtbaar te zijn.
  • Bepaal de positie van de heatmaplaag tussen verschillende lagen, zoals de 3D-kolom en bellenlaag.

In de volgende tabel ziet u de primaire instellingen die beschikbaar zijn in de sectie Heatmap van het deelvenster Opmaak :

Instelling Beschrijving
Grootte De radius van elk gegevenspunt in de heatmap.

Geldige waarden als Eenheid = 'pixels': 1 - 200. Standaardinstelling: 20
Geldige waarden als Eenheid = 'meters': 1 - 4.000.000
Instelling Beschrijving
Radius De radius van elk gegevenspunt in de heatmap.

Geldige waarden als Eenheid = 'pixels': 1 - 200. Standaardinstelling: 20
Geldige waarden als Eenheid = 'meters': 1 - 4.000.000
Eenheden De afstandseenheden van de radius. Mogelijke waarden zijn:

pixels. Wanneer dit is ingesteld op pixels, is de grootte van elk gegevenspunt hetzelfde, ongeacht het zoomniveau.
meters. Wanneer dit is ingesteld op meters, wordt de grootte van de gegevenspunten geschaald op basis van het zoomniveau op basis van de equivalente pixelafstand op de evenaar, waardoor de relativiteit tussen naburige punten beter is. Vanwege de Mercator-projectie is de werkelijke dekkingsradius in meters op een bepaalde breedtegraad echter kleiner dan deze opgegeven radius.

Standaardinstelling: pixels
Transparantie Hiermee stelt u de transparantie van de heatmaplaag in. Standaardinstelling: 1
De waarde moet tussen 0% en 100% zijn.
Intensiteit De intensiteit van elk hittepunt. Intensiteit is een decimale waarde tussen 0 en 1, die wordt gebruikt om aan te geven hoe 'dynamisch' een enkel gegevenspunt moet zijn. Standaardinstelling: 0.5
Grootte als gewicht gebruiken Een booleaanse waarde die bepaalt of de veldwaarde grootte moet worden gebruikt als het gewicht van elk gegevenspunt. Wanneer Onwordt de laag weergegeven als een gewogen heatmap. Standaard: Off
Verloop Een kleurenkiezer voor gebruikers om drie kleuren te kiezen voor laag (0%), midden (50%) en hoog (100%) kleurovergang.
Minimale zoom Minimaal zoomniveau waarop de laag zichtbaar is. Geldige waarden zijn 1 tot en met 22. Standaardinstelling: 0
Maximaal zoomen Het maximale zoomniveau waarop de laag zichtbaar is. Geldige waarden zijn 1 tot en met 22. Standaardinstelling: 22
Laagpositie Geef de positie van de laag ten opzichte van andere kaartlagen op. Geldige waarden zijn onder andere Boven labels, Onder labels en Onder wegen

Volgende stappen

Wijzigen hoe uw gegevens op de kaart worden weergegeven:

Voeg meer context toe aan de kaart:

Pas de visual aan: