Delen via


Alle postvakken migreren naar de cloud met een omschakelingsmigratie van Exchange.

Van toepassing op: Office 365 for professionals and small businesses, Office 365 for enterprises, Live@edu

Onderwerp laatst gewijzigd: 2012-04-02

Gebruik E-mailmigratie in het configuratiescherm van Exchange om alle postvakken plus bijbehorende postvakgegevens te migreren van Microsoft Exchange naar uw cloudorganisatie voor e-mail. Dit type migratie is een omschakelingsmigratie omdat alle lokale postvakken worden gemigreerd ter voorbereiding op het verplaatsen van uw hele e-mailorganisatie naar de cloud. Als u slechts enkele lokale postvakken wilt migreren, moet u een gefaseerde migratie uitvoeren. Zie Een subset van alle postvakken migreren naar de cloud met de gefaseerde Exchange-migratie. voor meer informatie.

Met een omschakelingsmigratie kan een organisatie kan maximaal 1000 postvakken van Exchange 2003, Exchange 2007 of Exchange 2010 naar de cloud migreren. Als u meer dan 1000 Exchange 2003- of Exchange 2007-postvakken wilt migreren, kunt u een gefaseerde Exchange-migratie uitvoeren. U kunt Exchange 2010-postvakken niet migreren via een gefaseerde Exchange-migratie. Als u dus meer dan 1000 Exchange 2010-postvakken wilt migreren, moet u een hybride implementatie uitvoeren. Zie Co-existentie - Office 365 Beta voor ondernemingen voor meer informatie.

Belangrijk

Exchange-omschakelingsmigratie is niet beschikbaar voor Microsoft Live@edu. Scholen kunnen Outlook Live Directory Sync (OLSync) installeren en configureren en vervolgens een gefaseerde Exchange-migratie uitvoeren om Exchange-postvakken naar de cloud te migreren.

In dit onderwerp

  • Wat er gebeurt bij een omschakelingsmigratie van Exchange
  • Voordat u begint
  • Stap 1 De migratiebatch aanmaken
  • Stap 2 De verbindingsinstellingen configureren
    • De verbindingsinstellingen automatisch detecteren met Automatisch opsporen
    • De verbindingsinstellingen handmatig opgeven
  • Stap 3 De migratiebatch benoemen
  • Stap 4: Start de migratiebatch
  • Stap 5 Configureer uw MX-record om te verwijzen naar Office 365
  • Stap 6 Verwijder de migratiebatch
  • Aanbevolen procedures
  • Volgende stappen

Wat er gebeurt bij een omschakelingsmigratie van Exchange

Wanneer u Exchange-postvakken via omschakelingsmigratie naar de cloud migreert:

  • De migratieservice configureert nieuwe postvakken in uw cloudorganisatie. Er wordt voor elke gebruikersaccount een cloudpostvak in uw lokale Exchange-organisatie gemaakt. Lokale distributiegroepen en contactpersonen worden eveneens naar de cloud gemigreerd.
  • Wanneer de nieuwe cloudpostvakken zijn gemaakt, migreert de migratieservice vervolgens e-mailberichten, contactpersonen en agenda-items van de Exchange-postvakken naar de overeenkomende cloudpostvakken.
  • Na de aanvankelijke migratie worden de Exchange- en cloudpostvakken elke 24 uur gesynchroniseerd, zodat nieuwe e-mail die naar het Exchange-postvak is gestuurd, wordt gekopieerd naar het overeenkomende cloudpostvak. Dit proces wordt incrementele synchronisatie genoemd.

Als u klaar bent, kunt u e-mails rechtstreeks doorsturen naar de cloudpostvakken en de migratiebatch verwijderen. Vervolgens kunt u uw lokale Exchange-organisatie verwijderen als u dat wilt.

Voordat u begint

Belangrijk

Als u de toepassing voor adreslijstsynchronisatie van Microsoft Online Services hebt geactiveerd en geïnstalleerd, kunt u geen Exchangemigratie via omschakeling uitvoeren. Als u de toepassing voor adreslijstsynchronisatie hebt geïnstalleerd, kunt u de adreslijstsynchronisatie uitschakelen om dan een Exchangemigtatie via omschakeling uit te voeren. Voor meer informatie, zie adreslijstsynchronisatie beheren.

Terug naar boven

Stap 1   De migratiebatch aanmaken

  1. Selecteer Mijn organisatie beheren > Gebruikers& Groepen > E-Mailmigratie > Nieuw. Selecteer een van de volgende migratietypen op de pagina Welkom bij de migratie van e-mail:
    • Exchange 2007 en hoger - Verbindingsinstellingen automatisch detecteren met Automatisch opsporen   Selecteer deze optie als u wilt dat de migratieservice via de Autodiscover-service automatisch verbinding maakt met uw lokale Exchange-server.
    • Exchange 2003 en hoger - Verbindingsinstellingen handmatig opgeven   Selecteer deze optie als uw lokale berichtensysteem Exchange 2003 gebruikt of als u een latere versie uitvoert, maar handmatig de verbindingsinstellingen van uw lokale e-mailserver wilt opgeven.
  2. Klik op Volgende wanneer u een migratietype hebt geselecteerd.

Stap 2   De verbindingsinstellingen configureren

Geef de referenties en verbindingsinstellingen voor uw lokale Exchange-server op, afhankelijk van het migratietype dat u hebt geselecteerd. U moet, op basis van het geselecteerde migratietype, slechts één van de volgende taken uitvoeren.

De verbindingsinstellingen automatisch detecteren met Automatisch opsporen

  1. Als u dit migratietype hebt geselecteerd, configureert u de migratie voor het gebruiken van de Autodiscover-service om de verbindingsinstellingen te detecteren. De verbindingsinstellingen die u configureert, blijven op deze pagina bewaard voor de volgende keer dat u E-mailmigratie start om een nieuwe migratiebatch uit te voeren.

    In dit veld... Doet u dit…

    E-mailadres van de migratiebeheerder

    Typ het e-mailadres voor een beheerdersaccount die toegang heeft tot uw lokale Exchange-server en tot alle postvakken.

    Domein\gebruikersnaam

    Typ de gebruikersnaam voor de migratiebeheerdersaccount. Gebruik de notatie Domein\Gebruikersnaam of de UPN-notatie.

    Wachtwoord

    Typ het wachtwoord voor de migratiebeheerdersaccount.

    Aantal postvakken dat tegelijk wordt gemigreerd.

    Geef het aantal verbindingen met uw Exchange-server op dat beschikbaar is voor het migreren van e-mailpostvakken naar de cloud. Als de waarde is ingesteld op 3 (de standaardwaarde), kunt u maximaal drie postvakken tegelijk migreren totdat alle postvakken in de migratiebatch zijn gemigreerd. Het maximum aantal verbindingen is 10. Voor meer informatie over het optimaliseren van deze instelling, zie Maximumaantal verbindingen met uw e-mailserver.

  2. Klik op Volgende. Microsoft Exchange probeert te communiceren met de lokale Exchange-server om de Autodiscover-verbindingsinstellingen te controleren. Als de testverbinding mislukt, wordt u gevraagd om de verbindingsinstellingen handmatig op te geven. U moet verbinding maken met de Exchange-server om door te gaan.
    Als u geen verbinding kunt maken met uw lokale Exchange-server, bekijkt u deze video voor tips om problemen op te lossen.
    Wanneer de verbinding met de Exchange-server is geslaagd, maakt de migratieservice verbinding met de adreslijst op de lokale Exchange-server en voert er een query op uit om een lijst te genereren met de postvakken, distributiegroepen en contactpersonen die moeten worden gemigreerd. Het kan even duren voordat deze informatie is verzameld.
    Als dit queryproces is voltooid, wordt de pagina Specificeer wat en hoe te migreren (Stap 2 van de 3) weergegeven.

De verbindingsinstellingen handmatig opgeven

  1. Als u dit migratietype hebt geselecteerd, geeft u de verbindingsinstellingen voor de Exchange-server op.

    In dit veld... Doet u dit…

    Domein\gebruikersnaam

    Typ de gebruikersnaam voor de migratiebeheerdersaccount. Gebruik de notatie domein\gebruikersnaam.

    Wachtwoord

    Typ het wachtwoord voor de migratiebeheerdersaccount.

    Exchange-server

    Typ de FQDN van de lokale Exchange-server. Bijvoorbeeld EXCH-MSG-1.contoso.com.

    RPC-proxyserver

    Typ de FQDN van de RPC-proxyserver voor de lokale Exchange-server. Bijvoorbeeld mail.contoso.com.

    Verificatie

    Selecteer Basic als verificatiemethode van de Exchange server.

    Aantal postvakken dat tegelijk wordt gemigreerd.

    Geef het aantal verbindingen met uw Exchange-server op dat beschikbaar is om e-mail naar cloudpostvakken te migreren. Als de waarde is ingesteld op 3 (de standaardwaarde), kunt u maximaal drie postvakken tegelijk migreren totdat alle postvakken in de migratiebatch zijn gemigreerd. Het maximum aantal verbindingen is 10. Voor meer informatie over het optimaliseren van deze instelling, zie Maximumaantal verbindingen met uw e-mailserver.

  2. Klik op Volgende. Microsoft Exchange probeert te communiceren met de lokale Exchange-server om de handmatig opgegeven verbindingsinstellingen te controleren. Als de testverbinding mislukt, wordt u gevraagd om de verbindingsinstellingen te controleren. U moet verbinding maken met de Exchange-server om door te gaan.
    Als u geen verbinding kunt maken met uw lokale Exchange-server, bekijkt u deze video voor tips om problemen op te lossen.
    Wanneer de testverbinding met de Exchange-server is geslaagd, maakt de migratieservice verbinding met de adreslijst op de lokale Exchange-server en voert er een query op uit om een lijst te genereren met de postvakken, distributiegroepen en contactpersonen die moeten worden gemigreerd. Het kan even duren voordat deze informatie is verzameld.
    Als dit queryproces is voltooid, wordt de pagina Specificeer wat en hoe te migreren (Stap 2 van de 3) weergegeven.

Terug naar boven

Stap 3   De migratiebatch benoemen

Typ in het veld Batchnaam een naam die een migratiebatch identificeert. Deze naam wordt weergegeven in het dashboard e-mailmigratie. Batchnamen mogen geen spaties of speciale tekens bevatten.

Om kopies van de migratierapporten naar andere gebruikers te verzenden, klikt u op Bladeren om één of meerdere gebruikers te selecteren.

Klik op Volgende om de migratiebatch te maken. De pagina Migratiebatch met succes gemaakt (Stap 3 van de 3) wordt weergegeven. Lees de informatie over de migratiebatch en klik vervolgens op Sluiten.

Stap 4: Start de migratiebatch

Nadat u de migratiebatch hebt aangemaakt, verschijnt ze in de lijst op het dashboard E-mailmigratie. Details over de geselecteerde migratiebatch worden weergegeven in het detailvenster. De status van de migratiebatch wordt ingesteld op Aangemaakt.

Selecteer de migratiebatch en klik op Start om de verwerking te starten.

Wat gebeurt er nadat u de migratiebatch hebt gestart?

Nadat u de migratiebatch bent begonnen, wordt de status in het detailvenster in het dashboard E-mailmigratie gewijzigd naar In de wachtrij of In Uitvoering.

De volgende tabel beschrijft de informatie in het detailvenster voor de migratiebatch.

Veld Beschrijving

Status

De huidige status van de geselecteerde migratiebatch. Omvat de volgende staten:

  • Gemaakt Geeft aan dat de migratiebatch is gemaakt. In deze status kunt u de migratiebatch starten, bewerken of verwijderen.
  • In de wachtrij Geeft aan dat de migratiebatch is gestart. In deze status kunt u de migratiebatch stoppen.
  • In uitvoering   Geeft aan dat de postvakken in de migratiebatch actief worden gemigreerd. In deze status kunt u de migratiebatch stoppen.
  • Gestopt   Geeft aan dat de migratiebatch is gestopt en dat er geen postvakken uit de batch nog worden gemigreerd. In deze status kunt u de migratiebatch opnieuw.
  • Gesynchroniseerd   Geeft aan dat de migratiebatch is voltooid en er geen postvakken meer worden gemigreerd. Een migratiebatch in deze toestand kan fouten bevatten als er postvakken niet werden gemigreerd.

Gevraagd

Het aantal postvakken die moeten worden gemigreerd in de migratiebatch.

Gesynchroniseerd

Het aantal postvakken van de huidige migratiebatch dat in uw cloudorganisatie is gemaakt. Dit veld wordt tijdens de migratie bijgewerkt.

Actief

Hiermee geeft u het aantal postvakken aan die actief worden gemigreerd. Dit aantal komt overeen met het aantal postvakken dat gelijktijdig moet worden gemigreerd dat u hebt opgegeven toen u de verbindingsinstellingen configureerde.

Fouten

Het aantal postvakken dat niet is gemigreerd.

Aanmaaktijd

Datum en tijd waarop de migratiebatch werd aangemaakt.

Begintijd

Datum en tijd waarop de migratiebatch werd gestart.

Aanvankelijke Sync tijd

Datum en tijd waarop de migratiebatch werd aangemaakt.

Initiële Synchronisatieduur

De tijd die nodig was om de migratiebatch te voltooien.

Laatste Synchronisatieduur

De laatste keer dat de migratiebatch was gestart.

Details per gebruiker

Klik op Open om statusinformatie over ieder postvak weer te geven in de migratiebatch. Zie Statusrapport Gebruikers E-mailmigratie voor meer informatie.

Rapporten

Dit gedeelte van het detailvenster bevat links naar de migratiestatistieken en foutrapporten. Nadat de migratie is afgelopen, worden er links naar deze rapporten naar de beheerder verzonden.

Klik op Succes of Fouten om de volgende verslagen te downloaden:

  • MigratieStatistieken   Een csv-bestand met een rij voor ieder postvak dat succesvol werd gemigreerd. Iedere rij bevat het e-mailadres van het postvak, de status van de migratie, het aantal gemigreerde postvakitems en het aantal overgeslagen en niet-gemigreerde postvakitems.
  • MigratieFouten   Een csv-bestand dat een rij bevat voor ieder niet-gemigreerd postvak of postvak dat werd geconfigureerd om e-mails door te sturen. Iedere rij bevat het e-mailadres van het postvak en een beschrijving van de fout.

Terug naar boven

Controleer de migratiebatch

Gebruik het dashboard E-mailmigratie en de migratiestatistieken per gebruiker om de status van de migratiebatch te controleren. Raadpleeg voor meer informatie:

De migratiebatch stoppen

Als u de migratiebatch wilt stoppen, klikt u in het deelvenster Actieve e-mailmigratie op Stoppen.

Wat gebeurt er wanneer u op Stoppen klikt? De migratie van een postvak dat op dat moment wordt verwerkt, wordt direct gestopt en wordt niet voltooid. Het stoppen van een migratiebatch heeft geen gevolgen voor postvakken al die zijn gemigreerd.

Nadat u een migratiebatch hebt gestopt, ontvangt u een status-e-mailbericht waarin staat hoeveel postvakken waren gemigreerd voordat de batch werd gestopt. Dit bericht bevat tevens een koppeling naar het bestand MigrationErrors.csv, waarin de actieve postvakmigraties worden vermeld die werden uitgevoerd toen de migratie werd gestopt, evenals de rijen die in de wachtrij stonden om te worden gemigreerd. Het statusbericht bevat ook een koppeling naar het bestand MigrationStatistics.csv, waarin de postvakken worden vermeld die wel zijn gemigreerd.

Als u het migratiebatchproces hebt gestart en het de status In de wachtrij of In uitvoering heeft, kunt u het stoppen. Om de migratiebatch te stoppen, selecteert u het en klikt u op Pauze.

Als u de migratiebatch in uitvoering stopt, wordt eender welk postvak dat op dat moment wordt verwerkt onmiddellijk gestopt en niet voltooid. Het stoppen van een migratiebatch heeft geen gevolgen voor postvakken al die zijn gemigreerd.

Nadat u de migratiebatch hebt gestopt, ontvangt u een e-mailbericht met vermelding van de status, waarin staat hoeveel postvakken met succes in de cloud zijn gemaakt voordat de batch werd gestopt, en hoeveel niet. Dit bericht bevat ook links naar het statistiekenrapport, waarin een lijst met postvakken staat die met succes werden gemigreerd, en het foutenrapport, waarin de postvakken staan die niet werden gemigreerd.

De migratiebatch herstarten

Als er in de migratiebatch fouten zijn opgetreden of als er nieuwe postvakken, contactpersonen of distributiegroepen zijn gemaakt in uw lokale Exchange-organisatie, kunt u de migratiebatch opnieuw starten. Om de migratiebatch opnieuw op te starten, selecteert u hem en klikt u op Hervatten.

Wanneer u de migratiebatch opnieuw start, maakt de migratieservice verbinding met uw lokale Exchange-server en wordt er een query uitgevoerd om nieuwe postvakken, distributiegroepen en contactpersonen in kaart te brengen. Als deze query is voltooid, wordt er een pagina weergegeven met het aantal postvakken, distributiegroepen, en contactpersonen dat zal worden gemigreerd.

Opmerking   Als u de migratiebatch opnieuw start, worden de postvakken, distributiegroepen en contactpersonen in uw lokale Exchange-organisatie die al zijn gemigreerd door de migratieservice overgeslagen.

Stap 5 Configureer uw MX-record om te verwijzen naar Office 365

Totdat u de MX-record wijzigt, wordt e-mail die naar gebruikers is verzonden, gerouteerd naar hun lokale Exchange-postvakken. Nadat een postvak met succes is gemigreerd, synchroniseert het incrementele synchronisatieproces het lokale Exchange-postvak en het cloudpostvak één keer per 24 uur totdat u de migratiebatch verwijdert. Wanneer u de MX-record van uw organisatie opnieuw configureert en naar uw cloudorganisatie voor e-mail laat verwijzen, worden alle e-mails rechtstreeks naar de cloudpostvakken verzonden.

Nadat u de MX-record hebt gewijzigd en hebt gecontroleerd of alle e-mail naar cloudpostvakken wordt gerouteerd, kunt u de migratiebatch verwijderen.

Belangrijk   Het kan 24 tot 72 uur duren voordat de bijgewerkte MX-record is verspreid. Wacht ten minste 24 uur nadat u de MX-record hebt gewijzigd, voordat u de migratiebatch verwijdert. Controleer of e-mail wordt gerouteerd naar de cloudpostvakken voordat u de batch verwijdert.

Terug naar boven

Stap 6 Verwijder de migratiebatch

Nadat alle postvakken in een migratiebatch met succes zijn gemigreerd en u hebt geverifieerd dat e-mail wordt gerouteerd naar de cloudpostvakken, kunt u de migratiebatch in het dashboard E-mailmigratie verwijderen. Selecteer de migratiebatch en klik op Verwijderen Verwijderen. Wanneer u een migratiebatch verwijdert, Exchange Online:

  • Er wordt een laatste incrementele synchronisatie uitgevoerd voor alle postvakken. Hierna wordt de e-mail niet meer gesynchroniseerd tussen de lokale Exhange-postvakken en de cloudpostvakken.
  • Zuivert alle records met betrekking tot de migratiebatches, en de batch wordt verwijderd uit de batchlijst.
  • Verwijdert de migratiebatch uit de batchlijst op het dashboard E-mailmigratie.

Aanbevolen procedures

Hier volgt een aantal tips om uw Exchange-migratie te optimaliseren:

  • Wijzig voor DNS de TTL-instelling (Time-to-Live) in uw MX-record   Voordat u postvakken migreert, stelt u voor DNS de TTL in uw huidige MX-record in op een korter interval, zoals 3600 seconden (een uur). Wanneer u uw MX-record wijzigt zodat deze verwijst naar uw cloudorganisatie voor e-mail nadat alle postvakken zijn gemigreerd, moet de bijgewerkte MX-record sneller worden verspreid vanwege het kortere TTL-interval.
  • Communiceer met uw gebruikers   Laat uw gebruikers vooraf weten dat u de inhoud van hun lokale Exchange-postvakken migreert naar uw cloudorganisatie. Dat kunt u als volgt doen:
    • Vraag de gebruikers vóór de migratie oude of onnodige e-mailberichten te verwijderen uit hun Exchange-postvak. Dit helpt de hoeveelheid te migreren gegevens reduceren en kan de totale migratietijd helpen reduceren. U kunt ook zelf hun postvakken opschonen.
    • Raad de gebruikers aan een back-up van hun Postvak IN te maken.
    • Vertel de gebruikers wanneer zij hun cloudaccounts kunnen gebruiken voor toegang tot de e-mails die vanuit hun lokale accounts zijn gemigreerd. Geef de gebruikers pas toegang tot hun cloudaccounts wanneer u de migratie hebt voltooid.
      Wilt u weten wat een goede manier is om gebruikers de aanmeldingsreferenties en het automatisch gegenereerde wachtwoord voor hun nieuwe cloudaccounts te verstrekken? Zie Een welkomstbericht verzenden naar nieuwe gebruikers.

Volgende stappen

  • Licenties toewijzen aan Office 365-gebruikers   Als u een e-mailorganisatie van Microsoft Office 365 hebt gekozen, moet u de licenties toewijzen aan de nieuwe postvakken zodat deze niet worden uitgeschakeld nadat de respijtperiode is afgelopen. Voor meer informatie, zie Een licentie voor Microsoft Online Services aan nieuwe postvakken toewijzen.

  • Een Autodiscover DNS-record aanmaken   Nadat alle lokale postvakken werden gemigreerd naar de cloud, kunt u een Autodiscover DNS-record configureren voor uw cloud-organisatie om gebruikers in staat te stellen met Microsoft Outlook en mobiele clients een verbinding tot stand te brengen hun nieuwe cloud-postvakken. Dit nieuwe Autodiscover DNS-record moet gebruik maken van dezelfde naamruimte die u hebt gebruikt voor uw cloud-organisatie. Wanneer uw cloud-naamruimte bijvoorbeeld cloud.contoso.com is, moet het Autodiscover DNS-record dat u moet aanmaken autodiscover.cloud.contoso.com worden genoemd.
    Exchange Online maakt gebruik van een CNAME-record om de Autodiscover-service te implementeren voor Outlook-clients en mobiele clients. De Autodiscover-CNAME-record moet de volgende gegevens bevatten:

  • Implementeer een oplossing met een enkele aanmelding   Als alle postvakken naar de cloud zijn gemigreerd, kunt u een oplossing voor eenmalige aanmelding implementeren waardoor gebruikers de referenties (gebruikersnaam en wachtwoord) van hun plaatselijke Active Directory kunnen gebruiken voor toegang tot hun Office 365-postvakken en bestaande plaatselijke resources. U implementeert een eenmalige oplossing voor aanmelding door Active Directory Federation Services 2.0 (AD FS 2.0) te gebruiken. Voor meer informatie, zie Exchangemigrate via omschakeling en eenmalige aanmelding beheren.

  • Ontmantel lokale Exchange-servers   Nadat u hebt geverifieerd dat alle e-mail rechtstreeks wordt gerouteerd naar de cloudpostvakken, de migratie hebt voltooid, en uw lokale e-mailorganisatie niet langer wilt behouden of niet van plan bent om een oplossing te implementeren met een enkele aanmelding, kunt u Exchange verwijderen van uw servers en uw lokale Exchange-organisatie verwijderen.

    Belangrijk

    Als u een oplossing implementeert met een enkele aanmelding, raden wij u ten sterkste aan om op zijn minst één Exchange-server te behouden zodat u toegang blijft hebben tot de Exchange System Manager (Exchange 2003) of Exchange Management Console / Exchange Management Shell (Exchange 2007) om attributen met betrekking tot e-mail te beheren voor lokale e-mailgebruikers. Voor Exchange 2007 en Exchange 2010 zouden op de Exchange-server die u houdt, de serverfuncties Hub Transport, Client Access en Mailbox geïnstalleerd moeten zijn.

    Raadpleeg voor meer informatie:

    Waarschuwing

    Het buiten gebruik stellen van Exchange kan onbedoelde gevolgen hebben. Voordat u uw plaatselijke Exchange-organisate buiten gebruik stelt, raden we u aan contact op te nemen met de ondersteuningsdienst van Microsoft.

Terug naar boven