Afdrukbeheer instellen voor een module
Geldt voor: Microsoft Dynamics AX 2012 R3, Microsoft Dynamics AX 2012 R2, Microsoft Dynamics AX 2012 Feature Pack, Microsoft Dynamics AX 2012
Met deze procedure kunt u afdrukbeheer instellen voor oorspronkelijke records of kopierecords en voorwaardelijke instellingen voor modules, zoals Klanten en Leveranciers. De instellingsinformatie voor afdrukbeheer die u invoert, wordt gebruikt wanneer documenten, zoals verkooporders en inkooporders, worden afgedrukt tijdens het boekingsproces.
Notitie
Afdrukbeheerinstellingen kunnen ook worden gebruikt wanneer u documenten opnieuw afdrukt. Selecteer Voorbeeld/afdrukken > Afdrukbeheer gebruiken om een document af te drukken met de huidige afdrukbeheerinstellingen.
Standaard wordt een oorspronkelijke record ingesteld voor elk type document. U kunt de oorspronkelijke record wijzigen of deze verwijderen en een nieuwe record maken.
Als u een bestaande oorspronkelijke record, kopierecord of voorwaardelijke instelling wilt wijzigen, selecteert u de record of instelling en brengt u de wijzigingen aan.
Oorspronkelijke records of kopierecords maken
Via deze procedure wordt beschreven hoe u nieuwe oorspronkelijke records of kopierecords kunt maken.
Klik op Klanten > Instellen > Formulieren > Formulierinstelling. Klik op Afdrukbeheer.
– of –
Klik op Leveranciers > Instellen > Formulieren > Formulierinstelling. Klik op Afdrukbeheer.
– of –
Klik op Inkoop en sourcing > Instellen > Formulieren > Formulierinstelling. Klik op Afdrukbeheer.
– of –
Klik op Projectbeheer en boekhouding > Instellen > Formulieren > Formulierinstelling. Klik op Afdrukbeheer.
Klik in het linkerdeelvenster van het formulier Instelling afdrukbeheer met de rechtermuisknop op een modulenaam en selecteer Alles uitvouwen. Alle documenttypen voor deze module worden weergegeven.
Als u een nieuwe record wilt maken, klikt u met de rechtermuisknop op een documentnaam en selecteert u Nieuw. Er wordt een nieuwe oorspronkelijke record of kopierecord gemaakt, die in de lijst wordt weergegeven.
Geef in het rechterdeelvenster aan of u een oorspronkelijke record of kopierecord wilt maken. Als u een kopie maakt, moet u hiervoor een naam opgeven.
Standaard wordt het document afgedrukt op de printer die is opgegeven door op Printerinstelling te klikken vanuit het boekingsformulier voor het document. Als u het printerdoel wilt wijzigen, klikt u op de zoekknop Bestemming > Printerinstelling en selecteert u een doel. Wanneer u de wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op OK om terug te gaan naar het formulier Instelling afdrukbeheer.
Selecteer een rapportindeling.
De rapportindeling moet worden gemaakt door een ontwikkelaar en worden toegevoegd aan de Application Object Tree (AOT) voordat deze beschikbaar is voor selectie in het formulier Instelling afdrukbeheer. Rapportindelingen kunnen specifiek zijn voor een land/regio.
Voer het aantal identieke kopieën in dat u wilt afdrukken.
Voer de tekst voor de voettekst van het document in. Voor een klantexemplaar voert u bijvoorbeeld Klantexemplaar in. Als u voetteksten in andere talen wilt afdrukken, klikt u op de zoekknop Voettekst en stelt u de voettekst in voor de extra talen, afhankelijk van de taal van het document.
Herhaal stap 3 tot en met 8 voor de resterende documenten in de lijst.
Voorwaardelijke instellingen opgeven voor een oorspronkelijke record of kopierecord
Via deze procedure wordt beschreven hoe u voorwaardelijke instellingen kunt opgeven, die worden toegepast op basis van de resultaten van een query. U moet minimaal één oorspronkelijke record of kopierecord instellen voordat u voorwaardelijke instellingen kunt opgeven voor de record. U kunt voorwaardelijke instellingen niet rechtstreeks aan een document toewijzen.
Notitie
Als u meerdere voorwaardelijke instellingen opgeeft, moet u deze rangschikken in de volgorde waarin de query's moeten worden geëvalueerd. Zie Informatie over afdrukbeheerverwerking voor meer informatie.
Als u de documenten mailt maar een groep e-mailadressen met hetzelfde bedrijfsdoel of dezelfde werknemerstitel, moet u eerst het doel of de titel instellen voordat u de instellingen opgeeft. Zie Doel van het adres (formulier) voor meer informatie.
De doelstellingen geeft u op in het formulier Doel van adres- en contactgegevens. Klik op Organisatiebeheer > Instellen > Algemeen adresboek > Doel van adres- en contactgegevens. U kunt doelen toewijzen in de formulieren Klanten of Leveranciers, op het Sneltabblad Contactgegevens, in het veld Doel.
U kunt werknemerstitels toekennen in het formulier Werknemer, in het veld Titel. Klik op HRM > Instellen > Medewerkers > Titels.
Klik op Klanten > Instellen > Formulieren > Formulierinstelling. Klik op Afdrukbeheer.
– of –
Klik op Leveranciers > Instellen > Formulieren > Formulierinstelling. Klik op Afdrukbeheer.
– of –
Klik op Inkoop en sourcing > Instellen > Formulieren > Formulierinstelling. Klik op Afdrukbeheer.
– of –
Klik op Projectbeheer en boekhouding > Instellen > Formulieren > Formulierinstelling. Klik op Afdrukbeheer.
Klik in het linkerdeelvenster van het formulier Instelling afdrukbeheer met de rechtermuisknop op een modulenaam en selecteer Alles uitvouwen. Alle documenttypen voor deze module en alle oorspronkelijke records of kopierecords voor elk documenttype worden weergegeven.
Klik met de rechtermuisknop op een oorspronkelijke record of kopierecord en selecteer Nieuw. Een nieuwe voorwaardelijke instelling wordt gemaakt en in de lijst weergegeven.
Voer in het rechterdeelvenster een omschrijving in voor de instelling, zoals Klant 4000 tot en met 4050.
Klik op Selecteren en voer de queryvoorwaarde in waaraan moet worden voldaan om het document af te drukken met de huidige instellingen. U kunt bijvoorbeeld een bereik met klantrekeningen invoeren. Klik op OK om terug te gaan naar het formulier Instelling afdrukbeheer.
Standaard wordt het document naar de standaardprinter verzonden. Als u het printerdoel wilt wijzigen, klikt u op de zoekknop Bestemming > Printerinstelling en selecteert u een doel. Wanneer u de wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op OK om terug te gaan naar het formulier Instelling afdrukbeheer.
Als u documenten wilt e-mailen, moet u de volgende stappen uitvoeren:
Selecteer in het formulier Instellingen afdrukbestemming, E-mail als afdrukbestemming.
Klik op de knop Bewerken.
Dit bedieningselement is niet beschikbaar in versies van Microsoft Dynamics AX 2012 vóór cumulatieve update 7 voor AX 2012 R2.
In het formulier E-mailadressen toewijzen, in het veld %1 doel, kunt u een bedrijfsdoel selecteren om het document naar een groep e-mailadressen te sturen waaraan hetzelfde doel is toegekend.
Schakel het selectievakje %1 primaire contactpersoon in om het rapport te e-mailen naar de primaire contactpersoon die aan de klant of de leverancier is toegewezen.
U kunt in het veld Werknemerstitel een titel selecteren om het rapport naar een groep medewerkers met dezelfde toegewezen titel te verzenden.
In het veld Extra e-mailadressen, gescheiden door ';' kunt u aanvullende e-mailadressen invoeren waarnaar het document verzonden moet worden.
Een rapportindeling selecteren.
De rapportindeling moet worden gemaakt door een ontwikkelaar en worden toegevoegd aan de Application Object Tree (AOT) voordat deze beschikbaar is voor selectie in het formulier Instelling afdrukbeheer. Rapportindelingen kunnen specifiek zijn voor een land/regio.
Voer het aantal identieke kopieën in dat u wilt afdrukken.
De tekst voor de voettekst van het document invoeren. Als u voetteksten in andere talen wilt afdrukken, klikt u op de zoekknop Voettekst en stelt u de voettekst in voor de extra talen, afhankelijk van de taal van het document.
Herhaal stap 3 tot en met 10 voor de resterende documenten in de lijst.
Zie ook
Instellingen afdrukbeheer (formulier)
Afdrukbeheer instellen voor een klant of leverancier
Afdrukbeheer instellen voor een transactie
Informatie over afdrukbeheer voor originelen, kopieën en instellingen
Informatie over documenttypen en modules voor afdrukbeheer