Delen via


Test-ServiceFabricService

Valideert de status en beschikbaarheid van een Service Fabric-service.

Syntaxis

Test-ServiceFabricService
    [-ServiceName] <Uri>
    [-MaxStabilizationTimeoutSec] <Int32>
    [-TimeoutSec <Int32>]
    [<CommonParameters>]

Description

De cmdlet Test-ServiceFabricService valideert de beschikbaarheid en status van de opgegeven Service Fabric-service. Met deze cmdlet wordt gecontroleerd of de service de grootte van de doelreplicaset heeft en of de service in orde is. Deze cmdlet valideert ook dat alle replica's van de service gereed zijn en niet in een overgangsstatus zoals InBuild (ServiceReplicaStatus). Gebruik deze cmdlet om te controleren of uw service stabiel is na het veroorzaken van een fout in het systeem.

Voordat u een bewerking uitvoert op een Service Fabric-cluster, maakt u een verbinding met het cluster met behulp van de cmdlet Connect-ServiceFabricCluster .

Voorbeelden

Voorbeeld 1: Een service testen

PS C:\> Test-ServiceFabricService -ServiceName fabric:/SvcName -MaxStabilizationTimeoutSec 240

Met deze opdracht wordt de opgegeven service getest om ervoor te zorgen dat deze binnen 240 seconden stabiel is.

Parameters

-MaxStabilizationTimeoutSec

Hiermee geeft u de maximale time-outperiode, in seconden, op voordat het cluster wordt gestabiliseerd voordat de validatieopdracht mislukt.

Type:Int32
Position:1
Default value:None
Vereist:True
Pijplijninvoer accepteren:False
Jokertekens accepteren:False

-ServiceName

Hiermee geeft u de naam van de service te valideren.

Type:Uri
Position:0
Default value:None
Vereist:True
Pijplijninvoer accepteren:True
Jokertekens accepteren:False

-TimeoutSec

Hiermee geeft u de time-outperiode, in seconden, op voor de bewerking.

Type:Int32
Position:Named
Default value:None
Vereist:False
Pijplijninvoer accepteren:False
Jokertekens accepteren:False

Invoerwaarden

System.Uri

Uitvoerwaarden

System.Object