Delen via


Power Automate-deelvenster gebruiken

Maak nieuwe stromen of voeg bestaande stromen toe en bewerk deze in het Power Automate-deelvenster in Power Apps Studio. Het deelvenster Power Automate is standaard ingeschakeld.

Een nieuwe stroom maken

  1. Open een nieuwe of een bestaande app in Power Apps Studio.

  2. Selecteer Power Automate in het App-creatiemenu.

    Een schermopname met de optie Power Automate gemarkeerd in het linkerdeelvenster.

  3. Selecteer in het deelvenster Power Automate de optie Nieuwe stroom maken.

    Een schermopname met het scherm Uw stroom maken met verschillende opties om een stroomsjabloon te kiezen.

Met deze actie opent u het modale dialoogvenster Uw stroom maken in Power Apps Studio. U kunt ervoor kiezen om de stroom te maken op basis van de beschikbare sjablonen of om een geheel nieuwe stroom te maken.

Beginnen met een sjabloon

Power Automate biedt verschillende stroomsjablonen waaruit u standaard kunt kiezen. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een stroom kunt maken met behulp van dergelijke beschikbare sjablonen vanuit Power Apps Studio.

  1. Selecteer een sjabloon naar keuze in de lijst met beschikbare sjablonen. Voor dit voorbeeld gebruiken we Op een knop in Power Apps klikken om een e-mail te verzenden.

    Een schermopname met de sjabloon Op een knop in Power Apps klikken om een e-mail te verzenden.

  2. De volgende stap toont de verbindingen die nodig zijn om een stroom te maken op basis van de geselecteerde sjabloon. Meer informatie: Overzicht van connectors

    Een schermopname met verbindingen die nodig zijn voor de stroom.

  3. (Optioneel) Als u wilt, kunt u Bewerken in geavanceerde modus gebruiken om de verbinding bij te werken en de stroomsjabloon aan te passen. Als u klaar bent, selecteert u Opslaan om de stroom op te slaan. Sla de volgende stap over, aangezien u hiermee uw proces voor het maken van een stroom voltooit.

  4. Selecteer Volgende > Maken om de stroom op te slaan.

    De stroom verschijnt nu in de lijst met stromen in het deelvenster Power Automate, onder de sectie In uw app.

    Een schermopname met de stroom die aan uw app is toegevoegd.

    Tip

    Zi voor meer informatie over het maken van cloudstromen op basis van sjablonen Een cloudstroom maken op basis van een sjabloon.

Geheel nieuw maken

In plaats van de beschikbare sjablonen te gebruiken, kunt u ook een geheel nieuwe stroom maken en de stappen naar wens aanpassen.

  1. Selecteer Geheel nieuw maken.

  2. Voeg de stroom toe en pas deze aan met stappen en acties, zoals in het volgende voorbeeld.

    Een schermopname met een voorbeeld van een werkstroom.

  3. Selecteer Opslaan in de rechterbovenhoek van het scherm als u klaar bent.

    Tip

    Zie voor meer informatie over het aanpassen en configureren van cloudstromen artikelen met procedures vanaf Meerdere acties en geavanceerde opties toevoegen aan een cloudstroom.

Een bestaande stroom toevoegen

Mogelijk hebt u toegang tot de bestaande stromen in de omgeving waarin u uw app maakt. Als u deze stromen in uw app wilt toevoegen en gebruiken, selecteert u Een stroom toevoegen en kiest u de stroom in de sectie Een stroom toevoegen vanuit deze omgeving.

Een schermopname met de optie om bestaande stromen vanuit de huidige omgeving toe te voegen.

Tip

U kunt de muisaanwijzer op de stroom plaatsen voor meer details voordat u deze aan uw app toevoegt.

U moet aan de volgende vereisten voldoen om een bestaande stroom aan een canvas-app toe te voegen:

  • U moet toegang tot de stroom hebben.
  • Als de canvas-app deel uitmaakt van een oplossing, ziet u alleen de stromen die deel uitmaken van dezelfde oplossing.
  • Stromen moeten een Power Apps-trigger bevatten.

Na het toevoegen verschijnt de stroom in de sectie In uw app in het deelvenster Power Automate.

Verwijzen naar een stroom

Om naar de toegevoegde stroom te verwijzen, werkt u de formulebalk voor het besturingselement of onderdeel in Power Apps Studio bij met de stroomdetails. Als u bijvoorbeeld wilt verwijzen naar een stroom met de naam PowerAppsbutton die een e-mail activeert zonder invoerparameters te accepteren, gebruikt u de volgende formule voor de eignschap OnSelect van de knop:

PowerAppsbutton.Run()

Een schermopname met de stroom toegevoegd aan de eigenschap OnSelect van de knop met de bovenstaande formule.

Dit gedrag is anders dan hoe de verwijzing naar een stroom in Power Apps Studio werkt als het deelvenster Power Automate is uitgeschakeld.

Wanneer u een stroom toevoegt terwijl het deelvenster Power Automate is uitgeschakeld, moet u een gedragseigenschap van het besturingselement kiezen of de component opgeven die u aan de stroom wilt koppelen. In dit geval leidt het toevoegen van een stroom tot het wissen van de formules die al aan de gekozen eigenschap zijn gekoppeld (wanneer de stroomverwijzing wordt toegevoegd). Dit betekent dat elke bestaande formule zou worden verwijderd en dat u voorzichtig een kopie van de bestaande formule moet maken voordat u de stroom toevoegt om deze te behouden. U kunt uw gekopieerde formule vervolgens terugplakken nadat de stroomverwijzing is toegevoegd.

Als u bijvoorbeeld voor de eigenschap OnSelect van een knop de stroom toevoegt, wordt uw bestaande formule verwijderd en moet u zorgvuldig een kopie van de bestaande formule maken voordat u de stroom toevoegt. Het volgende voorbeeld toont het proces met het deelvenster Power Automate uitgeschakeld. In dit geval wordt de toegevoegde formule voor de knopeigenschap verwijderd om te verwijzen naar de toegevoegde stroom.

Een schermafbeelding met de stroom die is toegevoegd aan de eigenschap OnSelect van de knop die de bestaande formule voor de knopeigenschap vervangt.

Als het deelvenster Power Automate is ingeschakeld, wordt elke bestaande formule automatisch bewaard (wordt niet verwijderd). Desgewenst kunt u de stroomverwijzing in de formule voor een gedragseigenschap toevoegen.

Het volgende voorbeeld toont het proces met het deelvenster Power Automate ingeschakeld. Wanneer de stroom wordt toegevoegd, blijft de bestaande formule voor de eigenschap OnSelect van de knop behouden en wordt de stroomverwijzing niet automatisch toegevoegd.

Een schermafbeelding met de stroom die is toegevoegd aan de eigenschap OnSelect van de knop die niet wordt vervangen na toevoeging van de stroom.

U kunt nu naar de stroom verwijzen door middel van het normale proces voor het bijwerken van de formule voor de besturing of component, zoals eerder uitgelegd.

Een bestaande stroom bewerken

U kunt nu aan uw app toegevoegde stromen bewerken zonder Power Apps Studio te verlaten.

  1. Selecteer onder de sectie In uw app van het Power Automate-deelvenster ... (beletselteken) rechts van een stroom.

  2. Selecteer Bewerken.

    Een schermopname met de optie om een bestaande stroom te bewerken.

    De stroom wordt geopend in de editor.

    Een schermafbeelding van de stroom die in de editor wordt geopend voor aanpassing.

  3. Voer de wijzigingen door en selecteer Opslaan.

    Belangrijk

    Om te voorkomen dat niet-opgeslagen wijzigingen verloren gaan, moet u ervoor zorgen dat u Opslaan selecteert voordat u de editor sluit.

Een stroom vernieuwen

Als er wijzigingen in de stroom worden aangebracht in Power Automate (in plaats van in Power Apps Studio) terwijl u de app bewerkt, moet u uw stroom vernieuwen om de laatste wijzigingen te krijgen.

Om de stroom te vernieuwen en de laatste wijzigingen op te halen, selecteert u ... rechts van uw stroom en vervolgens Vernieuwen.

Een schermopname met de optie om de stroom te vernieuwen en de laatste wijzigingen op te halen.

Er verschijnt een spinner en de stroom wordt vernieuwd.

Een stroom verwijderen

Als u een stroom uit uw app wilt verwijderen, selecteert u ... rechts van uw stroom en vervolgens Verwijderen uit app.

Een schermopname met de optie om de stroom uit de app te verwijderen.

Met deze actie wordt alleen de stroom uit de app verwijderd terwijl de stroom in de omgeving intact blijft. U kunt de stroom opnieuw toevoegen aan dezelfde app of gebruiken in andere apps.

Klassieke Power Automate-ervaring

Het Power Automate-deelvenster is nu standaard ingeschakeld. Als u de klassieke Power Automate-ervaring wilt gebruiken om een stroom te creëren, moet u handmatig terugschakelen naar de oude ervaring.

Belangrijk

Het wordt aanbevolen om het deelvenster Power Automate te gebruiken om een stroom te creëren. De klassieke Power Automate-ervaring moet eigenlijk alleen worden gebruikt voor het oplossen van problemen. De klassieke ervaring wordt binnenkort buiten gebruik gesteld en is dan niet meer beschikbaar.

  1. Open een nieuwe of een bestaande app in Power Apps Studio.

  2. Selecteer Instellingen bovenaan.

  3. Selecteer Toekomstige functies.

  4. Selecteer op het tabblad Buiten gebruik gesteld de optie Klassiek deelvenster van Power Automate Power Automate inschakelen om de schakelaar op Aan te zetten.

Zie ook

Notitie

Laat ons uw taalvoorkeuren voor documentatie weten! Beantwoord een korte enquête. (houd er rekening mee dat deze in het Engels is)

De enquête duurt ongeveer zeven minuten. Er worden geen persoonlijke gegevens verzameld (privacyverklaring).