Delen via


Configureren - Handleiding voor verbonden cloud

In deze sectie van de handleiding wordt uitgelegd hoe u Automatische inschrijving instelt voor uw tenant en hoe u licenties toepast voor zowel Intune als Remote Assist.

Azure-gebruikers en -groepen

Azure en Intune met deze extensie maken gebruik van gebruikers en groepen om configuraties en licenties toe te wijzen. Om deze implementatiestroom te valideren en een Remote Assist-aanroep van de ene gebruiker naar de andere te kunnen maken, hebt u twee gebruikersaccounts nodig.

We kunnen één gebruikersgroep maken voor het toewijzen van licenties. We kunnen beide gebruikers toevoegen aan dezelfde groep en een licentie voor Intune en Remote Assist toepassen op die groep.

Als u nog geen toegang hebt tot twee Microsoft Entra-accounts in een gebruikersgroep, kunt u deze gebruiken; hier volgen de handleidingen aan de slag voor:

Automatische inschrijving op HoloLens 2

Om een soepele en naadloze ervaring te hebben, is het instellen van Microsoft Entra join en automatische inschrijving bij Intune voor HoloLens 2-apparaten de manier om te gaan. Hierdoor kunnen gebruikers hun aanmeldingsreferenties van hun organisatie invoeren tijdens OOBE en zich automatisch registreren bij Microsoft Entra ID en het apparaat inschrijven bij MDM.

Door Microsoft Endpoint Manager-te gebruiken, kunnen we services selecteren en een paar pagina's navigeren totdat we een Premium-proefversie kunnen selecteren. U ziet mogelijk dat Er Microsoft Entra ID P1 en P2 is, voor Automatische inschrijving P1 voldoende is. We kunnen Intune selecteren en het gebruikersbereik voor automatische inschrijving selecteren en de groep selecteren die eerder is gemaakt.

Lees de handleiding over automatische inschrijving inschakelen voor Intune-voor meer informatie en stappen.

Toepassingslicenties

Met een toepassingslicentie kan een gebruiker apps installeren of een upgrade uitvoeren van een gratis proefversie naar de volledige versie van een app. Toepassingslicenties kunnen worden toegepast op gebruikers, gebruikersgroepen of apparaatgroepen. U hebt Remote Assist-licenties nodig voor gebruikers in uw organisatie om Remote Assist te kunnen gebruiken. Voor deze handleiding wijzen we Remote Assist-licenties toe aan de gebruikersgroep die we hierboven hebben gemaakt in Azure-gebruikers en -groepen.

De vereisten voor licenties kunnen verschillen, afhankelijk van of de gebruiker de Remote Assist-aanroep van een apparaat doet of een externe medewerker van Microsoft Teams is. Standaard zijn de selectievakjes Remote Assist en Teams gemarkeerd. Voor deze handleiding raden we u aan om de standaardvakken ingeschakeld te laten.

  1. Meer informatie over de verschillende licentie- en productvereisten per rol. Er zijn een aantal verschillende typen Remote Assist-licenties, dus zorg ervoor dat u de juiste licenties krijgt voor uw behoeften.
  2. U moet de licentieverkrijgen.
  3. Pas uw licenties toe op de groep.

Volgende stap