Delen via


Het in- of uitschakelen van een regel of Monitor

 

Van toepassing op: System Center 2012 R2 Operations Manager, System Center 2012 - Operations Manager, System Center 2012 SP1 - Operations Manager

In System Center 2012 – Operations Manager, als standaardinstellingen voor een management pack bevat een monitor of regel die niet nodig is in uw omgeving, kunt u overschrijvingen gebruiken om het uitschakelen van deze monitor of regel. Bovendien een aantal management packs geleverd met een aantal regels of monitors zijn uitgeschakeld. u moet de guide management pack voor de werkstromen die zijn standaard uitgeschakeld lezen en bepalen als u deze voor uw behoeften bewaking inschakelen moet. Bijvoorbeeld de netwerkbewaking management packs bevatten regels en monitors die specifieke, zoals vermeld in Netwerkbewaking afstemmen. Veel leverancierspecifiek regels en monitors in het netwerk management pack worden uitgeschakeld om te voorkomen dat invloed op de prestaties. Kunt u de apparaten die in uw omgeving vaststellen en gebruik onderdrukt zodat de regels en bewaakt specifiek zijn voor uw apparaten.

Aan- of uitschakelen een monitor of regel met behulp van onderdrukkingen

  1. Meld u aan bij de computer met een account dat lid is van de rol van Operations Manager geavanceerde Operator.

  2. Klik op Ontwerpen in de Operations-console.

  3. In de ontwerp werkruimte, klikt u op Monitors (of regels als u wilt uitschakelen van een regel).

  4. In de Monitors of regels sectie, klikt u op de monitor of regel dat u wilt uitschakelen.

  5. Klik op de werkbalk van de Operations-console op onderdrukt en wijs opheffen van de Monitor (of regel). U kunt deze monitor of regel voor objecten van een specifiek type of voor alle objecten in een groep opheffen. Nadat u welke groep van het objecttype kiezen negeren, de overschrijven eigenschappen in het dialoogvenster geopend waarin u om de standaardinstellingen uitmaken van deze regel of monitor weer te geven. Zie voor meer informatie over het toepassen van een onderdrukking Klassen en groepen gebruiken voor onderdrukkingen in Operations Manager.

  6. In de overschrijven eigenschappen dialoogvenster, selecteer de overschrijven selectievakje die met overeenkomt de ingeschakeld parameter.

    Notitie

    Als u de optie uitschakelen in plaats van overschrijven, de overschrijven eigenschappen dialoogvenster geopend met de overschrijven selectievakje is ingeschakeld en de ingeschakeld waarde ingesteld op False.

  7. In de instelling overschrijven kolom, klikt u op waar waarmee de regel of monitor of False uitschakelen van de regel of monitor.

  8. In de bestemmingsmanagement pack selecteren klikt u op het juiste management pack voor het opslaan van de onderdrukking of een nieuwe niet-verzegelde management pack maken door te klikken op Nieuw. Zie voor meer informatie over het selecteren van een bestemmingsmanagement pack Een management pack voor onderdrukkingen maken.

  9. Als u uw wijzigingen hebt voltooid, klikt u op OK.