Delen via


Redencodes voor financiële modules instellen

Geldt voor: Microsoft Dynamics AX 2012 R3, Microsoft Dynamics AX 2012 R2, Microsoft Dynamics AX 2012 Feature Pack, Microsoft Dynamics AX 2012

Een redencode is een code die door gebruikers kan worden geselecteerd voor het registreren van de reden van een verandering of transactie, zoals de correctie van een waardedaling of het storneren van een betaling. U kunt met het formulier Financiële redenen in Organisatiebeheer redencodes voor een verscheidenheid aan financiële modules maken, maar u kunt ook een redenformulier vanuit een module openen en de redencodes alleen voor die module instellen. Zie Redenen (formulier) voor meer informatie.

U kunt tevens instellen of redencodes verplicht voor een module zijn. Voor de meeste modules stelt u de vereisten voor redencodes in het parameterformulier in.

Organisatiebeheer

  1. Klik op Organisatiebeheer > Instellen > Financiële redenen.

  2. Klik op Nieuw om een redencode te maken.

  3. Voer in het veld Redencode een code voor de reden in.

  4. Voer in het veld Standaardopmerking een omschrijving voor de code in.

  5. Selecteer de typen rekeningen waarbij de redencode kan worden gebruikt.

  6. Herhaal stap 2 t/m 5 als u nog meer redencodes wilt toevoegen.

Vaste activa

  1. Klik op Vaste activa > Instellen > Activaredenen.

  2. Klik op Nieuw om een redencode te maken.

  3. Voer in het veld Redencode een code voor de reden in.

  4. Voer in het veld Standaardopmerking een omschrijving voor de code in.

  5. Klik op Sluiten.

  6. Klik op Vaste activa > Instellen > Parameters vaste activa.

  7. Klik op Vaste activa. Geef op het sneltabblad Redencodes opties voor redencodes op:

    • Als u wilt dat er een redencode wordt opgegeven als de levensduur, afschrijvingsperiode of verkoopwaarde voor een vast activum word gewijzigd, moet u het selectievakje Reden vereisen voor activumwijzigingen inschakelen.

    • Als u wilt dat er een redencode wordt opgegeven voor een specifieke transactie met vaste activa die in een journaal wordt ingevoerd, selecteert u de transactietypen en klikt u vervolgens op de desbetreffende pijlknop om de transactietypen van de lijst Niet verplicht naar de lijst Vereist te verplaatsen.

Crediteuren

  1. Klik op Leveranciers > Instellen > Leveranciers > Leveranciersredenen.

  2. Klik op Nieuw om een redencode te maken.

  3. Voer in het veld Redencode een code voor de reden in.

  4. Voer in het veld Standaardopmerking een omschrijving voor de code in.

Debiteuren

  1. Klik op Klanten > Instellen > Klanten > Klantredenen.

  2. Klik op Nieuw om een redencode te maken.

  3. Voer in het veld Redencode een code voor de reden in.

  4. Voer in het veld Standaardopmerking een omschrijving voor de code in.

  5. Klik op Sluiten.

  6. Als u wilt dat er redenen worden opgegeven voor wijzigingen in Debiteuren, schakelt u de juiste selectievakjes in op het sneltabblad Redencode vereisten in het gebied Algemeen van het formulier Parameters van module Klanten. (Klik op Klanten > Instellen > Parameters van module Klanten.)

Grootboek

  1. Klik op Grootboek > Instellen > Grootboekredenen.

  2. Klik op Nieuw om een redencode te maken.

  3. Voer in het veld Redencode een code voor de reden in.

  4. Voer in het veld Standaardopmerking een omschrijving voor de code in.

Kas- en bankbeheer

  1. Klik op Contant- en bankbeheer > Instellen > Bankredenen.

  2. Klik op Nieuw om een redencode te maken.

  3. Voer in het veld Redencode een code voor de reden in.

  4. Voer in het veld Standaardopmerking een omschrijving voor de code in.

  5. Klik op Sluiten.

  6. Als u wilt dat er redenen worden opgegeven voor wijzigingen in Kas- en bankbeheer, schakelt u de juiste selectievakjes voor vereisten voor redencodes in in het gebied Algemeen van het formulier Parameters voor cash- en bankbeheer. (Klik op Contant- en bankbeheer > Instellen > Parameters voor cash- en bankbeheer.)

Zie ook

Informatie over financiële redencodes

Redenen (formulier)