Delen via


BotState Klas

Definitie

Definieert een statusbeheerobject en automatiseert het lezen en schrijven van gekoppelde statuseigenschappen naar een opslaglaag.

public abstract class BotState : Microsoft.Bot.Builder.IPropertyManager
type BotState = class
    interface IPropertyManager
Public MustInherit Class BotState
Implements IPropertyManager
Overname
BotState
Afgeleid
Implementeringen

Opmerkingen

Elk statusbeheerobject definieert een bereik voor een opslaglaag.

Statuseigenschappen worden gemaakt binnen een statusbeheerbereik en het Bot Framework definieert deze bereiken: ConversationState, UserStateen PrivateConversationState.

U kunt aanvullende bereiken voor uw bot definiƫren.

Constructors

BotState(IStorage, String)

Initialiseert een nieuw exemplaar van de BotState klasse.

Methoden

ClearStateAsync(ITurnContext, CancellationToken)

Hiermee wist u de statuscache voor deze BotState.

CreateProperty<T>(String)

Hiermee maakt u een benoemde statuseigenschap binnen het bereik van een BotState en retourneert u een accessor voor de eigenschap.

DeleteAsync(ITurnContext, CancellationToken)

Hiermee verwijdert u alle statussen in de opslag en de cache voor deze BotState.

DeletePropertyValueAsync(ITurnContext, String, CancellationToken)

Hiermee verwijdert u een eigenschap uit de statuscache voor deze BotState.

Get(ITurnContext)

Hiermee haalt u een kopie op van de onbewerkte gegevens in de cache hiervoor BotState uit de turncontext.

GetCachedState(ITurnContext)

Haalt het botstatusexemplaar in de cache op dat de onbewerkte gegevens hiervoor BotState in de cache verpakt vanuit de turncontext.

GetPropertyValueAsync<T>(ITurnContext, String, CancellationToken)

Hiermee haalt u de waarde van een eigenschap op uit de statuscache voor deze BotState.

GetStorageKey(ITurnContext)

Wanneer deze wordt overschreven in een afgeleide klasse, haalt u de sleutel op die moet worden gebruikt bij het lezen en schrijven van de status van en naar de opslag.

LoadAsync(ITurnContext, Boolean, CancellationToken)

Hiermee wordt de statuscache hiervoor BotState gevuld vanuit de opslaglaag.

SaveChangesAsync(ITurnContext, Boolean, CancellationToken)

Hiermee wordt de statuscache naar BotState de opslaglaag geschreven.

SetPropertyValueAsync(ITurnContext, String, Object, CancellationToken)

Hiermee stelt u de waarde van een eigenschap in de statuscache in voor deze BotState.

Van toepassing op

Zie ook