ROUND
Van toepassing op: Berekende kolom Berekende tabel Meting Visuele berekening
Rondt een getal af op het opgegeven aantal cijfers.
ROUND(<number>, <num_digits>)
Term | Definitie |
---|---|
Nummer | Het getal dat u wilt afronden. |
num_digits | Het aantal cijfers dat u wilt afronden. Een negatieve waarde rondt cijfers links van het decimaalteken af; een waarde van nul rondt af op het dichtstbijzijnde gehele getal. |
Een decimaal getal.
Als num_digits groter is dan 0 (nul), wordt het getal afgerond op het opgegeven aantal decimalen.
Als num_digits 0 is, wordt het getal afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.
Als num_digits kleiner is dan 0, wordt het getal links van het decimaalteken afgerond.
Gerelateerde functies
- Gebruik de functie AFRONDEN.NAAR BOVEN (van nul) om altijd naar boven af te ronden (weg van nul).
- Gebruik de functie AFRONDEN.NAAR BENEDEN om altijd naar beneden af te ronden (naar nul).
- Als u een getal wilt afronden op een specifiek veelvoud (bijvoorbeeld om af te ronden op het dichtstbijzijnde veelvoud van 0,5), gebruikt u de functie MROUND.
- Gebruik de functies TRUNC en INT om het gehele getal te verkrijgen.
Met de volgende formule wordt 2,15 naar boven afgerond op één decimaalteken. Het verwachte resultaat is 2,2.
= ROUND(2.15,1)
Met de volgende formule wordt 21,5 afgerond op één decimaalteken links van het decimaalteken. Het verwachte resultaat is 20.
= ROUND(21.5,-1)